Dolf Verroen

 

De prins op het witte paard De prins op het witte paard


De prins in dit prentenboek is een echte prins zoals mensen denken dat een prins hoort te zijn. Hij heeft een fiets met vierenzeventig versnellingen, een garage vol mooie auto's, een stal met prachtige paarden en viert elke dag feest. De prins vond zelf ook dat hij een heerlijk leven had.

Maar dan komt de dag waarop zijn ouders hem zeggen dat hij een vrouw moet zoeken. Ze hebben een prinses voor hem uitgezocht en de prins springt op zijn witte paard en vertrekt. Onderweg komt hij allemaal prinsessen tegen en allemaal denken ze, wat een leuke prins, tot hij iets doet wat hun niet aanstaat. Ook de prinses die zijn ouders hebben uitgezocht wil hem niet. De prins is er helemaal verdrietig van, hij huilt tranen met tuiten, zou echt geen enkele prinses met hem willen trouwen?

Een grappig sprookje dat ingaat op het gezegde 'de prins op het witte paard' ofwel 'de ideale man waar vrouwen van dromen. Het blijkt dat die prins eigenlijk heel gewoon is en bijvoorbeeld ook windjes laat en in zijn neus peutert. Hij valt daardoor steeds van zijn voetstuk want een échte prins doet zoiets niet, denken alle prinsessen. 

De afbeeldingen van Thé Tjong-Khing zijn zoals altijd bijzonder. De kleuren van de illustraties worden aangepast aan de stemming van de prins. Als de prins vrolijk is dan is zijn omgeving ook in heldere vrolijke kleuren weergegeven, maar als de prins heel verdriet is dan 'treurt' de omgeving mee. Alles is dan in donkerder kleuren. Gelukkig eindigt het verhaal in stralend blauw en wit!

Dit prentenboek is uitgegeven door Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse boek in het kader van de Kinderboekenweek 2011 en is bedoeld voor kinderen die nog te jong zijn voor het Kinderboekenweekgeschenk.


ISBN 9789059651326 | Hardcover | 28 pagina's | Stichting CPNB | oktober 2011
Leeftijd: 3+

© Dettie, 10 oktober 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Slaaf kindje slaaf Slaaf kindje slaaf


Dit verhaal gaat recht je hart in…

Het is het verhaal van een rijk, blank meisje dat op haar verjaardag een slaafje krijgt. De manier waarop ze er mee om gaat, natuurlijk, ze weet niet beter, alle blanken doen dat zo, maar het is schokkend om dat zo te lezen. Zeker als je bedenkt dat het een kinderboek is.

Het meisje, Maria, heeft geen enkele gedachte over wat ze doet. Ze is alleen maar bezig met zichzelf en ziet Koko, of de andere slaven helemaal niet als mensen. Dàt is het schokkende er van: Verroen laat alleen haar aan het woord, er is dus geen algemene verteller die het verhaal zou kunnen nuanceren. Ook de andere kant van het verhaal, vanuit een slaaf, lezen we niet. Juist dat maakt het erg indringend.

Het enige verzachtende zijn de tekeningen, die het boek toch tot een echt kinderboek maken. Mooie sfeervolle tekeningen. En toch: het was zo, wat is er mis mee om een kind anno nu aan het denken te zetten? Te laten weten  en waarschijnlijk ook voelen, hoe het was? Misschien is het wel aan te bevelen om samen te lezen, er over te praten.

Hieronder een stukje zoals het boek er uit ziet. De regels zijn kort met witregels ertussen.

De tafel was prachtig gedekt.

Het kaarslicht glansde in de glazen,

de borden leken wel van goud

en overal geurden bloemen.

Papa schoof mijn stoel uit,

zodat ik kon gaan zitten.

We kregen heel veel te eten.

Wel zeven gangen, geloof ik.

Papa hield een toespraak.

Toen gingen de bloemen van tafel.

Vier slaven brachten een gesloten schaal op.

De grootste die wij hebben.

Zwaar en van zilver.

Ze zetten hem midden op tafel.

Papa is sterk.

Hij haalde zelf het deksel eraf.

Ik zag een mensje.

Het zat dubbelgevouwen in de schaal.

Het kwam overeind.

Het droeg een hesje en een soort schortje.

Het kon een jongetje zijn of een meisje.

Ik kon het niet goed zien.

Dit is Koko, zei papa.

Een slaafje voor onze Maria.


ISBN 9789067344517 | Hardcover | 89 pagina's | Uitgeverij Ger Guijs | 2006
Leeftijd: 9-12 jaar

© Marjo, 19 januari 2011