John Brosens

Toon alleen recensies op Leestafel van John Brosens in de categorie:
John Brosens op internet:

 

Bloedbroeder 1618 Bloedbroeder 1618


Het begon allemaal met een klein berichtje in een boek van Jan J.B. Kuipers  Zeeuwen te water - sporen van een maritiem verleden. 'Het was slechts een alinea, maar ik rook een groots verhaal' schrijft John Brosens in zijn nawoord.  Nader onderzoek leidde naar een verslag van Nicolaes van Wassenaer, secretaris  bij de WIC te Amsterdam  getiteld 'Het vreemt verhael van Lourens Lourenszoon'.
Lourens Lourenszoon blijkt namelijk de enige overlevende van de ramp met de pinas Het Duyfjen in het Amazonegebied (Brazilië) en leefde acht jaar onder de Arocouros indianen. Voortbordurend op deze informatie heeft John Brosens een spannend young-adult boek rond het waargebeurde verhaal van deze Lourens Lourenszoon geschreven.

Het verhaal begint in Vlissiningen waar de achttienjarige Lourens Lourenszoon aankondigt dat hij zal aanmonsteren op een schip. Hij wil meer van de wereld zien, 'weg uit de stad waar alles op de kaapvaart leunt' Zijn zus Janneke en zijn moeder, de weduwvrouw  Maaike Lievensdochter, zijn er fel op tegen. Ze willen Lourens niet missen en stel dat het misgaat? Wat dan?
Maar Lourens' besluit staat vast. Hij gaat! Alles in Vlissingen herinnert hem aan Dym, zijn jonge vrouw die stierf bij de geboorte van zijn eveneens overleden dochtertje.

Lourens Lourenszoon is een talenwonder, alles wat hij in de havenstad aan vreemde talen hoort maakt hij zich razendsnel eigen. Reder Jan Tijszoon kan wel iemand gebruiken die Portugees spreekt. Zijn schip Het Duyfjen zal namelijk naar De Amazonas vertrekken om te kijken of daar een nieuwe handelspost opgezet kan worden. De schipper en zijn bemanning spreken echter geen woord Portugees en Lourens wel... Het contract is snel getekend.
En zo komt het dat Lourens Lourenszoon op 3 augustus 1618 de haven van Vlissingen achter zich ziet verdwijnen, niet wetende dat het niet één maar acht jaar zal duren voor hij zijn geboorteplek weer terug zal zien.

Schipper Claes de Naayer is al snel erg gesteld op de rustige, intelligente Lourens. Hij krijgt als taak om samen met kok Jurgen Spielman de maaltijden te bereiden. Ook moet hij in voorkomende gevallen de chirurgijn assisteren. Lourens krijgt lees- en schrijfles van de zoon van de schipper, Hannes de Naayer, iets wat hem later nog goed van pas zal komen. De sfeer op het schip is goed, de reis verloopt voorspoedig en Lourens voert alle werkzaamheden die hij opgedragen krijgt zonder mopperen uit. En dan gebeurt het...

Nadat op 24 september de kust van de Amazonas bereikt is en de kapitein met Het Duyfjen een rivier opvaart op zoek naar nederzettingen, wordt het schip door een enorme vloedgolf opgepakt en een eind verderop neergesmeten. Zes van de negentien bemanningsleden hebben de ramp overleefd maar uiteindelijk belanden maar drie van hen, Steven, Zacharias en Lourens totaal uitgeput in de nederzetting van de vriendelijke Arocouros.
Ondanks hun vriendelijkheid zijn het wel kannibalen, maar ze eten gelukkig alleen hun vijand op, niet de slaven die het drietal aanvankelijk zijn.
Steven en Zacharias zijn wantrouwend en bang, maar Lourens niet. Zoals al bleek uit zijn talenkennis is hij leergierig en geïnteresseerd. Hij wil de gewoontes en de taal van de Arocouros leren kennen. Op hun beurt waarderen de indianen de welwillende en vriendelijke houding van Lourens en langzamerhand wordt hij opgenomen in het leven en de rituelen van de Arocouros.


Het bijzondere is dat John Brosens het leven bij de Arocouros levensecht heeft beschreven. Het lijkt alsof hij zelf een paar jaar tussen de bevolking heeft gewoond. De rituelen, de gebruiken, de mensen, het dagelijks leven, alles komt heel natuurlijk over.
Er zijn een paar markante mensen in de indianengemeenschap die je niet snel meer zal vergeten, zoals de wijze Awoena, de Pajé ofwel medicijnman.  Lourens wint het vertrouwen van de stam en wordt zelfs Pajékò, leerling medicijnman, tot afgunst van Steven en Zacharias, die afstandelijk en afwerend naar de Arocouros blijven.
Ook de vriendelijke, rustige en intelligente Arocourosvrouw Toeba blijft in je geheugen gegrift. Zij is, samen met Awoena, een belangrijk element in het verhaal.

Het is zeker geen boek voor tere zieltjes en soms sloeg ik wel even een stukje over vanwege enkele gedetailleerde beschrijvingen rond bijvoorbeeld het slachten e.d. maar ik kan daar sowieso nooit goed tegen.
Ook is Lourens een gezonde en jonge man, de naakte vrouwen laten hem aanvankelijk niet onberoerd en zijn lichaam reageert daarop. Dat wordt eveneens beschreven. Maar de taal en beschrijvingen worden nooit platvloers, het is zoals het is.

John Brosens  brengt eveneens de gevolgen van de komst van de hebzuchtige blanken, in dit geval de Portugezen, duidelijk naar voren. Zij brengen ziektes mee en buiten en moorden hele dorpen op een afschuwelijke manier uit voor hun eigen gewin. John Brosens hoopt hiermee de mensen bewust te maken van de misdaden en uitbuiting die de indianen moesten en nu nog moeten ondergaan.


Je zou veel meer willen vertellen over het boek maar het beste is om zelf in dit verhaal te duiken en te ondergaan.
Kortom Bloedbroeder 1618  is een fantastisch, spannend, avontuurlijk, soms keihard, soms heel gevoelig boek dat zeer de moeite van het lezen waard is. Ik heb het met zeer veel plezier gelezen.


ISBN 9789078840664 | Paperback | 359 pagina's | Uitgeverij PMA | november 2014
Nur 242, 285 Leeftijd 16+ 

© Dettie, 17 december 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Koers pal noord
De avontuurlijke reis van Michiel de Ruyter


Tijdens deze reis, in 1623, was hij pas 16, dus nog lang niet de beroemde admiraal.
Als hoogboogmansmaat vaart hij op een bewapende koopvaarder. Het was de bedoeling om de Spaanse koning dwars te zitten door diens schepen te enteren en buit te maken. Maar helaas: ze worden zelf slachtoffer en opgesloten in een kerker.
Michiel, gewond aan zijn arm, ontdekt dat er een put is die ongetwijfeld uitkomt in zee: er is sprake van eb en vloed. Hij springt er in, en wordt gevolgd door drie mannen. De rest kan niet zwemmen..
Ze komen uit in zee, en gaan op pad. Michiel, jong als hij is, neemt de leiding. "koers pal noord", dan komen ze er vanzelf. En zo gebeurt het, maar het is een tijd van oorlog, de tachtigjarige oorlog.

Koning Philips IV regeert Spanje, hij erfde de oorlog tegen de Nederlanden. Dat was vooral de strijd tussen de katholieken (Spanje) en protestanten (De Nederlanden). In het boek speelt ook de oorlog tegen Frankrijk een rol. De vier mannen komen herhaaldelijk terecht in bezette steden, havens die versperd zijn, en in schermutselingen tussen de twee partijen. En dan zijn er nog dieven en rovers die het land onveilig maken. Maar ze ontmoeten ook mensen die hen goedgezind zijn, en vinden toevlucht in kloosters. Soms gaat de reis voorspoedig, als ze weer eens werk of hulp gevonden hebben, soms worden ze bedrogen en zwerven als een stel verlopen lieden verder, steeds maar noordwaarts.

Het is een avontuur dat je wil volgen. Je wil weten hoe het af zal lopen. Komen ze alle vier thuis in Vlissingen?
Het is niet zo dat alles erg makkelijk verloopt, er zijn genoeg tegenslagen, maar ze stappen er wel snel overheen. Zo wordt het meer een verhaal van feiten dan van psychologische schetsen. Dat is de keuze van de schrijver natuurlijk, maar ik vind het wel jammer. Aan de andere kant: in hoeverre was het de waarheid geweest als we een Michiel de Ruyter voorgezet kregen met alle eigenschappen die een mens kan hebben? Weten we wel hoe hij was? Als je dit boek gelezen hebt, weet je dat in ieder geval niet.
Maar dan heb je wel een spannend avontuur gelezen dat nog berust op gedegen onderzoek ook!


ISBN 9026131879 | Hardcover | 200 pagina's | Uitgeverij De Fontein | november 2006
Leeftijd: 11+

© Marjo, januari 2007


 

Koers pal noord Koers pal noord
De avontuurljke reis van de jonge Michiel de Ruyter


Op zijn website schrijft John Brosens het volgende over het boek
Ik kan precies mijn vinger leggen op het moment waarop mijn belangstelling werd gewekt voor het verhaal dat Koers Pal Noord zou gaan heten. Op 12 maart 1997 kreeg ik van mijn echtgenote de biografie van Michiel de Ruyter cadeau, ‘Rechterhand van Nederland’, geschreven door Ronald Prud’homme van Reine. We hadden die week plannen om eens flink in de tuin tekeer te gaan, maar het regende en stormde dagen achtereen. Het kostte me weinig moeite om een alternatief te bedenken; met het nieuwe boek installeerde ik me in de leesfauteuil, koffie en koekjes bij de hand.

(...) Als matroos maakte hij een hachelijk avontuur mee. Spanjaarden veroverden het schip waarop hij voer, en namen hem en de overige bemanning gevangen. De Ruyter raakte bij die actie in de linkerarm gewond, maar wist bij het aan land komen te ontsnappen, samen met twee andere matrozen. Zonder enige bezitting moesten zij gedrieën over land, via Frankrijk, naar De Nederlanden zien terug te keren. Dankzij de gastvrijheid van goedwillende mensen die zij op hun weg troffen, lukte dat. Brandt maakte naar aanleiding van dit verhaal de voor de hand liggende vrome opmerking dat dit een duidelijk bewijs was dat (...)


Als daar niet een prachtig verhaal in zit, zal ik wel gedacht hebben. Dat daar niet meer dan één enkele alinea aan wordt gewijd! Zou er meer over geschreven zijn?

Het maakte John Brosens dus nieuwsgierig en hij begon meer informatie te zoeken. Hij heeft zelfs stukken afgelegd van Michiel de Ruyters reis door Frankrijk terug naar zijn vaderland. (Deze hele zoektocht naar meer gegevens en het afleggen van het traject door Frankrijk is op zijn website te lezen.)  Uiteindelijk mondde dit alles uit in het boek 'Koers pal Noord'.

Het verhaal begint op zee. Het is 1623 en Michiel de Ruyter is 16 jaar. Hij is matroos op het koopvaardijschip De Honte. Dit schip entert een vijandelijke Spaanse koopvaarder. Maar een Spaans galeischip komt te hulp en dat is voorlopig het einde van Michiels zeeavonturen. De bemanning van de Honte wordt gevangen genomen. Michiel komt bij op het galeischip, hij is gewond aan zijn arm. Ze worden overgebracht naar een voorraadkelder in een Spaans dorp vlakbij de Franse grens. Samen met Gilles, Bart en Bouwen weet Michiel te ontsnappen en dan is het koers pal noord, naar huis, naar Vlissingen...
Ze weten paarden te pakken te krijgen wat ook wel nodig is, Michiel heeft een flinke wond aan zijn arm en is erg slap daardoor. Ze waden een rivier door en zijn dan in Frankrijk. Ze besluiten de kust aan te houden en reizen richting Biarritz, een haven van walvisvaarders en daarna door naar La Rochelle, een protestantse vrijplaats waar de Franse (katholieke) koning niets te vertellen heeft. Ze ontdekken dat de Spanjaarden hen achtervolgen en besluiten langs Biarritz te reizen en rechtstreeks naar la Rochelle te gaan waar ze misschien kunnen aanmonsteren op een schip dat richting thuis vaart.
Wat volgt is een spannend verhaal over de tocht naar Vlissingen die Michiel en zijn maats maken. Ze worden soms geholpen, soms erg tegengewerkt. Ziekte, honger, zelfs de dood bezoekt hen. Ze moeten te voet, zwemmend, lopend, varend, meeliftend hun weg naar huis volbrengen, de latere succesverhalen over Michiel de Ruyter vertellen ons dat dat gelukt moet zijn.

Het is een boeiend verhaal. De schrijver heeft zich duidelijk zeer goed georiënteerd en laten informeren over die tijd. De voorwerpen worden bij de namen uit die tijd genoemd evenals het geld, de nu niet meer bestaande gebouwen, kloosters, wegen.
Voor jongeren een goed, helder geschreven, avonturenverhaal waarbij ze in historisch opzicht ook nog wat opsteken. Het zou me niets verbazen als ze na dit boek gelezen te hebben meer over Michiel de Ruyter te weten willen komen. Het verhaal prikkelt daar zeker toe.


ISBN 9026131879 | Hardcover | 200 pagina's | Uitgeverij De Fontein | november 2006
Leeftijd: 11+

© Dettie, december 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer: