Boris Vian

Toon alleen recensies op Leestafel van Boris Vian in de categorie:
 

Het schuim der dagen Het schuim der dagen


Als hij nog had geleefd, was Vian nu ruim 90 jaar oud.
Zijn werk was vaak controversieel, zeker in het Frankrijk van de jaren '50, maar misschien nu ook nog wel. Hij heeft 11 romans geschreven, 4 dichtbundels, diverse toneelstukken, chansons en etcetera. Vian vertaalde het werk van Raymond Chandler in het Frans. Hij speelde niet onverdienstelijk op de trompet.  Boris Vian had vanaf zijn vroege jeugd last van zijn hart: een slecht behandelde angina toen hij twee jaar oud was had een onvoldoende functionerende aorta tot gevolg. Het trompet spelen werd hem op een gegeven moment ontraden omdat "iedere noot die hij speelde hem een dag van zijn leven zou kosten". Vian ging er vrolijk mee door. Toch was hij ervan doordrongen dat hij niet oud zou worden, wat zijn enorm hoge productie verklaart. Niet verbazingwekkend is dus dat een van de personages in dit boek overlijdt aan een longaandoening. Maar wat wel bevreemd, is dat het een waterlelie is die daarvan de oorzaak is. Het meisje, Chloe, wordt omringd door bloemen, die de waterlelie zover moeten krijgen dat ze wegkwijnt.


Chloe is in het begin van het verhaal getrouwd met Colin, die mede door een lening aan zijn  vriend en hoge dokterskosten nu blut is en noodgedwongen werk moet zoeken. Werken is niet normaal binnen de wereld van deze roman. Maar wat is er wel normaal?  Een muis als huisdier, en nee, geen witte muis in een kooitje, hij is meer een huisgenoot.

‘veronderstel,’ zei hij tegen de muis, terwijl hij dichter bij haar kwam, door op de rand van het bad (rechthoekig van geel emaille) te gaan zitten, ‘dat ik bij de Ponteauzannes mijn oude vriend Dinges tref…’
De muis knikte instemmend.
‘Veronderstel, waarom niet? Dat hij een nichtje heeft. Dat ze een wit sweatshirt draagt, een gele rok en ze heet Al..Onesime…’
De muis kruiste zijn pootjes en leek verbaasd.’


Het idee om een paling eten die iedere dag komt kijken door de afvoer van de wastafel, ach. Er zijn meer van die dingen. Maar het is vooral het verhaal van een stel rijke jongelui die de schrijver Jean-Sol Partre vereren (!). Eentje gaat daarbij wel heel ver.

‘Chick kwam de winkel uit. Binnen had hij niets gevonden dat de moeite waard was. Onder het lopen keek hij naar zijn voeten in de rood-bruine leren schoenen en hij verwonderde zich er over dat de één hem de ene kant op wilde trekken, en de ander de tegenovergestelde kant. Hij dacht enkele ogenblikken na, construeerde in gedachten de bissectrice van de hoek en wierp zich in de richting van die lijn. Hij werd op een haar na overreden door een grote, zwaarlijvige taxi en hij dankte zijn lijfsbehoud aan de sierlijke sprong, die hem op de voeten van een voorbijganger deed belanden, welke laatste vloekte en naar het ziekenhuis ging om zich te laten verzorgen.’


Ik heb dit boek tegelijk in het Frans en in de vertaling gelezen, en heb genoten. Al heb zelfs ik dit gedoseerd. Te veel achter elkaar, dat gaat echt niet met dit verhaal.


ISBN 9029553588 | Hardcover | 199 pagina's | De Arbeiderspers | 1978
Uit het Frans vertaald door Han Meyer

© Marjo, 28 februari 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De hartevreter De hartevreter


Boris Vian is in Nederland meer bekend van zijn (verfilmd) boek ‘Ik zal spuwen op je graf’ uit 1973. Hij stierf op 39-jarige leeftijd, net na het uitkomen van de film, waar hij zich overigens fel van distantieerde.

Dit verhaal gaat over Jacodood (Jacquemort), de psychiater die, als het verhaal begint, zich langzaam rept naar een vrouw die op het punt staat te bevallen van drie kinderen.  We vallen midden in een verhaal, dat zonder uitleg en zonder flashbacks de ondergang van onze hoofdpersoon volgt. Hij is psychiater, en weet niet veel van bevallingen.  Gelukkig voor hem zijn de kinderen gezond en maakt de moeder het weldra prima. De vader voelt zich buitengesteld en zal niet lang daarna zijn eigen plan trekken.
Dat zal onze psychiater ook doen, als hij geen tegenstand blijkt te kunnen bieden aan de wel zeer vreemde normen en waarden van de dorpelingen. Het is nog tot daar aan toe om onschuldige baby’s viespeuken te noemen, het wordt al vreemder als leerjongens verwachten dat je hen een klap geeft bij wijze van fooi, maar wat te denken van een bejaardenmarkt, waar oude mensen bij opbod worden verkocht, om hun toekomstige eigenaars te dienen tot vermaak?  Of hoe vreemd is de terechtstelling, de kruisiging van een paard?

Het geheel is geschreven in een lichte humoristische stijl,  met mooie naturalistische beschrijvingen. Een wreed verhaal, toenemend bizar,  verteld op een manier die veel weg heeft van hedendaags cabaret, en daarom eigenlijk heel modern. Ik begrijp uit de achterflap  dat de lezer de gebeurtenissen moet zien ‘als realiseringen van angst, slavernij, geestelijke luiheid, en sociale en godsdienstige misdadigheid, die Vian tot zijn persoonlijke vijanden rekende.’  Een satire, die nog steeds de moeite waard is om te lezen, en dat komt door de prachtige stijl. En de goede vertaling.

‘Het dienstmeisje van de hoefsmid die Roodneus heette sliep altijd in haar zolderkamertje boven de smidse, met de leerjongen van het moment. De leerjongen crepeerde dikwijls maar het dienstmeisje dat goed tegen werken kon, hield ’t uit, vooral sinds de hoefsmid zich niet meer als een weer opduikende ondergrondse rivier in haar bedding stortte. Met de leerjongen was daar geen sprake van. Bekaf als hij was, viel er niets met hem te beginnen.’


‘de wind sleepte strootjes over de weg, strootjes die door de smalle openingen in de deuren uit het strooisel in de stallen waren losgerukt, los stro uit de omgeving van de schuren, oud stro van de hooibergen die vergeten waren in de zon. De wind was vroeg opgestaan. Hij had de oppervlakte van de zee afgeschraapt om de witte suiker van het stuifwater eraf te halen, hij was op de rots geklommen, had de hei scherp laten klingelen, draaide om het huis, sneed een fluitje uit het kleinste hoekje, lichtte hier en daar en dakpan op die wat leniger was, rolde bladeren voort van de vorige herfst, bruin filigraan dat ontsnapt was aan de zuigkracht van de compost, trok draperieën van grijs stof uit karresporen, krabde met zijn vijl de droge korst van verdampte plassen weg.’


ISBN 9789460015038 | Hardcover | 206 pagina's | De Arbeiderspers | 1966
Vertaling van L’arrache-coeur’uit 1953 vertaald door Sonja Pos

© Marjo, 28 december 2010