Conny Braam

Toon alleen recensies op Leestafel van Conny Braam in de categorie:
Conny Braam op internet:

 

De handelsreiziger van de Nederlandse Cocaine Fabriek De handelsreiziger van de Nederlandse Cocaine Fabriek


Vandaag de dag weet iedereen dat cocaïne een kwalijke stof is, maar zoals dat met veel uitvindingen gaat was de oorspronkelijke bedoeling goed.  Immers, zou de Weense psychiater Sigmund Freud anders rond 1880 een halve gram cocaïne naar zijn verloofde gestuurd hebben met de mededeling: ‘Verdeel dit in acht porties. Dan blijf je sterk en krijgt er mooie rooie wangetjes van.’
In Peru was men al eeuwen bekend met de werking van de cocabladeren. De stof pepte op, hielp tegen hoogteziekte en de bladeren bevatten allerlei vitaminen en mineralen. Na de ontdekking van Zuid-Amerika was het een kwestie van tijd voor dit doordrong in Europa. Men ging er meteen mee aan de slag, want de cocabladeren verdroegen de lange overtocht niet zo goed. Toen men er in geslaagd was om bestanddelen uit het cocablad te isoleren, werd cocaïne een populair middel in het Westen.
Lang duurde het niet voor het middel dat bedoeld was als geneesmiddel ontdekt werd als stimulerend drug. Zoals Conny Braam in haar boek vertelt was vooral de Eerste Wereldoorlog de aanleiding daartoe.
In haar boek is Nederland de boosdoener. Wij verdienden goed aan de handel in cocaïne. In 1900 werd in Amsterdam de Nederlandse Cocaïne Fabriek (NCF) opgericht. Cocaplanten werden door het koloniale Nederland verbouwd op plantages in Nederlands-Indië. Tijdens de eerste wereld oorlog draaide de fabriek toptijden - de soldaten voerden veldslagen met een flinke dosis cocaïne achter de kiezen. De NCF groeide uit tot grootste cokefabriek ter wereld.
Deze fabriek speelt een grote rol in het boek, waarin Braam de geschiedenis vertelt aan de hand van de belevenissen van twee hoofdfiguren.  Lucien is een naïef leeghoofd. Meer geïnteresseerd in een prettig luxueus leventje dan in wat er allemaal in de wereld gebeurt, is hij een makkelijke prooi voor de nietsontziende lieden die wel degelijk weten waar ze mee bezig zijn. Lucien is handelsreiziger voor de firma, en een goede. Zijn verdiensten zijn voor de goede sier: een motor, een luxe auto, een mooie vrouw (of meer, mag ook). Zijn tegenpool is zijn zus Zwaantje, een lief meisje, dat graag voor anderen zorgt.
Robin Ryder, de tweede hoofdpersoon, valt op een dag als het ware hun leven binnen.  De lezer weet dan al dat Robin de verschrikkingen van de loopgraven achter de rug heeft, waarbij hij zijn aangezicht grotendeels verloren is. Hij heeft een tijd in een Engelse kliniek gezeten, waar men gepoogd heeft zijn gezicht te herstellen. Voor dat helemaal gelukt is, is Robin weggegaan uit de kliniek, met medeneming van een pot pillen: cocaïne! Zoals hier boven vermeld is, gaf men de soldaten voor een aanval cocaïne om hen te stimuleren. Ook tijdens zijn herstel kreeg hij de drug toegediend. In die tijd was het nog vrij verkrijgbaar in apotheken. Maar zoals dat gaat met verslaafden: het was nooit genoeg. Dat en het besef dat hij, als verminkte, geen kans meer had op een normaal leven, was de oorzaak van zijn weglopen. Voor hem bleek het verblijf bij Lucien en Zwaantje de hemel op aarde: Lucien leverde hem het spul, Zwaantje verzorgde hem, wat meer kon hij willen? Maar dan ontdekt hij dat ze verloofd is...


Dit is zo'n beetje het romantische verhaal dat de achtergrond vormt van de geschiedenis van de Nederlandse Cocaïne Fabriek. Inhaligheid, altijd al de meest verderfelijke menselijke eigenschap, drijft de personages. De arme Zwaantje legt het helemaal af. Liefde overwint niet bij Conny Braam.
Zoals duidelijk mag zijn, heeft de schrijfster ook voor dit boek terdege onderzoek verricht (een bibliografie vind je achterin). In een nawoord vertelt ze in het kort hoe het gegaan is met de fabriek, nadat men in 1921 wettelijke beperkingen oplegde.  Het was te laat, de illegale handel was al niet meer te onderdrukken.


ISBN 9789046806753 | Paperback | 416 pagina's | Nieuw Amsterdam | oktober 2009

© Marjo, 01 december 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De onweerstaanbare bastaard De onweerstaanbare bastaard


Het is het vervolg op "de woede van Abraham", maar zelfstandig te lezen. In "de woede van Abraham" schreef Braam over het ontstaan van IJmuiden in 1876, nu speelt het verhaal in de Eerste Wereldoorlog. IJmuiden is ontstaan na de aanleg van het Noordzeekanaal, en viel onder de burgemeester van Velsen. Die beschouwde het vissersdorpje als de "bastaard van de duinen"
Lena, de dochter van Abraham, woont in het vissersdorp, bij haar zoon Nico, weduwnaar, en vader van drie kinderen. Zoon Bart woont daar ook. En dochter Klara werkt en woont in een kroeg richting Velsen. Het is 1914, de oorlog breekt uit. Eerst is er de mobilisatie, dan komen de vluchtelingen uit België. Duitsers komen: voorstanders van het Duitse Rijk, maar ook deserteurs.
Bart is een opportunist, een gelukszoeker, een jongen die zijn woordje goed kan voeren en uit iedere situatie geld weet te halen. Hij organiseert de vishandel: tenslotte willen ze in Duitsland ook eten. Wil Engeland ook vis? Kan ook al. Hij draait zich onder de beperkingen uit die opgelegd worden door Engeland, en weet steenkool te ritselen als Engeland die weigert te leveren. Uit iedere situatie weet hij zijn voordeel te trekken en niet alleen het zijne: ook de vissers varen er wel bij.
Klara doet ook goede handel, zij schenkt voor iedereen, als ze maar betalen.
Nico is doodgraver, hij begraaft behalve de Velsenaren ook de slachtoffers van de oorlog: Duitsers, Engelsen, iedereen wordt zonder onderscheid op zijn kerkhof gelegd. Hij is pacifist, en sluit zich aan bij de anti-oorlogbeweging. Moeder Lena vindt hem een watje, maar als zij zich gaat inzetten voor de Belgische vluchtelingen, en later voor deserteurs, is Nico degene die helpt. Bart is er alleen maar op uit om meer geld te verdienen en bekommert zich daarbij niet om fatsoen. Maar hij geeft zijn moeder wel geld, en dan vraagt ze maar niet waar het vandaan komt. Het socialisme bloeit op, en ook hier is Nico degene die naar bijeenkomsten gaat.


Het is een familiekroniek, tegen een veelbewogen achtergrond. Een historische achtergrond. Braam heeft de geschiedenis van IJmuiden goed bestudeerd. Behalve de oorlog en de politieke achtergrond beschrijft ze ook de plaatselijke gebeurtenissen. In januari 1917 werd de zwaarbeschadigde Duitse torpedojager, de V 69, de haven van IJmuiden binnengesleept. Officiëel mochten Duitse oorlogssschepen zich niet vertonen in Nederlandse wateren, maar een uitzondering werd gemaakt tegen de schepen die averij hadden opgelopen. Toen de gewonden waren verzorgd en de doden begraven, werd het schip naar Rotterdam begeleid om opgeknapt te worden. Maar de Duitsers wisten te ontkomen. In het boek is deze gebeurtenis verwerkt: Klara krijgt een verhouding met een Duitse marinier, die ze in haar huis verstopt.
Nico moet de doden en gewonden van het bevroren schip halen, en de doden begraven. (het monument zou er nog moeten staan) Bart speelt de hoofdrol in een ander historisch verhaal: er gaat een delegatie reders naar Berlijn, om er bescherming te vragen voor de vissersschepen (Het Schlussprotokoll).
Ook het "Russenkamp", waar naast andere nationaliteiten ook Russische krijgsgevangenen werden geïnterneerd, wordt beschreven. Vanwege de zeer slechte omstandigheden, ontsnapten er veel Russen. Een aantal daarvan worden in het boek door moeder Lena verstopt en verzorgd. Weer een ander verhaallijntje vertelt over "The Grand Scuttle": Aan het einde van de oorlog werd de totale overgave geëist van de Duitse vloot. Von Reuter, de gezagvoerder, wilde dit onder geen beding laten gebeuren. De vloot die bij de Orkneyeilanden lag, werd met opzet tot zinken gebracht. Maar de bemanning was niet op de hoogte gebracht, en moesten zich maar zien te redden. (er liggen nog schepen op de zeebodem aldaar)
De historische feiten als achtergrond voor de belevenissen van een familie maken het boek zeer boeiend.
Ik kijk er naar uit om het vervolg te lezen!


ISBN 9045702029 | Paperback | 350 pagina's | Uitgeverij Augustus | december 2004

© Marjo, juni 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Zwavel Zwavel


Een vrouwelijke politie-inspecteur raakt betrokken bij de moord op een Zuid-Afrikaans meisje. Ze leert diens beschermheer kennen, en hoort hoe erg hij het vindt dat hij geen geld heeft om het lichaam naar huis te sturen.
Zelf moet Tess naar de begrafenis van haar oma, die haar bij gebrek aan moeder opgevoed heeft, samen met de tantes..
Altijd al heeft ze de verhalen gehoord over de gebeurtenissen in de oorlog, en die worden bij de begrafenis weer eens opgerakeld. Ze hoort weer over hoe vol het Limburgse dorp zat met onderduikers en hoe die in 1944 allemaal verraden zijn. Maar door wie dat blijft de vraag. Haar oma wist meer maar wilde het niet vertellen. Was het de Oostenrijker die in het hotel bivakkeerde of toch die Duitser die deed alsof hij overgelopen was?
Tess vindt brieven die haar oma kreeg uit Zuid-Afrika, van een Oostenrijker. En dus besluit ze naar Zuid-Afrika te gaan, om het familiegeheim te ontsluieren en om de familie van het vermoorde meisje te bezoeken. Ze belandt evenwel in een levensgevaarlijk nazistisch wespennest..
Spannend boek, een goed verhaal om vreselijke feiten heengeweven.


Schrijfster Conny Braam debuteerde in 1992 met het non-fictie boek Operatie Vula, over de anti-apartheidsbeweging in ZuidAfrika. Zij is voor haar roman Zwavel genomineerd voor de Gouden Strop 1997.


ISBN 9789029047616 | Paperback | 287 pagina's | Uitgeverij Meulenhoff | mei 1997

© Marjo, juli 2004


Lees de reacties op het forum en/of reageer: