Helena Rentmeester
Pont du Gard
Een vrouw kijkt op een dag uit haar raam haar achtertuin in en ziet er een man staan..Ze is verbaasd maar niet meer dan dat. De man straalt uit (?) dat hij niet gevaarlijk is, hij lijkt zelf ook niet te weten wat hij daar doet. Julia haalt de man binnen, het is januari. Koud. En hij is daar niet op gekleed. Tot haar verbazing spreekt de man een taal die ze herkent als Latijn. Dat heeft ze zelf op aandringen van haar vader (dank je wel, Pa!) moeten leren, dus ze kan met hem communiceren. Ze verneemt dat de man een Romein is, Decimus heet en uit Nimes (Nemausus) komt.
Ze kan niet anders dan hem geloven, maar ze haalt wel de pastoor, Mark, erbij. Die spreekt beter Latijn. Gaandeweg komen ze erachter dat de man bouwmeester was, en dat hij in Nimes was omdat hij door zijn vader weggestuurd was uit Ostia. Hij heeft in de Pont du Gard, een oud Romeins viaduct, een geheim verstopt. (Toen was het een nieuw viaduct dus) En ineens was hij ergens anders, in een wereld waar hij niets kent, begrijpt en de mensen niet verstaat.
Natuurlijk is hij een curiositeit. Hoe Julia hem ook probeert af te schermen van de buitenwereld, dat lukt niet...
Het is een onwaarschijnlijk verhaal, maar... Helena Rentmeester komt er wel mee weg. Het leest als een trein, en de kleine onregelmatigheden zijn haar vergeven. De scepsis die ik toch wel had na de eerste pagina's verdween helemaal. Totdat ze er een geloofwaardig eind aan probeert te maken. Dat had ze rustig weg kunnen laten, nu is er ineens opnieuw de scepsis...
Maar het was wel leuk om dit boek te lezen!
ISBN 9085690293 | Ingenaaid | 400 pagina's | Elbertinck Uitgevrij | oktober 2006
© Marjo, februari 2007
Pont du Gard
Op een koude morgen in januari ontdekt de alleenstaande schrijfster Julia Valkenier dat er een vreemde man in haar achtertuin staat. Met zijn linkerhand leunt hij tegen een boom, alsof hij houvast zoekt. Hij lijkt volkomen verloren en niet op zijn plaats. Na een korte aarzeling overwint ze haar vrees en vraagt hem binnen te komen. Hij heeft duidelijk nog nooit een huis als het hare van binnen gezien.
Deze vreemde man blijkt Latijns te praten. Julia spreekt wel een beetje gymnasium-Latijn maar niet goed genoeg om alles te begrijpen. De man heet Decimus Publicius Cascus, langzamerhand wordt het haar duidelijk dat het een Romein is uit 70 na Christus! Geboren in Italië maar woonachtig in Nimes, hij is architect en vertelt over zijn werk en over zijn favoriete bouwwerk, het aquaduct van Nemausus, tegenwoordig Pont du Gard genoemd.
Decimus staat versteld van alle luxe, de kraan bijvoorbeeld, hij wil weten hoe het systeem werkt, hij staat verbaasd van de verwarming, het licht, alles...
Julia besluit pastoor Mark Lichters te vragen langs te komen, hij kan in ieder geval beter Latijns spreken dan zij en zo misschien meer te weten komen over Decimus. Aanvankelijk gelooft Mark natuurlijk niets van het verhaal maar hij raakt al snel overtuigd. Beiden weten dat Decimus beschermd moet worden. Als de pers of wetenschappers lucht zouden krijgen van het bestaan van Decimus dan zou hij geen leven meer hebben. Hij zou allerlei onderzoeken moeten ondergaan en een speelbal van hen worden
De weken verstrijken en langzamerhand raken Julia en Decimus aan elkaar gewend. Decimus heeft het erg moeilijk, mist zijn familie en Julie heeft enorm medelijden met hem maar weet ook niets om de situatie te kunnen veranderen. Decimus heeft ook geen idee hoe hij in Julia's tuin beland is, er is geen enkel aanknopingspunt.
Voorzichtig wagen ze zich naar buiten en Decimus gaat dan door voor een Italiaanse vriend, Mario genaamd. Als ze op een dag naar Nijmegen gaan waar een Romeinse tentoonstelling is verraad Decimus zich. Onmiddellijk worden ze lastig gevallen door een man die achteraf Gerard Leemans blijkt te heten. Leemans is een uit de gratie geraakte historicus. Vanaf die tijd is het met hun rust gedaan. Leemans wil kost wat kost contact met Decimus. Hij heeft zo zijn eigen redenen en is bereid heel ver te gaan om de Romein te spreken te krijgen. Mark blijkt een zeer goede vriend en probeert uit alle macht Julia en de Romein te helpen. Het probleem is, wie is wel of niet te vertrouwen...
Duidelijk is dat Helena Rentmeester een gedegen kennis heeft van de Romeinse tijd. Zeer apart is ook dat ze de Nederlandse plaatsen waar Romeinse vondsten zijn gedaan er in betrekt evenals het Duitse Xanten.
Het verhaal is erg afwisselend, het enige minpuntjes vond ik dat mensen wel makkelijk, bijna nonchalant, reageerden op het verhaal van Decimus. Alsof het heel gewoon is dat er een Romein uit 70 na Christus in het heden rondloopt. Maar buiten dit kleine minpuntje heeft Helena Rentmeester een zeer prettig leesbaar verhaal geschreven met verrassende vondsten. Ze maakt het nergens nodeloos moeilijk, het is een leuk, soms spannend, soms humoristisch, soms ontroerend verhaal waarin het heden en verleden knap vermengd worden.
ISBN 9085690293 | Ingenaaid | 400 pagina's | Elbertinck Uitgevrij | oktober 2006
© Dettie, december 2006