Eveline Stoel
Asta's ogen
Eveline Stoel
Dit is zo'n boek dat je in feite niet moet bespreken maar moet lezen.
Eveline Stoel is de aangetrouwde kleindochter van Asta Hoyer. Zij verbaasde zich over de hechte familiebanden en bovenal over Asta die als een vrouwelijke Marlon Brando de familie 'regeerde'. Zij was de peetmoeder. Eveline Stoel wilde meer weten over deze bijzondere vrouw en begon vragen te stellen, ze wilde de geschiedenis van de familie vastleggen.
'Eigenlijk zou iemand eens een boek moeten schrijven over deze familie, dacht ik vaak, want hun verhaal is ongetwijfeld het verhaal van vele Indische families. Juist in een tijd waarin de term integratie synoniem lijkt te zijn voor maatschappelijke problemen, valt op hoe geruisloos de Indische Nederlanders opgingen in de Hollandse samenleving. Verliep hun integratie echt zo vlekkeloos als alom wordt aangenomen? Waarom lukt Indo's wel wat andere bevolkingsgroepen maar niet lijkt te lukken? Zijn ze achteraf blij met hun snelle integratie? Hoe Indisch voelen ze zich nog na al die jaren? En wat is de reden achter dat beroemde 'Indische zwijgen?'
Pas toen Evelien Stoel in verwachting was dacht ze, ik moet dat boek zelf maar eens gaan schrijven. Ze kon dan de vragen stellen met als excuus dat haar kind meer over zijn wortels te weten kon komen. Gelukkig bleek de familie coöperatiever dan ze verwacht had zodat uiteindelijk dit uitzonderlijke boek tot stand kon komen.
Asta werd geboren op 2 augustus 1917 en groeide aanvankelijk op in een rijk gezin. In Nederlandsch-Indië was bij een geboorte altijd de eerste vraag hoe blank het kindje was. Hoe blanker hoe beter. Asta was redelijk blank. Het gezin had baboes (bedienden) en alles werd voor Asta gedaan. Op school krijgt ze les in het Nederlands, koninginnedag wordt uitbundig gevierd. Kortom, het gezin is erg op Nederland gericht. Asta voelde zich onderdaad van het Koninkrijk der Nederlanden. Maar met de dood van haar vader verandert alles. De rijke grootouders van vaderskant waren toch al tegen het huwelijk en met de dood van hun zoon wordt hun schoondochter met hun vier kleinkinderen aan de kant geschoven. Bovendien blijkt het pensioen dat Asta's moeder krijgt erg laag. De luxe tijden zijn voorbij.
Op zestienjarige leeftijd ontmoet Asta haar vroegere speelkameraadje weer, George Hoyer, haar mooie ogen spreken hem zeer aan. In 1936, op negentienjarige leeftijd, trouwt Asta met de toen drieëntwintjarige George. Ze hebben een mooi leven, George heeft een goede baan, kunnen alles kopen wat ze willen en wonen in een mooi groot huis. René wordt geboren maar na een maand sterft het kind aan een voedingsstoornis. In de zomer van 1938 krijgt het stel opnieuw een zoon, Donovan Rinaldo Hoyer. Dono genoemd. Het geluk lacht het stel weer toe maar in de wereld is alles niet zo rooskleurig. Hitlers opkomst, blijft niet onopgemerkt. De nationalisten in Nederlands- Indië laten steeds vaker hun stem horen maar ach, alles leek zo ver weg voor Asta. Alleen George en John, Asta's jongere broer spraken wel eens over politieke kwesties.
Maar 7 december 1941 was na de aanval van Japan op de Amerikaanse vlootbasis bij Pearl Harbour, de oorlog met Japan een feit. Asta reist met man en inmiddels twee kinderen terug naar Soerabaja. George moest deelnemen aan de strijd en Asta wil bij haar familie zijn. Ze gaan wonen in een Javaanse wijk in een piepklein huisje.
'In rap tempo verdween de wereld waaraan Asta en haar familieleden gewend waren. De Nederlandse taal werd verboden en vervangen door Maleis; radio's werden verzegeld omdat alleen Japanse propagandazenders nog beluisterd mochten worden. Asta's zoontje Dono kon niet meer naar school, want Europese scholen en overheidsgebouwen gingen dicht, christelijke feestadegn werden afgeschaft.; de Japanse jaartelling werd ingevoerd en de klok werd anderhalf uur vooruitgezet, zodat hij synchroon liep met die in Tokio. De kolonie behoorde nu toe aan Japan en alles wat herinnerde aan de westerse aanwezigheid, diende zo snel mogelijk uit het straatbeeld te verdwijnen. Ook de Europeanen zelf. Nederlandse militairen werden krijgsgevangenen gemaakt en als dwangarbeider tewerkgesteld...
Hollandse mannen, vrouwen en kinderen werden in kampen geplaatst. Kortom, alles stond op zijn kop. Nederlands- Indië zoals Asta dat kende bestond niet meer. Asta als Indo-Europese moest zich nu zo Aziatisch mogelijk gedragen wilde ze niet in een kamp terecht komen. Zij en haar familieleden werden buitenkampers. George deed zich voor als Javaan wat hem goed lukte, ook zorgde hij door allerlei handeltjes voor eten. De familie sleept zich zo goed en zo kwaad als het gaat door de oorlog heen en 15 augustus 1945 geeft Japan zich over nadat Amerika atoombommen heeft laten vallen op Hiroshima en Nagasaki. De bevrijdingsvreugde is van korte duur. Twee dagen later wordt de onafhankelijke Republiek Indonesië uitgeroepen door Ahmed Soekarno en Mohammad Hatta. In de tijd die volgde raakten Europeanen vogelvrij. De Bersiap periode breekt aan. Asta en haar familie kunnen zich niet op straat vertonen, ook zij zullen dan afgeslacht worden. Ze worden van voedsel voorzien door een Chinees echtpaar. De Bersiaptijd duurt drie maanden. 10 november 1945 vond de slag om Soerabaja plaats. Pas na een vreselijke en bloedige strijd keert de rust een beetje weer. In februari 1946 namen de eerste Nederlandse troepen het gezag over van de Britten. met man en macht werd gewerkt om Soerabaja in haar oude luister te herstellen. Buiten Soerabaja werd nog flink gevochten en dit resulteerde in november 1946 in een akkoord tussen Nederland en de Indonesische republikeinen.
Asta en George proberen ondertussen met hun inmiddels vier kinderen een nieuw bestaan op te bouwen. Stukje bij beetje keerde het goede leven terug. Maar twee politionele acties en herovering van Java door Nederlandse militairen en het arresteren van de republikeinse regering verder wordt op 27 december 1949 officieel het gezag aan De Verenigde Staten van Indonesië overgedragen en moet Asta en haar familie ondergedeeld worden in Indonesische of Nederlandse nationaliteit. Asta wil naar Nederland, George pertinent niet.
En dan in 1952 overlijdt George en blijft Asta achter met zeven kinderen. Tweeënhalf jaar later vetrekt Asta met haar familie naar Nederland. Vanaf die tijd praat Asta niet meer over Indië. We moeten vooruit! is haar leus.
Zoals zoveel Indische mensen wordt ze met haar kinderen opgevangen in een pension om later een woning in Oss te krijgen. Daar is haar leven heel anders, niet makkelijk, en het kost haar enorm veel moeite om het hoofd boven water te houden. Als een van de weinige Indische gezinnen in die plaats worden ze natuurlijk erg in de gaten gehouden. Soms provoceren de kinderen daardoor wat problemen oplevert, maar Asta weet met haar gastvrijheid, en mooie ogen, toch de inwoners van Oss voor zich te winnen hoewel ze erg op zichzelf is. Het gezin blijft hecht en Asta blijft de spil van de familie. We volgen Asta's roerige leven tot haar dood, waar natuurlijk al haar kinderen bij aanwezig zijn.
Dit is in heel grote lijnen het verhaal. Maar het boek is veel meer dan dit. Wat Eveline Stoel heel knap heeft weten te doen is de Nederlands-Indische geschiedenis met het leven van Asta en haar gezin te verweven.
Als het nodig is vertelt zij over de plaatselijke politieke sitatie en wat er in de wereld aan de gang is om daarna weer verder te kunnen gaan met het verhaal over Asta. Judith Koelemeijer deed met haar boek 'Het zwijgen van Maria Zachea' iets dergelijks maar daar waren de kinderen van Maria stuk voor stuk aan het woord. Eveline heeft ook veel gesprekken gevoerd maar heeft alle gesprekken en toelichtingen tot één verhaal gemaakt. Als je het uit hebt blijf je een tijdje stil om het leven van Asta te overdenken. Wat een vrouw!
Maar ook denk je; wat een mooi boek! Zeer zeker een aanrader, voor mij een boek dat absoluut op de shortlist van de Academia debutantenprijs moet komen.
ISBN 9789038893235 | Paperback | 350 pagina's | Nijgh & Van Ditmar | mei 2010
© Dettie, 02 juli 2010