Thomas Rosenboom

Toon alleen recensies op Leestafel van Thomas Rosenboom in de categorie:
Thomas Rosenboom op internet:
 

Denkend aan Holland Denkend aan Holland


Half februari 2005 hield Thomas Rosenboom de jaarlijkse Kellendonklezing van de Radboud Universiteit Nijmegen, waarin hij het luidruchtige gedrag van ons volkje op de hak neemt. Zijn betoog verscheen onlangs in boekvorm onder de titel Denkend aan Holland.

Het boek begint met het gedicht van Marsman:

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
[...]


Rosenboom stelt dat dit Holland niet meer bestaat, cynisch maakt hij er de volgende regels van: "Denkend aan Holland zie ik groepen jongeren breed voor me op de stoepen staan."

Rosenboom laat zien hoe het mis heeft kunnen gaan in Nederland. Vroeger werd tegen kinderen gezegd: "De volwassenen zijn aan het praten, daar moeten jullie je niet in mengen." Kinderen moesten mee naar de kerk en leerden zo een uur lang stil te zijn. Een oefening in geduld volgens Rosenboom. Kinderen van nu kennen geen geduld meer, kunnen alleen maar schreeuwen en willen alles NU.

Hij vergelijkt Nederland met het buitenland.
In het buitenland fluistert men nog in bijv. een restaurant om anderen niet tot last te zijn. Er wordt gelachen in plaats van gebruld. In het buitenland kunnen kinderen ook nog mee naar een museum, die beginnen niet meteen rond te hollen en te roepen en schreeuwen.
Maar dan de Nederlander:

"Hij denkt dat hij overal recht op heeft en dat alles om hem draait.
Bovendien is hij ongeremd en verwacht dat andere mensen hem geweldig vinden. Het kan niet missen: we hebben het hier over de Nederlander.
Tussen de buitenlanders, die over het algemeen veel rustiger zijn, pik je hem er direct uit. En dat is jammer voor de Nederlander."



Het is de schuld van de opvoeding, kinderen wordt geen rem meer opgelegd.
In het buitenland zag hij een man aan komen rijden op een brommertje met een kind voorop. De man ziet een kennis, stopt, en maakt een praatje. Het kind bekijkt de kilometerteller, legt zijn handen op het stuur en zegt zacht broem, broem en rijdt denkbeeldig brommer.
Maar nu in Nederland... het kind begint te jengelen, vraagt constant de aandacht en krijgt deze ook! Ach ja, hij heeft al echt een eigen willetje hè, wordt er dan gezegd.
Voor het kind wordt in winkels ballenbakken en/of kinderopvang gecreëerd, vakanties staan in het teken van het kind. Het kind heeft het voor het zeggen niet de ouders. Er is geen rem meer met alle gevolgen van dien...

Deze ongeremdheid werkt door tot in de volwassenheid:

"Denk maar aan de joelende en hossende voetbalsupporters. Om voetbal gaat het daarbij allang niet meer. De inhoud van het feest is onbelangrijk geworden, die wordt simpelweg overschreeuwd met het eendimensionale "olé, olé, olé, olé"."
"Wie springt en schreeuwt uit zich niet, maar kan zich juist niet uiten, die voelt niets meer, alleen maar zijn eigen opwinding."

Als je niet meedoet kan het 'feest' zo omslaan in agressie. Huisartsen kunnen een klap krijgen als ze die pil niet voorschrijven enz.

Kortom, Rosenboom stelt dat mensen weer ingeperkt/afgremd moeten worden. Kinderen moeten zich weer leren beheersen en de ouders moeten niet meer alles toestaan onder het mom van, een kind moet zich ten alle tijden kunnen uiten.

"Het is te vergelijken met de tango dansen. Dan mag je heel veel dingen niet: hossen, of met je armen wieken. Maar vanuit die beperking bereik je een veel grotere mate van expressie dan wanneer je zogenaamd 'vrij' danst op van die stampmuziek."


ISBN 902147624x | Paperback | 37 pagina's | Querido | 2005

© Dettie, september 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: