Emiel de Wild

Toon alleen recensies op Leestafel van Emiel de Wild in de categorie:
Emiel de Wild op internet:

 

Wie ik ben Wie ik ben


Toen Rico op een dag een werpster door de gang van de school gooide, wisten Jeroen en Willem: zij moesten er ook een.
Jeroen heeft zijn vriend beloofd dat hij er voor zou zorgen. En hij heeft ze!

Maar als hij op school aankomt, blijkt dat de dag niet gaat verlopen als andere maandagen. Ze zouden moeten beginnen met een blokuur gym, maar op het rooster staat dat 2B naar lokaal 35 moet. Het lokaal van meneer Fransen. Die draait er niet om heen: als alle leerlingen in het lokaal zijn, brengt hij het slechte nieuws: hun klasgenoot Jelmer is dood. Hij heeft zelfmoord gepleegd.

Jeroen is geschokt, net als Willem. Net als de andere klasgenoten. Maar die hebben geen idee dat het voor de jongens anders ligt. Als zij al iets van de pesterijen weten, dan zeker niet van hetgeen waar de drie jongens de laatste dagen mee bezig zijn. En waar ze hun werpsterren voor zouden gaan gebruiken! Ze waren een website aan het maken over Jelmer, en dat zou bepaald geen prettige verrassing geweest zijn.

De leerlingen van 2B worden naar huis gestuurd, met een brief voor de ouders. Maar voor hij die brief kan geven, voor hij kan vertellen waarom hij zo vroeg uit school is, ziet hij dat er bezoek is. Een vreemde vrouw zit op de bank. En dan blijkt dat zijn actie waarbij hij de werpsterren buit heeft gemaakt gefilmd is. Zijn misdaad moet geregeld worden, en over Jelmer heeft hij het niet. Nog niet. Niemand mag iets weten van hun gepest. Hij neemt contact op met Willem, ze wissen de filmpjes. Maar wat ze niet kunnen wissen is het schuldgevoel. Waarom heeft Jelmer het gedaan? Kwam het door de pesterijen?

Het verhaal speelt zich af in een week. Het begint met het nieuws van de zelfmoord, en laat daarna de worsteling zien van de pestkop Jeroen. Zijn  enorme schuldgevoel. Zijn pogingen om het te vergoelijken, anderen mee te laten delen in de schuld. De reacties van zijn ouders, als ze begrijpen wat er speelde tussen Jelmer en Jeroen: zijn vader met zijn zakelijke en juridische kijk op de zaak helpt zijn zoon natuurlijk helemaal niet. Maar of zijn moeder het op haar manier wel lukt de jongen te helpen? Leeftijdgenootjes dan? Willem? Rico?
Het verhaal, dat van een dader, wordt verteld in de ik-vorm. Het is geen afgerond geheel. En dat is mooi gedaan, een verhaal als dit is nooit af, een schuldgevoel als dit neem je je verdere leven mee.

Emiel de Wild debuteerde in 2013 als jeugdboekenschrijver met ‘Broergeheim’, dat bekroond werd met een Zilveren Griffel en de Debuutprijs van de Jonge Jury.


ISBN 9789025865764 | Hardcover | 176 pagina's | Uitgeverij Leopold | juni 2015
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 03 april 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Broergeheim Broergeheim


Joeri, elf jaar, is helemaal van slag als van de ene dag op de andere zijn oudere broer Stefan verdwijnt. Dat betekent, nu het net zomervakantie is, dat al zijn plannen om lekker samen te gaan zwemmen of door het bos te zwerven, niet doorgaan. Erger nog: Joeri wordt door zijn ouders naar opa en oma gebracht.

‘Moet Stefan niet mee?’ vroeg ik. Mam was te druk met de spullen in de auto leggen. Pap keek me aan en zei niks. Zijn ogen waren een beetje rood. Had hij gehuild?’


Waarom zeggen ze niets? Wat is de reden dat ook opa en oma het niet hebben over Stefan? Waar is hij? Hij kan hem toch wel bellen?
Maar Stefans telefoon staat uit. En als de tijd verstrijkt wordt het zwijgen alleen maar groter. Joeri begrijpt er niets van als ze nog gaan verhuizen ook. Hij kan niets met zijn vragen, niets met zijn eigen gevoelens, en hij gaat brieven schrijven. Brieven naar Stefan, die hij niet kan versturen, want als je niet weet waar iemand verblijft, is dat lastig.

Het zijn de brieven waaruit dit boek bestaat. Verdeeld in perioden: uit de eerste klinkt opperste verwarring; in de tweede, langste periode, wordt het brieven schrijven aan een broer steeds meer het idee van een dagboek. We lezen hoe Joeri blijft zoeken, hetgeen leidt tot ruzies; hoe zijn ouders duidelijk ergens mee zitten, maar blijven volharden in het zwijgen, hoe zijn moeder haar houvast verliest en dat gaat zoeken in de kerk.

‘Ik wil Stefans spullen zien,’ riep ik. Ik rende haar achterna.
‘Je kunt zoveel willen,’ zei mam. Haar stem bonkte mee met haar voeten op de trap. ‘Ik zou bijvoorbeeld willen dat dat jij met je tengels van mijn spullen afblijft. Maar dat doe je ook niet.
’Moet jij zeggen,’ zei ik, ‘jij verhuist mijn hele leven zonder iets te vragen.’
‘Ik hoef jou niks te vragen,’ zegt zij. ‘Dat hoeven moeders niet.’


Joeri vindt steun bij Lonneke, die zich opwerpt als Joeri’s vriendinnetje, ze helpt hem bij de speurtocht maar gaat daar erg ver bij.
Als dan eindelijk verteld wordt wat er aan de hand is, volgt een briefloze periode.
Maar na een jaar schrijft Joeri opnieuw. Het zijn brieven die gelezen worden door Stefan. Dat weten we door een allereerste brief, die aangeeft dat de rest ongeopend zou blijven als het niet de oudere broer was die ze las. Het zijn overtuigende brieven met een ontwikkeling, niet alleen het ouder en wijzer worden van de schrijver, maar ook het langzaam overgaan in dagboekschrijfsels, waarbij de broer minder de aangesprokene is. Stefan wordt een ‘lieve Kitty’. Dat verandert later weer.
Dit verloop maakt het verhaal erg realistisch, je voelt als het ware wat de jongen doormaakt. Maar door zijn verhalen voel je ook dat de ouders een groot probleem hebben. Ze hebben een keuze moeten maken, waarvan zij dachten dat het de goede was. Maar het blijkt een onmogelijke keuze.

Dit boek is een debuut van Emiel de Wild ( 1978, Driel ), docent drama en toneelregisseur. Hij geeft ook schrijfcursussen.
Dat hij kan schrijven heeft hij met dit mooie debuut bewezen!


ISBN 9789025862046 | Paperback | 167 pagina's | Uitgeverij Leopold | april 2013
Leeftijd vanaf 11 jaar

© Marjo, 21 april 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: