Umberto Eco
De naam van de roos
William van Baskerville, komt, in gezelschap van een novice, Adson van Melk, aan in een benedictijns klooster in de Ligurische Apennijnen. Het doel van het bezoek is een religieus-politiek treffen tussen de Franciscanen enerzijds, en aanhangers van de paus in Avignon anderzijds. Het onderwerp van de ontmoeting is de armoede van de christelijke kerk. Aldus begint “De naam van de roos” van Umberto Eco, na een uitvoerige inleiding over de “bronnen” van het verhaal, dat door Adson wordt verteld.
Net voor de aankomst van William en Adson vond er een mysterieus overlijden plaats in het klooster. De abt spreekt William, die in een vorig leven inquisiteur geweest was, hierover aan, en deze belooft discreet een onderzoek in te stellen. Hij mag iedereen ondervragen, en alle plaatsen in het klooster bezoeken, met uitzondering van de bibliotheek. De volgende dagen overlijden nog een aantal monniken in geheimzinnige omstandigheden. De enige overeenkomst zijn hun zwarte vingers en tong, wat William doet veronderstellen, dat zij vergiftigd zijn geworden.
Verhaaltechnisch vormt de zoektocht naar de moordenaar(s) de rode draad doorheen het verhaal, maar er zijn heel wat afsplitsingen en nevenverhalen, die ons een complex en bont beeld van het middeleeuwse leven schetsen. Ten slotte vloeien deze echter allen in elkaar over, en heeft alles een functie in het verhaal. Belangrijke thema’s die opduiken zijn ketterij, boeken en humor. Alhoewel de bibliotheek een waar bastion is, ontoegankelijk gemaakt door de labyrintische vormgeving, ervaart de lezer enorm veel over de middeleeuwse literatuur. Tijdens één van de scholastische (wijsbegeerte en godgeleerdheid, zoals ze in de middeleeuwen onderwezen werden) discussies wordt humor als des duivels ervaren. Ketterijen uit het verleden krijgen in het nu hun beslag.
Het boek wordt afgesloten met een aantal nabeschouwingen.
“De naam van de roos” is een van de belangrijkste voorbeelden van de postmoderne roman. Kenmerkend daarvoor is het in elkaar overvloeien van verschillende literaire genres. We vinden onder andere kenmerken terug van de misdaadroman, het griezelverhaal (met duidelijke verwijzingen naar onder andere Arthur Conan Doyle en Agatha Christie) en de historische roman (waarbij niet alleen een geschiedenis verteld wordt, maar ook het begrip “geschiedenis” zelf tot thema uitgroeit, onder meer door de vermenging van historische en fictieve figuren). Eco zelf wees ook op het sleutelkarakter van de roman, die onder invloed van de moord op Aldo Moro geschreven zou zijn. Er zijn ook een aantal kenmerken uit de triviaalliteratuur terug te vinden, zoals de duidelijke scheiding tussen goede en slechte figuren, of het gebruik van clichés. Hierboven werd al verwezen naar het scholastische karakter van een aantal discussies. Het feit dat William ook hier weer een buitenbeentje is, door zijn nominalistische visie (filosofie, die de algemene begrippen slechts als namen beschouwt, maar ze hun werkelijkheidswaarde ontzegt), zij het meestal in anachronistische vorm (bijvoorbeeld door het citeren van Ludwig Wittgenstein in middelhoogduitse “vertaling”) is een element van het postmoderne.
Dit boek, dat een enorm succes kent (in 1989 waren er al meer dan acht miljoen exemplaren verkocht), werd in verschillende andere media bewerkt. Zo is er niet alleen de verfilming met in de hoofdrol Sean Connory, maar ook een Duits hoorspel en een bordspel.
Dit is de tweede keer, dat ik het boek gelezen heb, en de bedoeling was, het boek dit keer onder andere vanuit medisch standpunt te lezen. Een lesgeefster uit een verpleegstersschool in de buurt had gesteld, dat doorheen het verhaal een duidelijke beschrijving van de evolutie van syfillis te vinden was. En ook al heb ik genoten van dit herlezen, toch ben ik in dit laatste wat teleurgesteld. Het is zo, dat er een aantal verwijzingen zijn naar mogelijke oorzaken van deze seksueel overdraagbare ziekte, die zowel tot fysiek als psychisch verval leidt, maar een werkelijke ontwikkeling er van in een van de vele figuren heb ik niet aangetroffen. Bovendien was de ziekte in de tijd dat het verhaal zich afspeelt, nog niet bekend in Europa (wat natuurlijk geen conditio sine qua non hoeft te zijn). Wel durf ik stellen syfillis op een symbolische manier in het boek aangetroffen te hebben, doorheen zowel individuele gebeurtenissen als ook in de geschetste maatschappelijke evolutie.
ISBN 9789044616569 | Paperback | 578 pagina's | Uitgeverij Prometheus | juni 2010
Vertaald door Jenny Tuin, Pietha de Voogd, Henny Vlot, Tuin, Jenny, Pietha de Voogd
© Lezer100, 03 november 2010