Astrid Lindgren
Tomte Tummetot
tekst: Astrid Lindgren
Het is een ijskoude winternacht. Iedereen op de oude, afgelegen boerderij slaapt. Behalve Tomte Tummetot...
Niemand heeft de kleine dwerg ooit gezien maar ze weten wel dat hij bestaat want 's ochtends staan er piepkleine voetafdrukken in de sneeuw.
De bewoners zijn blij met Tomte want hij waakt over de hoeve. Elke nacht maakt hij zijn ronde.
Hij ziet dat de koeien in de stal dromen over de zonnige weiden en spreekt ze moed in: 'Veel winters en veel zomers heb ik zien komen en gaan. Heb nog geduld! Het wordt weer lente!'
Het paard droomt van lekker ronddraven en ook hem spreekt Tomte liefdevol toe: 'Veel winters en veel zomers heb ik zien komen en gaan. Heb geduld! Spoedig zul je weer over de weiden en door het bos draven.'
En zo bezoekt hij de schapen en lammetjes, de kippen, de hond in zijn hok en vertelt dat hij winter en zomer heeft zien komen en gaan en dat het écht warmer zal worden zodat ze weer lekker buiten in het zonnetje kunnlen lopen.
Hij bezoekt zelfs de kinderen, die dromen ook, van Tomte Tummetot... wat zouden ze hem graag willen zien, maar dat gebeurt nooit, ze zien alleen zijn voetstappen in de sneeuw.
Het verhaal over Tomte blijkt in Zweden een klassieker te zijn. Het is ooit in dichtvorm geschreven door Viktor Rydberg met daarbij gekleurde illustraties van de kleine kabouterachtige dwerg. Astrid Lindgren heeft het gedicht bewerkt tot dit verhaal met deels repeterende tekst.
De afbeeldingen zijn dezelfde als bij het gedicht en stuk voor stuk net kleine 'ouderwetse' kerstkaarten, vol warme winterse sferen.
Tomte geeft iedereen moed om door de koude, lange winter heen te komen, maar diep in zijn hart verlangt hij zelf ook zo erg naar het voorjaar, als de zwaluwen weer terug zijn en gezellig hun nestje maken vlakbij zijn woonplekje in een hoekje van de hooizolder.
Zie ook The Tomten
ISBN 9789062381210 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Christofoor | 1981
© Dettie, 31 december 2014
Ronja de roversdochter
Ronja wordt tijdens een hevige onweersnacht geboren. Haar vader, Mattis, is roverhoofdman en samen met zijn vrouw Lovis en zijn twaalf rovers bewoont hij een oude burcht. Eigenlijk een halve burcht want tijdens Ronja’s geboorte is het bouwwerk in tweeën gespleten. Er bevindt zich een diepe kloof tussen beide delen, de Hellepoel. Ronja is gelukkig en Mattis en zijn mannen keren regelmatig overladen met voedsel en mooie spulletjes terug van hun tochten. Dat ze hun buit van onschuldige mensen stelen weet Ronja niet. Ze is dol op haar vader.
Overdag speelt Ronja urenlang in het bos dat de burcht omringt. Het is er prachtig. Wel moet Ronja goed uitkijken voor vogelheksen. Dat zijn echte naarlingen. Ook aardmannen, trollen en moenen bevolken het bos. Mattis vertelt Ronja dat aardmannen heel gevaarlijk worden zodra ze angst bespeuren. Niet bang zijn dus, is zijn advies. Ronja volgt zijn raad op en doet elke dag heel gevaarlijke dingen. Zo leert ze zichzelf om niet bang te zijn. Gelukkig maar dat Mattis dit niet weet want de zorgen om zijn avontuurlijke dochter zouden hem tot waanzin drijven.
Er woont nog een andere roversbende in de streek. Deze bende staat uit roverhoofdman Borkus, zijn vrouw Undis, zoon Birk en hun twaalf rovers. Hun woonplek is niet langer geschikt nu er steeds meer soldaten jacht op hen maken. Ze verhuizen, tot grote woede van Mattis, naar het andere deel van de burcht. Mattis buldert en brult dat het een lieve lust is. Ronja en Birk spelen al gauw stiekem samen in het bos en worden de beste vrienden. Ze besluiten zelfs voortaan broer en zus te zijn. Wanneer Mattis hier achter komt is hij woedender dan ooit. Ronja mag niet meer omgaan met Birk gebiedt hij. Maar een broer en zus laten elkaar nooit in de steek. Ronja moet kiezen tussen haar vader en Birk.
Astrid Lindgren (1907 – 2002) is door haar dochter begonnen met schrijven. Op een dag vroeg het meisje haar moeder om een verhaal en toen verzon ze Pippi Langkous. Dat was het begin van een prachtige carrière. Vele generaties hebben al genoten van haar fantasierijke verhalen en nog steeds worden haar boeken volop gelezen. Na het herlezen van Ronja de roversdochter heb ik zin om ook de andere boeken nog eens te lezen.
ISBN 9789021618418 | Hardcover | 208 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | november 2007
Vertaald door R. Tornqvist-Verschuur |Met illustraties van Ilon Wikland | Vanaf 7 jaar
© Annemarie, 15 januari 2012