Ronaldus Koreman

Toon alleen recensies op Leestafel van Ronaldus Koreman in de categorie:
Ronaldus Koreman op internet:

 

Vluchteling HBM.K I5620 Vluchteling HBM.K I5620


Binnen een raamvertelling is hetgeen binnen het kader verteld wordt het belangrijkste. In dit geval is dat het verhaal van het oorlogsverleden van Henry, Robs vader, ervaringen, die hem hard maakten.
Zo knipte hij radicaal van Robs jas, die hij te lang vond, een stuk af, en liet hij de zebravinkjes van zijn zoon los. Zijn vader werd vaak schreeuwend wakker uit nachtmerries waar over hij niet wilde praten. ‘Het was een gesloten boek dat feitelijk nooit gesloten was.’
Maar Rob kent het verhaal. Zijn vader bleef contact houden met een Pool, die hem geholpen had, en twee jaar na zijn dood reizen Rob en zijn moeder naar Polen, voor een bezoek aan de man. Na een bezichtiging met rondleiding langs de restanten van het kamp vertelt Milosz alles wat hij weet, deels uit eigen ervaringen, deels omdat Henry het hem vaak genoeg verteld heeft. Milosz is dus de verteller ‘je vader…’, maar hij vult details en dialogen aan, zodat het lijkt alsof Henry zelf vertelt.

Henry is als jonge  man opgepakt en in een werkkamp in Polen terechtgekomen.
Hoe en waarom hij opgepakt werd, wordt niet verteld, het gaat duidelijk om het verhaal over het kamp. De ellende die hij daar meemaakte hoef ik niet na te vertellen, naast ontberingen is er de geslaagde ontsnapping. Henry zwerft door het barkoude Poolse land en dankzij de vriendelijkheid van de mensen die hij tegenkomt, zijn eigen vindingrijkheid en een flinke dosis geluk weet hij uit handen van de Duitsers te blijven en klopt hij tenslotte aan bij een kasteel. Daar woont de familie van Milosz. Zij nemen Henry op in het gezin, maar de dag komt dat het huis geconfisqueerd wordt. Dan trekt de familie, nog steeds met Henry, in een appartementje in Poznan, de stad waar Rob en zijn moeder nu op bezoek zijn.

Is dit alles genoeg om de Spartaanse opvoeding die Rob van zijn vader kreeg te verklaren?  Waarschijnlijk speelt ook de generatiekloof mee, die verdiept wordt door de ‘vrijheid’ die de jaren zestig met zich meebracht.
De raamvertelling is waarschijnlijk om aan te geven hoe een oorlogsverleden door kan werken in komende generaties. Het is een bijzonder ‘raam’ dat hier gebruikt wordt, een ietwat macaber en irreëel gegeven, dat voor sommige lezers wel eens lastig te accepteren zou kunnen zijn. Rob krijgt namelijk een telefoontje van  zijn vader, die dan al meer dan dertig jaar dood is. Zijn vader wil nog een keer met hem praten, en vraagt zijn zoon naar het kerkhof te komen.  Hetgeen geschiedt. Met een sneer na, die natuurlijk terecht is.

‘Natuurlijk heb ik na de oorlog iedere Duitser gehaat,’ antwoordde zijn vader. ‘Er waren tenslotte zo’n 72 miljoen doden te betreuren. Maar niet iedere Duitser verdiende haat. Natuurlijk niet. Dacht je nu werkelijk dat alle Duitsers schurken waren? Het probleem is dat je aan de buitenkant niet kunt zien of iemand goed of slecht is. Maar wat denk jij, beste kerel, wat wij Nederlanders in bijvoorbeeld Indonesië hebben uitgevreten?’


Voor wie geïnteresseerd is in de Tweede Wereldoorlog is dit nieuw verhaal. Het gaat niet om een bepaalde achtergrond van de hoofdpersoon, maar om hetgeen hij meegemaakt heeft. Om de ontberingen in een onherbergzaam Pools land, en over vriendschap, over de dood heen.
Het is een vlot verteld verhaal met ‘een mix van fictie en werkelijkheid’ zoals op de flap vermeld staat.


ISBN 9789082015904 | Paperback | 232 pagina's | Koreman Studio | mei 2013

© Marjo, 29 mei 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: