Erich Maria Remarque
Van het westelijk front geen nieuws
De schrijver zegt als inleiding:
"Dit boek wil noch een aanklacht noch een bekentenis zijn. Het wil alleen een poging wagen verslag uit te brengen over een generatie die door de oorlog vernield werd, ook wanneer het haar was gelukt aan de granaten te ontkomen"
Dat is gelukt, verslag uitbrengen, over alle gruwelen die een oorlog, en speciaal de eerste wereldoorlog, met zich mee brengt. Zakelijk wordt beschreven hoe het leven in de loopgraven aan het front is, maar vooral hoe de dood is. De soldaten doen wat ze moeten doen, lijken geen emoties te hebben, ze stellen geen vragen, ze doden. Zeven jongens worden uit hun opleidingsklas naar het front gestuurd, de een na de ander sneuvelt. Schreeuwende paarden, enorme lijkratten, uiteengereten lichamen, alles komt voorbij.
Als de verteller een Franse soldaat neersteekt die zwaargewond naast hem neervalt, komt hij tot de volgende overdenking:
"Pas nu zie ik dat je een mens bent als ik. Ik dacht aan je handgranten, aan je bajonet, en aan je wapens;- en nu zie ik je vrouw en je gezicht en wat wij gemeen hebben. Vergeef me, vriend! We zien het altijd pas als het te laat is. Waarom houden ze ons niet telkens voor dat jullie net zulke arme drommels zijn als wij, dat jullie moeders net zo bezorgd zijn als de onze, en dat wij dezelfde angst voor de dood hebben, op dezelfde manier sterven en dezelfde pijn lijden;- vergeef me, vriend, hoe kon je ooit mijn vijand zijn?"
Het is een boek dat ik af en toe weg moest leggen, het confronteert je met het ergste, oorlog. De eerste wereldoorlog, maar het gebeurt immers in iedere oorlog.
(Op 31 januari 1929 publiceerde Remarque zijn Im Westen nichts Neues. Reeds op 18 april van datzelfde jaar verscheen bij Erven J. Bijleveld de eerste vertaalde editie ter wereld van deze fameuze anti-oorlogsroman. Alleen al van de Nederlandse uitgave werden er in de eerste jaren na verschijnen meer dan honderduizend verkocht, tot de bezetter het boek in 1940 in beslag nam.)
ISBN 9061318998 | Paperback | 203 pagina's | Uitgeverij Erven J. Bijleveld | november 2004
© Marjo, mei 2005