Ineke Mahieu

Toon alleen recensies op Leestafel van Ineke Mahieu in de categorie:
Ineke Mahieu op internet:
 

Code M Code M


Het is vakantie. Isabels ouders willen zoals ieder jaar naar Zwitserland. De elf-jarige Isabel schrikt net als haar ouders van het telefoontje dat opa in het ziekenhuis ligt, maar misschien ook wel gelukkig: want als ze naar hem toe gaan, in Maastricht, dan hoeven ze misschien niet naar Zwitserland. Daar heeft ze namelijk weinig zin in.

De reis gaat dus eerst naar Limburg. Toen ze jonger was logeerde Isabel regelmatig bij opa en oma, maar sinds oma overleden is, is ze er eigenlijk niet meer geweest. Jammer, ze vond het er zo leuk! Opa heeft een grote boerderij, net buiten Maastricht. Tante Jackie is er ook met haar zoon Rik. Rik was vroeger ook bij de logeerpartijen, dat was leuk, maar hij is veranderd, en alleen maar bezig met zijn telefoon.
Al snel blijkt dat Jackie en Isabels moeder het niet verantwoord vinden dat opa Ber terugkomt naar de hoeve: ze willen de spullen verkopen en de hoeve ook. Maar dat mag niet, vindt Isabel. En opa Ber vindt dat vast niet goed!

Nu is er een oud familieverhaal: een voorvader zou het zwaard van de beroemde musketier  D'Artagnan in bezit hebben! Misschien kunnen zij, Isabel en Rik, dat zwaard terugvinden... dat is immers veel geld waard. Maar ja, niemand weet waar het is. Opa heeft alleen een geheimzinnig briefje, en verder gelooft eigenlijk niemand echt dat er zo'n zwaard is!

Doordat de lezer intussen ook het verhaal van Stas leest, is bekend dat er sprake is van een zwaard. De tienjarige Stas, een voorouder van Opa Ber, is verzeild raakt tussen de strijders van het Franse leger dat in 1673 Maastricht dreigt in te nemen. Stas leert D’Artagnan kennen, en die belooft hem inderdaad het zwaard. Maar heeft hij het ook gekregen? En waar is het dan nu? En waarom wil die Van der Steen dat opa, of dan in zijn plaats de dochters, zo’n haast zet achter de verkoop?

Een spannende speurtocht van drie kinderen. Isabel en Rik krijgen versterking in de vorm van Jules, kleinzoon van een rijke kasteelheer. De situaties waarin ze terecht komen zijn niet bepaald zonder gevaar: ze dringen verboden terrein binnen, ook de gevaarlijke mergelgrotten!  En die Van der Steen zit hen achterna.

De twee verhalen worden om en om verteld, zodat de lezer tegelijk het spannende avontuur, dat zich nu afspeelt en de geschiedenis van 1673 leest. In 1673, vertelt Ineke Mahieu in een nawoord, viel de Franse koning Lodewijk de Veertiende de Republiek der Nederlanden binnen, samen met de Engelsen. In Maastricht waren het inderdaad de musketiers, met aan het hoofd D’Artagnan, die de stad belegerden. Het is tot op heden onbekend waar deze musketier begraven is. Hij sneuvelde bij Maastricht.

Het verhaal is verfilmd, eigenlijk is dit de ‘verboeking’. In het midden van het boek kun je enkele foto’s bekijken van de film, en op Kasteel Hoensbroek kun je de Code M zelf ervaren.
 


ISBN 9789000323449 | Paperback | 176 pagina's | Van Holkema & Warendorf | mei 2015
Leeftijd vanaf 10 jaar.

© Marjo, 03 augustus 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De jongen met de vulpen De jongen met de vulpen


Het derde jeugdboek van Ineke Mahieu speelt aan het eind van  de negentiende eeuw. De tijd waarin Samuel van Houten het kinderwetje maakte, waarin het verboden werd om nog langer kinderen jonger dan twaalf jaar te laten werken. Helaas regelde hij niet meteen dat die kinderen dan ook verplicht naar school moesten. En er waren ook geen uitkeringen voor arme mensen, die de geringe inkomsten van hun kinderen hard nodig hadden om rond te komen. Tegen deze achtergrond schetst Mahieu het leven van de jongen Pijke, elf jaar, die door zijn stiefvader ‘verkocht’ wordt aan een sigarenmaker. Hij vertelt dat natuurlijk niet tegen zijn stiefzoon en dus denkt Pijke dat hij zijn droom gaat waarmaken daar in de stad, de droom van hemzelf en zijn pas overleden moeder die hem heeft leren lezen en schrijven... De droom is gaan studeren, en een mooi beroep vinden.
Al snel ontdekt hij dat het leven in een stad niet alleen totaal anders is dan wat hij gewend is, maar dat er bovendien weinig vooruitzichten zijn voor een jongen als hij ook al kan hij lezen en schrijven, wat veel leeftijdgenoten niet kunnen.
Bij de sigarenbedrijfje leert hij Sjeng kennen die, als hij een conflict heeft met de baas, de politie inlicht over het feit dat er jonge kinderen werken bij de sigarenmaker. En dan staat Pijke op straat, hij heeft niets meer, en kan nergens heen.
Gelukkig heeft Pijke een helder verstand en overkomen hem gunstige gebeurtenissen. De hoofdpersoon uit dit boek redt het dus wel. Hij krijgt ook nog te maken met de familie Mesdag – Hendrik Mesdag is een beroemd schilder – en alles komt goed.

Het is juist dit zoetige dat je vanaf het begin al in het verhaal voelt dat maakt dat ik vind dat dit boek niet kan tippen aan de eerdere boeken van Mahieu. Natuurlijk is haar schrijfstijl prima in orde en het leest vlot, ook voor kinderen. Daarnaast geeft het ook een goed beeld van het leven in de stad in die tijd, maar ja, dit stukje geschiedenis is al te veel gebruikt voor een boek, er zijn vast feiten te vinden die een interessanter verhaal opleveren.
Een kaart van het oude Den Haag voorin en wat informatie achterin maken het boek af.


ISBN 9789047519362 | Hardcover | 160 pagina's | Van Holkema & Warendorf | september 2011
Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 09 november 2011


 

De jongen met de vulpen De jongen met de vulpen


1874
Pijke Slim woont met zijn moeder en stiefvader op een boerderij. Niet iedereen in het dorp kan lezen en schrijven maar Famke, Pijkes moeder, kan dat wel. Zij schrijft ook brieven voor de dorpelingen als die daarom vragen. Het geld dat ze daarmee verdient legt ze opzij, dat is voor later, voor Pijke. Ze wil dat Pijke verder leert voor advocaat of dokter en Pijke droomt er zelf ook van om verder te leren.
Maar dan overlijdt Famke en de elfjarige Pijke blijft achter bij zijn stiefvader. Deze kijkt nauwelijks naar de jongen om en drinkt en gokt veel. Ook het geld voor Pijkes studie gaat daaraan verloren. Pijke moet meewerken op de boerderij, naar school gaan kan pas weer als alle oogst binnen is. Eten is er nauwelijks meer in huis. Het studeren kan hij wel vergeten, denkt Pijke.
En dan vertelt zijn stiefvader dat hij naar Den Haag mag om een opleiding te volgen bij meneer Emmerdeur!  Pijke is helemaal wild enthousiast, nu kan hij toch verder leren zoals zijn moeder zo graag wilde. Wat stiefvader vergat te vertellen is dat hij opgeleid wordt tot sigarendraaier om zo de schulden die zijn stiefvader bij meneer Emmerdeur heeft gemaakt, af te lossen. De teleurstelling is enorm, het werk is benauwend. Pijke wordt erg in de gaten gehouden, bang als Emmerdeur is dat Pijke wegloopt. Hij mag nauwelijks naar buiten en die ene keer dat het wél mag is omdat Emmerdeur er niet is, maar ook dat wordt geen leuk uitje.
Het enige wat Pijke bezit en koestert is de vulpen van zijn moeder. Zij kreeg deze, samen met een encyclopedie, uit dank, van Sientje Mesdag waar Famke toentertijd als dienstmeisje werkte. Famke had namelijk ooit het leven gered van Klaas het zoontje van Sientje.


Pijke Slim doet zijn naam eer aan, hij is inderdaad slim. Hij leest in de krant dat er een nieuwe wet is waardoor kinderarbeid onder de twaalf jaar strafbaar is geworden. Hij buit deze wetenschap uit bij een politie-inval in het sigarenbedrijf. Pijke en twee broers die ook voor Emmerdeur werken, moeten weg. Maar wat nu? De twee jongens waren juist heel blij met de 'makkelijke' baan. De vader van de jongens heeft een bedrijfsongeval gehad en kan geen zwaar werk meer doen. Hij is erg van het inkomen van de jongens afhankelijk. Nu hebben zij én Pijke helemaal geen inkomen meer.
Door een incident weet Pijke waar meneer van Houten, de man die de kinderwet ingevoerd heeft, woont. Pijke zal hem wel eens vertellen wat voor akelige gevolgen die wet heeft, heel veel mensen hebben daardoor nog nauwelijks te eten.
Deze ontmoeting heeft grote gevolgen...


Opnieuw een prachtig verhaal van Ineke Mahieu. Op de kaft staat dat het een sfeervol verhaal, in de sfeer van Oliver Twist, Alleen op de wereld en Kruimeltje is en dat klopt helemaal.
Ineke Mahieu voert je mee naar de arme buurten van Den Haag waar de vreselijke meneer Emmerdeur heerst over Pijke. Deze krijgt nauwelijks te eten en slaapt op een akelige zolder waar hij via een ladder op moet klimmen. 's nachts haalt Emmerdeur de ladder weg zodat Pijke niet weg kan. Emmerdeur is een grote uitbuiter en betaalt de arbeiders uit in zijn dranklokaal zodat het meeste geld via de drank weer in zijn eigen zak terugkomt. Net als bij Kruimeltje, Remy en Oliver Twist zijn er gelukkig ook goede mensen die zich over Pijke ontfermen en hem een kans geven om verder te komen.

Ineke Mahieu laat via dit boek zien dat het kinderwetje van Van Houten niet voor iedereen een zegen was. Van Houten wilde alle kinderen een betere toekomst geven maar besefte niet dat veel gezinnen het inkomen dat ze mede via de kinderen bij elkaar scharrelden gewoonweg niet missen konden. Er werd dan ook vaak de hand gelicht met de naleving van het kinderwetje zowel door de werkverschaffers als de arbeiders. Toch zorgde datzelfde kinderwetje er voor dat kinderen geen vreselijk gevaarlijk en vuil werk meer hoefden te doen.
Dankzij dit boek steek je veel op van de leefwijze van veel Nederlanders, zowel arm als rijk, aan het eind van de de 19e eeuw. Het bijzondere is dat Ineke Mahieu de sfeer uit die tijd heel goed weet op te roepen door het natuurlijke woordgebruik, de beschrijvingen van het oude Den Haag, het gebruikte voedsel, de kleding, etc.
Een mooi geschreven en boeiend verhaal, een plezier om te lezen.


ISBN 9789047519362 | Hardcover | 160 pagina's | Van Holkema & Warendorf | september 2011
Vanaf 10 jaar

© Dettie, 20 september 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Overal water Overal water


De ramp van 1953, verteld voor de jeugd. (Hoewel…)
Voor wie al het een en ander weet over de Watersnoodramp die vooral Zeeland trof in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953, kan meteen bij het eerste hoofdstuk al zien dat het nog niet zover is. Het is donderdagmiddag 29 januari.

‘die dag was alles nog gewoon’


We maken kennis met Nout en zijn vriendinnetje Jannetje. Nout is de middelste zoon in een groot gezin, waar er nog eentje op komst is. Moeder heeft het er maar druk mee, en omdat haar zus een groot huis helemaal alleen heeft, gaat ze met de andere kinderen, en vader, daar heen. Leen, de achttienjarige broer en Nout blijven alleen achter.
Als de storm de dagen erna in kracht toeneemt en het water zelfs over de dijk slaat, is Nout blij dat de anderen op een droog stuk van het eiland zitten. Want in het dorp gaat het niet goed. De vloedplanken zijn niet toereikend, en omdat zijn opa hem er op gewezen heeft, weet Nout dat de dijkgraaf  niet goed gezorgd heeft voor de dijken.

‘ dat noemt zich dijkgraaf. Hij laat de mollen rustig holen en gangen graven in onze dijken. Ze maken er gatenkaas van, maar hij doet niks. Het kan hem gewoon niets schelen.’


Opa heeft het bij het rechte eind: het water overstroomt het dorp, huizen zakken in elkaar, mensen en dieren verdrinken, het leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
Dat verhaal is bekend.

Wat heel duidelijk is in dit boek is de achtergrond van de ramp: Ineke Mahieu maakt de tegenstelling tussen rijk en arm duidelijk aan de hand van het verhaal van de voetbalschoenen - Nout mag niet mee naar het voetbaltoernooi, omdat hij geen echte voetbalschoenen heeft. Niet alleen de rijke boer dacht dat hij onaantastbaar was en alles kon doen en laten wat hij wilde, ook de geestelijkheid dacht  meer te zijn dan een ander. Mensen als Nouts ouders die niet naar de kerk gaan, kregen vanaf de preekstoel de schuld van de ramp. Er zijn zelfs mensen die anderen verbieden om te helpen, want het is zondag, de dag des heren...
Gelukkig waren er mensen die de mens belangrijker vonden dan de regels. Mensen zoals Leen en Nout in dit boek.
Het is heel goed om de jeugd van tegenwoordig te laten lezen hoe het was in die tijd. Een spannend verhaal over die ramp is makkelijk te maken, maar om dan tussen de regels door weer te geven hoe het zover is kunnen komen, dat heeft de schrijfster heel goed gedaan.

Misschien zijn de –hopelijk talrijke- lezers al wel eens naar Neeltje Jans geweest, dat nu meer een pretpark is dan een informatiecentrum, maar laat hen alsjeblieft niet vergeten hoe het allemaal gekomen is. Het Watersnoodmuseum draagt daar goed aan bij. (http://www.watersnoodmuseum.nl)
Wie dit boek gelezen heeft, kan met eigen ogen gaan bekijken wat voor impact de storm van januari 1953 heeft gehad.


ISBN 9789047513889 | Hardcover | 174 pagina's | Van Holkema & Warendorf | september 2010
Vanaf 10 jaar

© Marjo, 23 februari 2011


 

Overal water Overal water


Na haar mooie debuut De reis van Sjaak Lemère heeft Ineke Mahieu opnieuw een indrukwekkend boek geschreven. Deze keer gaat het over een jongetje dat de watersnoodramp van 1953 meemaakt en zich staande moet zien te houden.


Het verhaal begint op donderdagmiddag 29 januari 1953. De dag dat alles nog gewoon was.

Hoofdmeester Stronk was die middag in de klas geweest. Hij had verteld over het voetbaltoernooi in de paasvakantie. Bussen vol schoolelftallen uit de heel Zeeland zouden naar een groot sportveld in Rotterdam gaan.
'Ik wil alleen jongens met échte voetbalschoenen hebben' had hoofdmeester Stronk gezegd.
Alsof er ook onechte voetbalschoenen bestonden.
Nout had alleen de afgetrapte gymschoenen van zijn grote broer Leen. 'Stom, die regels van Stronk,' mopperde hij. 'Nu kunnen een heleboel jongens niet meedoen.'
'Dat toernooi is alleen voor kinderen van rijke ouders,' zei Jannetje.
Nout knikte, 'Zoals Laurens Hoogerhuis. [...]'


Nout woont in 'Het Buurtje' het dorpswijkje waar mensen wonen die het niet zo breed hebben. Jannetje is zijn buurmeisje. Ze gaan altijd samen naar school maar dit is het laatste jaar, over een paar maanden gaat Nout naar de ambachtschool. Nout weet nu al dat hij de wandelingen met Jannetje zal missen.
Thuis vertelt hij over het toernooi en de voetbalschoenen. Zijn broer Leen (18) vindt het heel raar dat Nout, de beste voetballer van de hele school, niet op zijn gympen mag meedoen maar vader snapt het meteen. Meester wil geen kinderen uit Het Buurtje mee hebben en al helemaal geen kinderen die niet naar de kerk gaan. Diezelfde avond loopt Nout naar bij opa Hidde die in een dijkhuisje onderaan de Hoge Zeedijk woont. Hij probeert bij opa geld los te peuteren voor voetbalschoenen maar dat lukt niet wel hoort hij iets over zijn broer Leen. Iets wat hij nauwelijks kan geloven, zou zijn broer echt smokkelen?
Bij thuiskomst vertelt zijn hoogzwangere moeder dat ze de volgende dag met vader en de kleintjes naar tante Tinus gaan. Zij heeft een groot en warm huis. Na de geboorte van het kleintje komen ze weer terug. Nout en Leen moeten zich maar even zelf zien te redden en Jannetjes moeder is er ook nog.

Dat weekend zal Nout nooit meer vergeten. Als hij vrijdags thuiskomst van school heeft Leen voetbalschoenen voor hem! Ook mag Nout met Leen mee op smokkeltocht, wat een heel spannend avontuur wordt. Zaterdagochtend moet hij eerst nog naar school. Daar wordt hij bij meester Spronk geroepen. Hij wordt beschuldigd van diefstal van het geld voor de voetbalshirtjes... hoe komt hij anders aan die nieuwe schoenen... Nout mag niet mee naar Rotterdam, beslist de hoofdmeester.
Woedend gaat Nout naar opa Hidde maar die luistert nauwelijks. Opa is onrustig, het waait veel te hard en die lamstraal van een dijkgraaf Hoogerhuis kijkt nauwelijk naar de dijken om. De dijkgraaf vindt dat opa overdrijft met zijn waarschuwingen dat het mis zal gaan, dat hij maatregelen moet nemen. Die nacht zal het ook nog giertij (springtij)  worden...
Opa krijgt helaas gelijk, die nacht breken de dijken en heel veel mensen zullen het niet na kunnen vertellen. Die nacht zal later bekend worden als De grote watersnoodramp van 1953.
Nout en Leen proberen de huisraad te redden en de geit en de kippen. Maar het water stijgt en stijgt. Ze weten ternauwernood aan het water te ontsnappen. Daarna doen alle kleine problemen, zoals nieuwe voetbalschoenen of beschuldiging van diefstal er niet meer toe. Ze doen wat ze kunnen om mensen te redden. Ze werken ook uren lang achter elkaar door in de ijzige kou om het gat in de dijk te dichten.
Ondertussen spoken allerlei gedachten door Nouts hoofd. Hoe is het met Jannetje en haar moeder? Hebben zijn ouders de ramp overleefd? Hoe is het met opa Hidde?

Voorin het boek staat een kaartje van het dorp waarin Nout woont. Zo kun je bekijken waar opa woont, waar de school en de kerk is, hoe Nout met Jannetje naar huis loopt enz.
Het is een goed verteld verhaal. Geen vals sentiment maar vrij realistisch gebracht zonder heel gruwelijke details. De burgemeester, dominee en dijkgraaf zijn duidelijk mensen die zich beter voelen dan de dorpelingen. Alle waarschuwingen worden terzijde geschoven. Die burgertjes moeten zich niet zo druk maken... tot het te laat is. Dan zijn ze maar wat blij met die doortastend optredende dorpelingen.
Ineke Mahieu laat zien hoe benepen sommige mensen kunnen zijn. De dominee is weerzinwekkend. Ongelovigen blijven voor hem ongelovigen, het zijn geen mensen in nood...  De burgemeester treedt ook nauwelijks op als burgervader. Je ergert je vreselijk aan deze mensen en je bent blij dat er knapen zijn als Nout en Leen die alles er aan doen om mensen in veiligheid te brengen. Als het boek uit is, hou je een beetje van deze twee jongens.

In een interview vertelt Ineke Mahieu dat ze merkte dat jongeren nauwelijks wisten dat deze ramp heeft plaatsgevonden en dat daardoor Het Deltaplan is ontstaan. Zij wilde deze geschiedenis niet verloren laten gaan en schreef daarom dit boek.
Jongeren die dit lezen krijgen dankzij dit verhaal een goed beeld van de gebeurtenissen voor, tijdens en na de ramp.
Door voor deze vorm te kiezen krijg  je een boeiend, soms zelfs spannend verhaal te lezen dat niet alleen over de ramp gaat maar ook over gewone alledaagse dingen. Daardoor leef je mee en voel  je min of meer hoe het geweest moet zijn. Heel knap gedaan.


ISBN 9789047513889 | Hardcover | 174 pagina's | Van Holkema & Warendorf | september 2010
Vanaf 10 jaarZie ook: http://www.watersnoodmuseum.nl

© Dettie, 16 september 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De reis van Sjaak Lemère De reis van Sjaak Lemère


'Komt dat zien, komt dat zien!' schalde het over de Laan van Meerdervoort. 'Circus Santino! Spanning en sensatie voor groot en klein. Komt dat zien, komt dat zien!


Zo begint het boek over de elfjarige Sjaak die met zijn moeder in Den Haag  woont. Een vader is er niet. Sjaak blijft de hele week kijken naar het affiche en kent alle artiestennamen inmiddels uit zijn hoofd. Maar het zijn de jaren dertig, een financieel slechte tijd in Nederland, en de rest van de wereld. Ook bij Sjaak thuis hebben ze het niet breed maar na Sjaaks enthousiaste verhalen over de optocht door de Haagse straten bezwijkt moeder. Het spaarpotje wordt aangesproken en ze gaan naar het circus. Sjaak en zijn moeder genieten! Het is geweldig. De paarden, de levende kanonskogel, de leeuw met de jonge leeuwentemmer Leo, alles is even mooi. Tot Sjaaks stomme verbazing gaan ze de volgende dag weer naar het circus en de dag erop wéér. Het is de laatste dag dat ze kunnen gaan, vertelt zijn moeder, de dag erop gaat het circus verder. Die avond wordt Sjaak iets duidelijk, zijn moeder is verliefd op Louis, de levende kanonskogel.  Louis stuurt die winter brieven en kaarten en moeder straalt.
Financieel hebben ze het heel slecht die winter. Moeder hoeft steeds minder achter de naaimachine kruipen. De rijke mensen worden armer, ze hebben geen geld meer voor een naaister. Maar geld voor wasvrouwen hebben ze wel. Moeder wast en wast en wast. Het balkonnetje en het trapgat hangt steeds vol wasgoed. Maar ook dat levert uiteindelijk erg weinig op.
Gelukkig komt in de zomer van 1934 het circus weer naar Den Haag en Louis wil dat moeder bij hem komt wonen mét Sjaak! Moeder kan daar werken als kostuumnaaister voor het circus en Louis heeft voor Sjaak grootse plannen... als kanonskogel. Sjaak wil dat helemaal niet, hij wil kunstenaar worden, hij kan prachtig tekenen. Maar helaas Sjaak moet mee. Zijn oom Wim, die heel graag wilde  dat Sjaak bij hem en tante Hèlene kwam wonen geeft als afscheidscadeau een prachtige kist met teken- en schilderspullen. Sjaak weet dan nog niet hoe hard hij die kist nog nodig zal hebben en hoeveel die kist voor hem zal gaan betekenen.
Sjaak wordt dikke vrienden met Leo, de leeuwentemmer, nu zonder leeuwen, die maar een paar jaar ouder dan Sjaak is. In feite vindt Sjaak het circusleven wel fijn, iedereen is erg aardig voor hem,  alleen die Louis... De man wil maar steeds dat Sjaak samen met hem optreedt en Sjaak voelt daar niets voor. Eén keer als kanonskogel optreden was genoeg. Maar Louis blijft maar aandringen, hij wil naar Amerika met hem en zijn moeder. Uiteindelijk begrijpt Sjaak waarom Louis dat zo graag wilt en komt hij voor een erg moeilijk te nemen beslissing te staan.

Dit debuut is geweldig goed geschreven. De sfeer tussen moeder en zoon en later in het circus is bijna tastbaar. Sjaak beseft onmiddellijk dat door de verliefdheid van zijn moeder alles zal veranderen en hij houdt er rekening mee. In korte tijd groeit Sjaak uit tot een jongen die goed weet wat hij wil en daar ook de consequenties van inziet. Ineke Mahieu heeft uitstekend en af en toe met humor de gedachtes van de jongen weergegeven. Het had  een sentimenteel verhaal kunnen worden maar de schrijfster weet  precies de juiste toon te vinden zodat je je goed kunt verplaatsen in Sjaak. De slungelachtige Leo sluit je ook onmiddellijk in je hart evenals de hele circusfamilie.
Het is een heel mooi verhaal dat je nog lang zal bijblijven. Knap debuut!


ISBN 9789047510963 | Hardcover | 175 pagina's | Van Holkema & Warendorf | oktober 2009
Vanaf 11 jaar

© Dettie, 07 september 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De reis van Sjaak Lemère De reis van Sjaak Lemère


We hebben er weer een prachtschrijfster bij! Als je eenmaal begint te lezen in dit boek wil je het niet meer wegleggen. Het verhaal sleept je mee, de hoofdpersoon is je vriend, je houdt je hart vast bij de avonturen die hij meemaakt. Prachtig debuut!
De kleurrijke omslag spreekt al meteen aan: een ouderwetse bus, een strand, en een kind dat een schelp bij zijn oor houdt.  Dat het over een reis gaat zegt de titel al, maar je slaat het boek open bij een kaart, waarop je al kunt zien hoe die reis zal verlopen. En dan begin je te lezen: hé, het gaat over een circus! Leuk! Je gaat er eens goed voor zitten.


Zo leert de lezer de elfjarige Sjaak kennen, die met zijn moeder in Den Haag woont. Het is 1932, de slechte tijd voor de tweede wereldoorlog. Zij hebben het niet breed, maar Sjaaks moeder zwicht toch voor zijn  smeekbede om toch eens naar de voorstelling van circus Santino te gaan. Vreemd genoeg wil ze de volgende dag weer, en dan nog een keer, Sjaak vindt het best, hij geniet van het circus. Maar als ze na afloop weer naar huis moeten, zegt zijn moeder dat ze haar tas vergeten is en ze loopt de tent weer in. Sjaak wacht en wacht. Hij snapt nog niet wat er gebeurd is: zijn moeder is verliefd geworden op een van de artiesten: de levende kanonskogel, Louis, en dat houdt weer in dat hun leven in Den Haag voorbij is.
Als het circus een jaar later terugkomt, verandert het leven helemaal. Ze gaan met het circus mee. Zal hij dan het geliefde strand bij Scheveningen nooit meer terug zien? Sjaak is er niet blij mee, Louis is helemaal niet zo
aardig. Sjaaks oom en tante vinden het ook niks, maar er valt niets aan te doen. Ze geven hem een schilderskist mee als ze afscheid nemen. Want daar is Sjaak goed in: hij kan erg goed tekenen, en dat zal hem nog van pas komen bij het avontuur dat hij tegemoet gaat.
Hij leert Leo kennen, wiens droom het is om een echte leeuwentemmer te worden. Maar er zijn geen leeuwen meer in het circus, en ook geen olifanten.
De mensen worden gelokt met het nummer van Louis: de levende kanonskogel. En nu wil Louis dat Sjaak ook een kanonskogel wordt! Aan zijn moeder heeft Sjaak niets meer: die is alleen maar verliefd. Gelukkig worden  hij en Leo beste maatjes, en ze vinden warempel een manier om de circusdirecteur tevreden te stellen: een nummer met een zeehondje!
Maar Louis is er erg op gebrand om met een nieuwe act, samen met de jongen, te komen. Hij wil gevraagd worden om met een circus naar Amerika te gaan, en hij laat het zeehondje verdwijnen. Als Sjaaks moeder hem dan vertelt waarom Louis naar Amerika wil, moet de jongen een moeilijke beslissing nemen.

Dit verhaal is met vaart en humor geschreven. Het is gebaseerd op een historisch gegeven, maar tegelijk is het verhaal heel eigentijds. Het gaat over vriendschap en over het groot worden van een kleine jongen, om nu niet meteen met een groot woord als ontwikkelingsroman te komen. Maar dat is het wel natuurlijk. Het kan haast niet anders dan dat dit kinderen aan zal spreken, ik denk zomaar dat juffen en meneren dit boek graag zullen voorlezen aan hun klas!

'Toe nou, Jacques,' Zijn moeder klonk een beetje boos. 'Je bent een jongen. Je moet je toch eens als een grote vent gaan gedragen. Dat vindt Louis ook.'
Sjaak keek sip. 'Louis praat hard. Hij schreeuwt.'
'Daar moet je nog aan wennen. Louis heeft een grote mond maar een klein hartje. Hij heeft het beste met je voor. Denk je eens in, we krijgen een huis op wielen. We gaan naar Parijs. We zullen de wereld zien.'
Antwerpen is ver genoeg, denkt Sjaak.


's Avonds zat de circustent vol. Iedereen wilde zien hoe de kleinste levende kanonskogel ter wereld zou worden weggeschoten. Het duurde een eeuwigheid voordat de circusdirecteur eindelijk het laatste nummer aankondigde.
'Dames en heren, dit is nog nooit eerder vertoond! Vanavond presenteert circus Santino speciaal voor u een ongekend sensationele act. De kleinste levende kanonskogel ter wereld zal met een onmetelijke kracht worden afgevuurd!'
Achter het voordoek stond Louis al klaar, met Sjaak bibberend achter hem. Hij hoorde zijn moeder kreunen.
'Onmetelijke kracht? O, mon petit, wees voorzichtig.'
Sjaak voelde zijn buik draaien. Toen trok Louis hem de piste in. De toeschouwers rekten hun nekken om niets te hoeven missen. Was die kanonskogel werkelijk zo klein? Nauwelijks twaalf leek hij. Waarom droeg dat kind geen helm? Zou het allemaal wel goed gaan? Och, kijk toch eens hoe bang die knul is. Louis gaf Sjaak een kontje, zodat hij in de opening van de loop kon klimmen. Het kanon stond schuin omhoog gericht. Sjaak liet zich voorzichtig in het donkere gat naar beneden glijden. Hij klappertandde van angst.
'Laat zien wat je durft. Laat zien wat je durft. sprak hij zichzelf moed in. Hij hoorde het geroezemoes in de tent verstommen. De trommels roffelden. Sjaaks hart bonkte. Hij wilde eruit. Eruit kruipen nu het nog kon. Detrommels vielen stil. Er klonk alleen nog het geluid van de knetterende lont op het kanon.
'Help,' gilde Sjaak zo hard hij kon. Toen voelde hij een zware dreun door zijn hele lichaam, gevolgd door een luide knal. Hij werd met een enorme kracht het kanon uit geblazen. Daar vloog hij.


ISBN 9789047510963 | Hardcover | 174 pagina's | Van Holkema & Warendorf | oktober 2009

© Marjo, 28 februari 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: