Isabel Kuhl
Impressionisme: een feest van licht
De oorsprong ligt in Parijs, een stad in beweging. Onder het bewind van Napoleon III was baron Hausmann degene die Parijs afbrak en weer opbouwde: behalve dat hij zorgde voor een rioleringssysteem en een betere watervoorzienining liet hij hele wijken afbreken om daar boulevards aan te leggen. De Opera verrees, er werden bruggen gebouwd over de Seine, het Bois de Boulogne werd aangelegd. Het was de tijd waarin fotografie zijn eerste stappen zette. En in de muziek waren Ravel en Debussy succesvol, in de literatuur Zola.
Jaarlijks werd er een tentoonstelling georganiseerd waarvoor schilders hun werken konden insturen. Er was een commissie die besliste of het wel of niet opgehangen zou worden. Als je weet dat tijdgenoten de schilderwerken van de impressionisten afdeden als 'te banaal, te snel of te onhandig geschilderd', dan is het niet moeilijk te begrijpen dat het voor hen niet mee viel om tentoongesteld te worden. Galeries bestonden niet, deze Salon was de enige mogelijkheid om gezien te worden.
Op een enkeling na die geld van zichzelf had, hadden de meesten moeite om het hoofd boven water te houden. In 1860 besloot Degas, die zelf bemiddeld was, pogingen te doen om hun werk in een alternatieve tentoonstelling te krijgen, de 'Salon des Refusés'. En nog wat later werden er privé-exposities gehouden en ontstond het galeriesysteem zoals dat nu nog bestaat. Tegen de eeuwwisseling werd het Musée d 'Orsay ter beschikking gesteld. Het is nog steeds het museum waar de meeste impressionisten hangen.
Dit is de achtergrond zoals die ook in het boek verteld wordt. Maar natuurlijk ligt de nadruk op de schilders zelf. Vooral Claude Monet wordt veel genoemd, hij lijkt het boegbeeld van het impressionisme te zijn. Een van zijn bekendste werken (1873) is 'Impression: Soleil Levant' Hij stuurde het werk in voor de tentoonstelling, maar hoewel hij het geschilderd heeft in Le Havre, vond hij dat niet geschikt als titel. De naam die hij toen gaf aan zijn schilderij is de aanzet geweest tot de naam impressionisme.
Isabel Kuhl vertelt in haar boek dat impressionisme niet zozeer een stijl is geweest, maar meer een artistieke tendens. Impressionisten laten indrukken zien: de val van een zonnestraal, zinderend licht, glinsterende luchtspiegelingen. Beelden van het alledaagse leven: een balletzaal, een café, de oever van de Seine. Niet langer vertelt een schilderij een verhaal, niet langer is er sprake van een strak gecomponeerde vlakverdeling.
De levens en werken van andere impressionisten komen voorbij, alsmede werken van zijstromingen: Berthe Morrisot, Renoir, Edouard Manet, Edgar Degas, Paul Cezanne, en nog veel meer. Ook post-impressionisten als Paul Gauguin Vincent van Gogh worden behandeld. Tevens wordt in het kort verteld hoe het in de rest van Europa gesteld was met kunstschilders.
Een aardigheidje nog: kreeg een schilder tijdens zijn leven nog geen 400 Franse Francs voor zijn werk, nu zijn het alleen miljonairs die ze kunnen bekostigen en wordt er voor een Van Gogh, - en niet eens voor zijn bekendste werk!-, vlot 80 miljoen dollar neergeteld.
Een prachtig boek, genoeg informatie, en vooral veel afbeeldingen.
ISBN 9781407577043 | Hardcover | 224 pagina's | Parragon | januari 2009
'mpressionismus: eine Feier des Lichts Vertaald door Nelleke van der Zwan
© Marjo, 09 augustus 2010