Pamela Moore

Toon alleen recensies op Leestafel van Pamela Moore in de categorie:
Pamela Moore op internet:
 

Bonbons als ontbijt Bonbons als ontbijt


Even denk je, mede door de voorkant en de titel van het boek, dat je in een lichtvoetig feel good meisjeboek bent terecht gekomen, maar daar komt al lezend snel verandering in. De mooie vijftienjarige Courtney Farrell - die een moeder heeft die als Hollywood-actrice martini’s serveert voor het ontbijt en een rijke uitgever als vader - die hunkert naar mannen en feesten en weggestuurd wordt van een dure kostschool, voldoet inderdaad aan alle eisen voor een feel good meisjesroman, maar al snel kom je er achter dat er onder al dat uiterlijk vertoon een diepe zwarte onderlaag schuil gaat.

Zeker als je weet dat het boek in 1956 geschreven is door Pamela Moore, die toen zelf zeventien was en die op zesentwintig jarige leeftijd een einde maakte aan haar leven. Ze leed aan een bipolaire stoornis, iets waar toen nog geen diagnose voor was. De hoofdpersoon in haar debuutroman zou die diagnose ook maar zo opgeplakt kunnen krijgen, ook zij kent grenzeloze pieken en diepe duistere dalen, is zelfdestructief en wordt opgenomen in een psychiatrische inrichting. Zelfdoding is ook in dit boek een thema waar de schrijfster toen blijkbaar al mee bezig was.

Het is dan ook een boek met grote contrasten, veel glitter, glamour, feesten, mannen en champagne maar tegelijkertijd gaat het ook over existentiële eenzaamheid, over uiterlijke schijn, over depressie, zelfdestructie en wanhoop. De dode bladeren in het zwembad die we al aan het begin van het boek tegenkomen, blijven het hele boek door een thema:

“Waarom probeer je me pijn te doen” vroeg hij zacht.“ Vanwege de lelijkheid ” zei ze op wanhopige toon, terwijl ze haar gezicht in de kussens drukte. “De lelijkheid, de dode bladeren, ze zijn achter me aan gekomen. Ik kan er niet aan ontsnappen”.


Het is ook gewoon een coming of age roman waarin de worsteling naar erkenning van haar egocentrische moeder, de ontdekking van haar seksualiteit en het zoeken naar wie ze is en wat ze met haar leven wil, belangrijke thema’s zijn. Geen thema’s die gebruikelijk waren in 1956, zeker niet als er overgeschreven werd door een meisje van zeventien. De New York Times schreef dan ook dat het tot voor kort als schokkend werd beschouwd als tienermeisjes die soort boeken lazen, maar dat ze die nu blijkbaar zelf schreven.

De toon van het boek is bedrieglijk luchtig, maar juist het contrast en de frictie tussen die luchtigheid én de zwarte duistere kant maakt dit, hoewel het verhaal vrij vlak is, een intrigerend boek wat met weerhaakjes in mijn hoofd bleef haken. De schrijfstijl, hoewel uitzonderlijk knap geschreven voor een zeventien jarige, verraad hier en daar nog wel wat onervarenheid, wat me nieuwsgierig maakte naar hoe deze schrijfster zich zou hebben ontwikkeld als ze meer tijd van leven had gehad.


ISBN 9789491363696 | Paperback | 301 pagina's | Gibbon Uitgeefagentschap | januari 2017
Vertaald door Gerda Baardman en Theo Schoemakers. Eerder uitgegeven in het Engels in 1956

© Willeke, 28 februari 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer: