Daan Remmerts de Vries

 

Stimmy of het oerwoud in de stad Stimmy of het oerwoud in de stad


Door Marijn, vier jaar

Dit boek gaat over Stimmy
Die ging rennen.
En de honden gingen achter Stimmy aan rennen omdat ze ook wilde rennen.
En de poezen gingen rennen van de honden.
En de muis ging rennen van de poezen.
En er was een neushoorn, die keek eerst blij en toen boos.
En de neushoorn ging schrikken van de muis.
En op de laatste bladzijde zag ik weer de neushoorn en de tijger,
En die zijn denk ik weer ontsnapt.


Ik vind het boek mooi
En ik vond de tekening van de flats en het oerwoud het mooist
En de neus van de burgemeester was krom en dat vond ik grappig.
En ik vond het niet heel spannend.
En ik vond het hele boek mooi.


ISBN 9789059651173 | Hardcover | 39 pagina's | Stichting CPNB | oktober 2010
Afmeting 28,6 x 21,1 cm. | Leeftijd: 4+

© Marijn, 14 juni 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Tijgereiland Tijgereiland


Zoals dat gaat:  als ouders uit elkaar gaan, lopen hun kinderen met schuldgevoelens. Zo ook Tijs, enig kind, dertien jaar oud, die bij zijn moeder blijft wonen. Tijs leeft in een mist, er zijn lege plekken in huis als zijn vaders spullen ineens weg zijn.

‘Dan ga je door. Alles gaat door. Langzaamaan werd alles wat minder wazig. Maar met hem was er intussen ook iets anders verdwenen. En dat iets, dat was ikzelf.
Deze Tijs mocht er dan precies zo uitzien als ikzelf, hij mocht dan wonen in ons huis, hij mocht dezelfde herinneringen hebben als ik en op mijn fiets naar school fietsen, ik was het niet meer.’


Natuurlijk bezoekt hij zijn vader en diens nieuwe vriendin, die het zo goed hebben samen. Hij krijgt een nieuwe fotocamera, en weet dat zijn moeder de middelen niet heeft hem zoiets te geven.
Maar toch verzint hij iets om haar op te vrolijken. Ze zullen naar India gaan! Dat was toch altijd de droom van zijn moeder? Daar heeft ze het altijd over, dat zijn komst in hun leven haar er van weerhouden heeft het hippieland te bezoeken!
Het is ook Tijs’ droom, want hij wil een tijger zien, een echte levende tijger in het wild. Maar waar hij dacht dat het bij een fantasie zou blijven, verrast zijn moeder hem: ze gaan echt!
Vader betaalt, maar hij waarschuwt Tijs ook: hij moet de man zijn, op zijn moeder letten, die nogal eens onverantwoordelijk gedrag kan vertonen. Tijs krijgt er zelfs dollars voor mee.

En dan zijn ze in India. Maar dat land blijkt niet het land van zijn moeders fantasieën: het is er vies en druk, het stinkt en mensen zijn opdringerig. Er is constant lawaai en er lopen vieze beestjes in hun kamer. En Tijs ontdekt wat zijn vader bedoelt: zijn moeder is inderdaad nogal wispelturig en gedraagt zich als een verwend kind dat niet krijgt wat het wil. Tijs heeft het er moeilijk mee. Hij moet de volwassene zijn. Maar hij is het kind!
Misschien wordt het beter als ze tenslotte naar het gebied gaan waar de tijgers nog leven, het tijgerreservaat?
Maar het is alleen maar erger, en Tijs geeft het op. Laat ze het zelf maar uitzoeken...

Een mooie coming of ageroman, zoals Daan Remmerts-de Vries ze kan schrijven.
Hij schrijft in een staccato, eenvoudige stijl, zoals Tijs die zou hanteren. Soms irriteert het gebruik van al die uitroeptekens en puntjes, maar het is zeker functineel, omdat ze onzekerheid, weifelachtigheid uitdrukken, en Tijs weet immers niet goed wat zijn rol nu is.
Dit verhaal geeft denk ik goed weer wat er met een kind gebeurt als zijn ouders ineens zijn wereld in elkaar laten storten terwijl hij er helemaal niets aan kan doen. Er zijn die schuldgevoelens: had ik beter mijn rommel op moeten ruimen, en zo, en er is de twijfel aan wie je bent, wat de plek is in het leven. Jouw leven, niet dat van je ouders.


ISBN 9789045115429 | Paperback | 208 pagina's | Querido Kinderboeken | augustus 2013
Leeftijd: 12+

© Marjo, 03 februari 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Brave nieuwe wereld Brave nieuwe wereld


‘l’enfer, c’est les autres’

Kas, nu student beeldende vorming, beschrijft de dramatische gebeurtenissen die plaatsvonden, toen hij in de eindexamenklas zat. Een stel pubers, ieder met een eigen idee van hoe de wereld in elkaar hoort te zitten, en op de achtergrond de volwassenen, die zich gedragen op een manier, waar jongeren zich aan spiegelen. Maar sommigen zijn anders, sommigen wensen zich niet te conformeren aan de Grote Gemene Deler die de maatschappij tegenwoordig is.

‘Op school leer je wat werkelijke afkeer inhoudt; leer je de ravijnen van de verveling kennen en leer je knielen voor de overheersing. Omdat je gedwongen in een groep verkeert, omdat je onontkoombaar tussen mensen bent die je niet hebt uitgezocht, omdat alles om je heen even onnatuurlijk is, rol je je op als een pissebed in nood. Je kruipt dieper in jezelf, je wacht af tot het opklaart, het voorbij is. En sommige pissebedden rollen nooit meer uit, geloof ik; sommige gaan denken dat dit blijkbaar de meest natuurlijke manier van bestaan is.’


Kas is een buitenstaander, een eenling tot Ivo in zijn klas komt. Ook Ivo is anders, en de twee worden vrienden. Later komen er Mark en Sander bij. Ze werken hard voor hun eindexamen, want daarna kunnen ze ontsnappen aan de benauwde sfeer in hun dorp. Voor Kas is het ook een ontsnapping van thuis. Hij begrijpt niet waarom zijn ouders nog bij elkaar zijn, twee mensen die niets meer met elkaar hebben en zich zo ten gronde richten. En Kas erbij.

Als het noodlot toeslaat, en Kas verdacht wordt van de moord op een klasgenote, ondervindt hij naar zijn gevoel geen steun op het thuisfront. Zijn enige doel is nog: het eindexamen halen en dan weg... weg van thuis, weg uit het dorp, waar hij zich niet meer veilig voelt.

Het is Fannie die dood gevonden is in een recreatieplas vlakbij het dorp. Hij vond haar wel aardig, maar zoals uit de dagboekfragmenten die we tussen het verhaal van Kas door lezen, blijkt: hij wist geen contact te leggen. En misschien was hij wel schuldig? Op Youtube blijkt een filmpje te staan waarop te zien is hoe hij onder invloed van drugs doordraait. Hij kan zich er niets van herinneren, dus was hij misschien ook wel in staat tot moord? Als Ivo in elkaar geslagen wordt, waar hij overigens getuige van was, valt de bodem onder zijn bestaan weg.

‘Ik wilde nog zeggen dat ik geen held hoefde te zijn. Dat een vriend voldoende was geweest.’


Nog meer schuldgevoelens, nog meer twijfel.
‘Leven is wat je er van maakt’. Het lukt Kas niet echt er iets van te maken, en nu ook nog de grote boze wereld tegen hem is, twijfelt hij steeds meer aan zichzelf. Moet hij ook maar gewoon meedoen met de massa? Moet hij zichzelf verraden?

Deze jongerenroman is het soort existentialistisch verhaal, zoals ik het graag zou hebben gelezen toen ik jong was. Er is wel een plot waar de hoofdpersoon op moet reageren, maar het is vooral het verhaal van een jongen die volwassen moet zien te worden in een wereld die hem tegenstaat.
Het gaat over normen en waarden, over de gevaren van de sociale media.
Als Kas zijn filosofische vriend bezoekt na het zinloze geweld en die niet wakker wordt, volgt er een herinnering aan wat Ivo hem vertelde.

‘Vriend, weet je wat het is met dit dorp? We zijn te rijk. En dat maakt iedereen zo verdomde arrogant en verveeld. Ja, een droevige conclusie… Wat? Precies! De normen en waarden van ons briljante kabinet, ja! Goed hè, zo'n uitvinding… Onze brave nieuwe wereld!’


Het is de kern van het verhaal, een tirade over de moderne maatschappij waarin het geloof verdwenen is, en eerst machines, later computers en de sociale media het overgenomen hebben.
En ook nog prachtig geschreven!

‘Feitelijk staan we met lege handen. En volgens mij is iedereen dan ook vanbinnen volkomen afgestorven.’ 


ISBN 9789021440217 | Paperback | 224 pagina's | Querido | augustus 2011
Leeftijd: 15+

© Marjo, 29 april 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Meneer Kandinsky was een schilder Meneer Kandinsky was een schilder


Meneer Kandinsky was een schilder. Op een dag ontsnapte er uit een schilderij waar hij mee bezig was een blauw paardje (verwijzing naar “de blauwe ruiter”, de kunstgroep die Kandinsky mede oprichtte). Niemand ziet het blauwe paardje, behalve meneer Kandinsky, en het huppelt overal met hem mee. Door het paardje ziet en denkt hij in kleuren. Bij de bakker besteld hij “rood” in plaats van brood, en in de schoenwinkel “groene”, in plaats van schoenen. Al die versprekingen kwamen door het blauw paardje want die fluisterde almaar in zijn oor dat hij goed om zich heen moest kijken, en dat álles, álles zijn eigen heel speciale kleur heeft.

“Meneer Kandinsky had tot nog toe keurig geschilderd zoals hij dacht dat het hoorde. Maar nu zei het paardje; “Je mag zo’n huis ook best eens rood maken! Of paars, of scheef, of kleiner, of groter. Je mag best laten zien wat je bij zo’n huis voelt!”


Dus begon meneer Kandinsky landschappen te maken met rood en paars en met strepen en velden die lieten zien wat hij erbij voelde. Alles was kleuriger en vreemder dan hem ooit was opgevallen. En het blauwe paardje werd groter en groter en fluisterde harder en harder. Meneer Kandisky vond het prachtig, maar de mensen vonden het niet mooi, die waren kwaad. Zij vonden dat hij gewoon moest schilderen wat hij zag, en niet wat hij voelde. Meneer Kandinsky schrok van al die boze mensen, en het paardje sloeg op de vlucht.
Daarna lukte het schilderen niet meer. De doeken bleven leeg. Tot hij op een dag een stoomtrein langs hoorde komen, toeterend en rommelend. Hij begon weer te schilderen, en nu ging hij schilderen wat hij hóórde. Hij werd er erg blij van, erg eenzaam ook, want ook dit begrepen de mensen niet. Maar in het boek loopt dat gelukkig goed af omdat hij op het laatst zelf een deel wordt van zijn schilderij. Samen met het teruggekeerde blauwe paardje.

Ik vind het geweldig, abstracte kunst zó eenvoudig en begrijpelijk uitleggen aan kinderen... niet schilderen wat je exact ziet maar wat je voelt of hoort. Zo simpel is het eigenlijk. Als je het boek leest is het volkomen logisch. En erg raar dat al die gewone mensen daar niets van begrijpen en nog boos worden ook omdat hij niet schildert hoe het hoort. Het verhaal deugt aan alle kanten, en als je dan weet dat Daan Remmerts de Vries het niet alleen schreef maar ook de geweldige illustraties maakte kun je niet anders dan concluderen dat dit een aanrader is.
Het boek is gemaakt in samenwerking met het Gemeentemuseum in Den Haag en al bezig aan zijn vierde druk, dus zegt niet dat de hedendaagse jeugd geen belangstelling heeft voor kunst.


ISBN 9789025856243 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Leopold | februari 2010
Uitg. in samenw. met Gemeentemuseum Den Haag. | Leeftijd: 4+

© Willeke, 17 maart 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Stimmy of het oerwoud in de stad Stimmy of het oerwoud in de stad


Het verhaal gaat over Stimmy, een jongen die in de stad woont, een drukke stad met hoge wolkenkrabbers.  Hij vindt het eigenlijk maar niets, hij wil liever in een hutje aan zee wonen! Maar hij woont dertien hoog...
Iedere dag gaat hij braaf naar school, waar hij droomt van zijn hutje. Na school loopt hij weer naar huis. Door het park.

En op een dag besluit hij te verdwalen in dat park. Hij huppelt en rent, tot hij niet meer weet waar hij is. Zo'n levendig joch, dat vinden de honden leuk, en ze rennen blaffend achter hem aan. Stimmy vindt dat eng en rent nog harder: terug de stad in. Hij lijkt wel een zwaan-kleef-aan, nog meer dieren rennen achter hem aan! En laat er nu net een neushoorn ontsnapt zijn uit de dierentuin, die zich helemaal uitleeft op de gebouwen in de stad. Een gevaarlijke neushoorn, een rennend jongetje, en een heleboel dieren, zoals honden, katten en muizen rennen door de stad. Hoe zal dit aflopen?

Het verhaal wordt heel summier verteld, onder tekeningen die vrijwel de hele pagina vullen. Ik vind de jongen Stimmy heel lief getekend, maar enkele andere figuren, de burgemeester, en de neushoorn zien er helemaal niet zo aardig uit. Best wel eng zelfs. In het geval van de neushoorn klopt dat wel, maar de burgemeester?

Er worden heldere kleuren gebruikt, veel pastel ook. Maar wat het vooral bijzonder maakt, zijn de stukjes die geknipt lijken uit andere tekeningen. Het lijkt eigenlijk wel op behang. Ze vullen de tekeningen aan, soms op de achtergrond, soms dominerend. Het moet heel leuk geweest zijn om deze illustraties te maken: knippend en plakkend en daar dan tekenend een geheel van maken!  Of andersom, dat kan ook.
Het is mooi gedaan.
Leuk ook als voorbeeld voor kinderen, die op deze manier ook mooie dingen kunnen fröbelen.


ISBN 9789059651173 | Hardcover | 39 pagina's | Stichting CPNB | oktober 2010
Afmeting 28,6 x 21,1 cm. | Leeftijd: 4+

© Marjo, 03 oktober 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Meneer Kandinsky was een schilder Meneer Kandinsky was een schilder


Meneer Kandinsky was een schilder. Op een dag ontsnapte er uit een schilderij waar hij mee bezig was een huppelend blauw paardje.

Dit zijn de beginregels in dit mooie boek over Kandinsky. Alleen meneer Kasinksy kan het blauwe paardje zien en het diertje gaat altijd met hem mee. Het paardje fluisterde steeds dingen in meneer Kandinsky's oor zoals 'Kijk goed om je heen, alles heeft zijn eigen heel speciale kleur.'
Of het paardje zei: 'Je mag zo'n huis ook best eens rood maken! Of paars, of scheef, of kleiner of groter... Je mag best laten zien wat je bij zo'n huis vóelt!'
Meneer Kandinsky vond het heerlijk om te schilderen zoals het paardje zei en maakte daardoor heel andere schilderijen dan mensen gewend waren. Hij schilderde blauwe bomen, vlekken, strepen... dat was wat híj voelde als hij naar huizen of bomen of wegen keek. Maar de mensen vonden meneer Kandinsky maar raar. Een huis was toch niet geel en de zon was toch niet paars?

Meneer Kandinsky kwam die mensen op een middag tegen, en hij schrok ervan hoe kwaad ze op hem  leken te zijn.
'Daarom schilderde hij de volgende dag zichzelf, op zijn paard, vluchtend voor al die griezelige strenge figuren die zijn schilderijen zo lelijk vonden.'
Toen het schilderij af was, was het blauwe paardje weg! Meneer Kadinsky zocht en zocht maar het paardje was en bleef weg. Hoe moest hij nu schilderen? Gelukkig wist hij het op een dag weer, alleen schilderde hij nu in plaats van wat hij zag, wat hij hoorde buiten zichzelf en binnen zichzelf. Hij schilderde bijvoorbeeld het geluid van een trein.
Toch voelde meneer Kandinsky zich erg alleen zonder zijn paardje maar op een ochtend toen hij aan een heel groot schilderij met de allerprachtigste geluiden werkte leek er iets in de verte te galopperen!
'Ach!' riep meneer Kandinsky verbaasd. 'was je dáár! Natuurlijk, ik had het kunnen weten...' Hij nam een aanloop en...

Wij als volwassenen weten onmiddellijk de link te leggen tussen het blauwe paardje en de kunstenaarsvereniging Blaue Reiter die Kandinsky opgericht heeft. Een kind weet dat niet maar toch heeft de schrijver de link weten te leggen door het blauwe paardje op te voeren in het verhaal. Verder heeft Daan Remmers de Vries in eenvoudige taal heel goed weer weten te geven wat Kandinsky dreef, waar hij voor stond én hoe er door de omgeving naar zijn werk werd gekeken. Heel knap om dit in een paar zinnen en op zo weinig bladzijden te kunnen weergeven.

De illustraties helpen daar wel bij. Elke pagina, zowel links als rechts,  vertoont namelijk een erg mooie afbeelding waarin je het werk van Kandinsky herkent. Op de eerste pagina zie je een afbeelding gemaakt door Daan Remmers de Vries waarop je meneer Kandinsky in een atelier ziet werken aan een schilderij in de 'Kandinskykleuren' Aan de muur van het atelier hangt een foto van... Kandinsky! Voor de laatste afbeelding in het boek is heel toepasselijk het schilderij 'hemelblauw' van Kandinsky gebruikt. Alleen zweven tussen de afbeeldingen op dat schilderij nu ook meneer Kandinsky en het blauwe paardje.
Het is een prachtig verzorgd boek en je zou het aan ieder kind willen geven omdat het zo mooi en goed gedaan is. Als je een kind iets wil leren over kunst of een kunstschilder dan is dit een uitstekende manier om dat te doen. 

Jammer genoeg kreeg ik dit boek te laat in handen om mensen te verwijzen naar het Gemeentemuseum in Den Haag waar, naast een overzichtstentoonstelling van 20 jaar illustraties van Daan Remmerts de Vries uit meerdere boeken, alle afbeeldingen van dit boek  tentoongesteld werden. Die tentoonstelling liep tot 24 mei 2010.


ISBN 9789025856243 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Leopold | februari 2010
Uitg. in samenw. met Gemeentemuseum Den Haag. | Leeftijd: 4+

© Dettie, 03 juli 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Wie is Libby Skibner? Wie is Libby Skibner?


Na zo'n dertig pagina's had ik de neiging het boek dicht te slaan. Weer een verhaal over een meisje dat zich anders wil gedragen en voelen dan ze is, weer zo'n kind dat dan toch ontdekt dat ze gewoon zichzelf moet zijn en zich geen pose aan moet meten. Het is dankzij de kracht van Remmerts de Vries gebleken dat ik toch doorgelezen heb. Het is beter geschreven dan het gemiddelde identiteitscrisisboek.

Elisabeth wil Libby heten sinds ze een hippe vriendin heeft. Bij Suzan thuis is alles zo compleet anders dan bij Libby, zo veel leuker. Thuis is ze Liesbeth, daar is ze stil omdat haar vader niet kan componeren als er lawaai is. Thuis heeft ze geleerd om minieme veranderingen in gelaatsuitdrukkingen te 'lezen', thuis is geen gezelligheid. Bij Suzan wordt er op los geschreeuwd, veel gesnoept en alles schijnt te mogen.
Libby verandert haar uiterlijk, maar laat dat wijselijk thuis niet zien. Maar natuurlijk komt er een avond waarop alles uitkomt. Libby valt, weet even niet wat er gebeurd is, maar daarna 'ziet' ze dingen van andere mensen. Ze 'weet' hoe iemand zich voelt, wat de geheimen zijn van andere mensen. De aandacht die ze daardoor krijgt bevalt haar eventjes, maar het gaat niet goed... kan ze nog terug? Wil ze nog wel Libby zijn? Ze komt er niet echt uit, maar neemt wel een paar beslissingen.
Nou ja, het viel dus nog wel mee, het is echt een boek voor jongeren, die het waarschijnlijk heel herkenbaar zullen vinden.

'Er zijn een paar manieren om populair te worden. De makkelijkste manier is het kopen van de juiste spullen.
Want dat had ik inmiddels wel in de gaten: het interesseert niemand of je de verhalen van Tjechow hebt gelezen. Niemand wil van je horen dat je stukken van Bartok kunt herkennen. Die dingen horen bij het 'kleine leven'.
Maar er is een ander leven, daar had ik een uitzicht op gekregen. Het leven van nieuwe dingen. Ik kon er niet meer omheen.[...]
Ik zeg niet dat ik het leuk vond. Maar zo werkte blijkbaar de wereld."


ISBN 9789045105635 | Hardcover | 144 pagina's | Querido | september 2007
Leeftijd: 14+

© Marjo, april 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De diepte van een Zweeds meer


Hesther vertelt over de vakantie die ze met haar vriendin Mo en diens ouders heeft doorgebracht aan de oever van een Zweeds meer. De meiden zijn vijftien, en ze vermaken zich opperbest met het tekenen van de meest gruwelijke en bizarre strips, waar ze hun dagelijkse ervaringen in verwerken.
Ook zwerven ze rond in de Zweedse bossen, en zwemmen ze in het meer. Op een dag duiken ineens twee naakte jongens het water in... een ervan beschrijft Hesther als een god: een knap gezicht, een mooi lijf, ze is op slag verliefd...
Zijn metgezel zien de meiden niet staan. En dan blijkt ook Mo helemaal hoteldebotel te zijn van dezelfde jongen. Ineens is de vriendschap omgeslagen in jaloezie. Ze praten zelfs niet meer met elkaar.
Door schade en schande ontdekt Hesther hoe de jongen, Lars, daarvan profiteert. Zelf komt ze er mee weg, en dan blijkt de andere jongen Bjorn een heel aardige behulpzame knul te zijn.

Het verhaal is kort en duidelijk: de keuzes die je moet maken in het leven komen niet altijd overeen met dat wat je het liefst wil. Niet ieder verlangen kan gerealiseerd worden.
Het is een boekje uit de Kidsbibliotheek, een dunnetje dus. Ik denk dat de schrijver het best dieper had kunnen uitwerken, maar met deze beperkingen heeft hij er niet meer van kunnen maken.


ISBN 9056378376 | Paperback | 93 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | 2006
Leeftijd: 12+

© Marjo, mei 2007


 

De diepte van een Zweeds meer De diepte van een Zweeds meer


Oké dan:
In Figerholm heb ik het voor het eerst gedaan.
Jazeker - het.

Zo begint het verhaal van Hesther.

Hesther en Mo zijn dikke vriendinnen. Ze vinden jongens wel leuk maar vinden al die meiden die over niets anders dan jongens praten stomme aanstellerige grieten. Zij zijn liever bezig met het maken van stripverhalen.

Hesther mag met Mo mee op vakantie naar Zweden, waar Hesther wel blij om is. Haar ouders gaan naar Texel, en dat is ook wel leuk maar ze gaat liever met Mo mee omdat haar eigen vader en moeder vaak ruzie maken. Haar vader is véél weg vanwege zijn werk maar Hesther denkt eigenlijk dat hij een vriendin heeft...

Eenmaal in Zweden hebben Mo en Hesther het erg naar hun zin, ze worden behoorlijk vrij gelaten en zijn veel in de bossen of ze gaan zwemmen in het meer. Ze heel erge lol om mijnheer Lillehammer die ze steeds Meneer Billenham noemen en schunnige vragen stellen in het Nederlands.

Maar dan... zien ze bij het meer een enorme mooie jongen het water in gaan en hij praat tegen hun! De twee meiden vallen als een blok voor hem en dat is het begin van een hoop ellende. Het is nog nooit gebeurd dat ze alle twee op dezelfde jongen vielen. Björn, de vriend van Lars, de mooie jongen, hangt er maar een beetje bij, hij zegt nog: "Meisjes krijgen altijd ruzie om Lars...". Door de ruzie zijn de mooie bossen ineens niet meer mooi voor Hesther, ze voelt zich erg eenzaam en verdrietig... Komt het nog goed?

Dit moderne, hedendaagse verhaal over de vakantie wordt verteld door Hesther. Allerlei gevoelens passeren de revue. De onzekerheid, de jaloezie, de verwarring, de kwaadheid. Alles wat een puberende meid van 15 kan voelen. Het is een verhaal over volwassen worden, de eerste liefde én de eerste keer. Knap dat Remmerts de Vries zich zo goed weet te verplaatsen in de gedachtenwereld van een meisje.


ISBN 9056378376 | Paperback | 93 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | 2006
Leeftijd: 12+

© Dettie, januari 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer: