Nelleke Noordervliet

Toon alleen recensies op Leestafel van Nelleke Noordervliet in de categorie:
Nelleke Noordervliet op internet:
 

Altijd roomboter Altijd roomboter


Op 16 september 1856 wordt Nelleke Noordervliets overgrootmoeder geboren: Engelbertha Wiggelaar.
In Arnhem werkt ze als dienstbode. In 1876 bevalt ze te Utrecht van een zoon, vader onbekend. Het jongetje sterft en ze gaat terug naar Arnhem. Een paar jaar later bevalt ze in Leiden van een dochter. Dan blijft ze in Leiden, trouwt in 1879 met Abraham Teljeur, en krijgt nog tien kinderen. Dit zijn de feiten, het weinige dat Noordervliet over haar voorouder weet.


Maar Engelbertha is vrouw, wees, dienstbode en ongehuwde moeder, in haar zijn de "kwesties" van de 19e eeuw aanwezig. En Noordervliet schrijft een fictief verhaal om haar overgrootmoeder heen: gebruikmakend van de feiten over haar familie en over de geschiedenis van die tijd.
Rond 1860 begon de emancipatie van de vrouw; wezen werden in weeshuizen opgevoed tot brave burgers, en hen werd een vak geleerd; een dienstbode was maar een enkele stap verwijderd van het laagste, de prostitutie: zij waren volledig afhankelijk van de werkgever, zij waren slaaf, hun heer kon met hen doen wat hij wilde en aan zijn woord werd niet getwijfeld. Als ongehuwde moeder kon een vrouw natuurlijk niet meer werken. Hoe men dan de kost verdiende? Misschien door boontjes af te halen voor de fabrieken die in die tijd ontstonden..
Noordervliet laat haar overgrootmoeder, die zeker een goede moeder en huisvrouw was, een sterke vrouw, aanwezig zijn bij een redevoering door Domela Nieuwenhuis, ze laat haar solliciteren naar de funktie van min voor de baby van koningin Emma, alles onder het mom van :"het had zo kunnen zijn".
Maar nooit wordt deze fictieve persoon de echte Engelbertha, die Noordervliet gekend heeft toen ze nog een klein kind was. Op 12 oktober 1953 sterft haar overgrootmoeder.


Het is erg wennen aan deze manier van schrijven: er zijn persoonlijke feiten, er is geschiedschrijving, er zijn verzinsel, alles door elkaar heen. Als het boek uit is heb je inderdaad niet meer dan een idee van hoe het geweest had kunnen zijn, maar waarom zou het niet zo geweest zijn? Zolang we niet weten hoe het gewone volk leefde, kunnen we het best doen met deze fictieve werkelijkheid.


"de wereld was groot, te groot. De wereld buiten haar straat, haar clan, kende Engelbertha niet. Die was onbevattelijk. Ze wist zo'n beetje hoe de gegoede lieden leefden, uit haar tijd in Arnhem, maar ze kende hen niet werkelijk. Ze kon zich er geen voorstelling van maken hoe ze dachten, wat ze wisten. Het was onontgonnen terrein. Het was er niet. "


"Op dezelfde manier kijk ik (=Nelleke Noordervliet) naar het leven van Engelbertha. Terwijl zij in Leiden haar kinderen groot zag worden en haar handen ruw werkte, voor zover ik weet geen boek las, hooguit een blaadje of een krant, leefde tegelijkertijd niet ver daarvandaan Carry van Bruggen, een door mij bewonderd schrijfster (.....) Carry van Bruggen had haar dochter kunnen zijn. Of haar dochter had een Carry kunnen zijn, want Carry was de dochter van een eenvoudige joodse voorganger. Waarom kon de een aan haar milieu ontstijgen en de ander niet?"


ISBN 9045701030 | Paperback | 204 pagina's | Uitgeverij Augustus | maart 2005

© Marjo, maart 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Altijd roomboter


Wat doe je als je een prachtige foto hebt van je overgrootmoeder? Je hebt haar wel eens gezien maar kennen deed je haar niet. Je bekijkt die foto goed, ziet een oude vrouw, in ouderwetse kleren, ze heeft grove handen, geen gebit in maar die ogen! Daar zit leven in, die lachen!
Dan ga je mijmeren. Hoe zou haar leven zijn geweest? En dat is precies wat Nelleke Noordervliet gedaan heeft. Ze dook de gemeentearchieven van Leiden, Utrecht en Arnhem in, las de lectuur over de tijd waarin haar overgrootmoeder leefde: eind 19e begin 20e eeuw, en bestudeerde oude kranten uit die periode. Langzaam onstond er een beeld gebaseerd op werkelijkheid en fantasie.
Nelleke's grootmoeder, Engelbertha Teljeur-Wiggelaar, was een ongehuwde dienstbode en tot twee maal toe zwanger gemaakt door de heer des huizes, het eerste kindje overlijdt korte tijd na de geboorte. Hoe zou haar overgrootmoeder dit ervaren hebben? Hoe ging de vrouw des huizes daar mee om?
Gelukkig ontmoet ze Abraham Teljeur, een zilversmit en later postbode, ze trouwt met hem en krijgt nog tien kinderen. Maar Egelbertha is niet zomaar een vrouw, zij is opgegroeid in het burger weeshuis in Arnhem wat haar een bepaald aanzien geeft, niet alle kinderen kwamen daar terecht. Zij heeft in een luxe woning gewerkt en weet hoe het hoort. Ze is geen lieve, eerder een harde vrouw, voor zichzelf en haar kinderen maar dat moet ze wel zijn. Tien kinderen grootbrengen in niet al te ideale omstandigheden is zwaar. Maar één ding weigerde ze pertinent en dat was margarine op haar brood, het moest altijd roomboter zijn.


Noordervliet weeft de gevonden geschiedkundige informatie door het verhaal heen, zoals de opkomst van Troelstra en het voorzichtige begin van de vrouwenemancipatie, en vult de hiaten op door bijvoorbeeld een gefingeerde ontmoeting van Engelbertha met tijdgenoot Freud. (Erg leuk) Of laat Engelbertha de viering van het Leidens ontzet meemaken waar de hoge heren minzaam een boterham en een haring uitdelen aan de armere bevolking.


Deze mix van fictie en werkelijkheid maakt het een zeer aangenaam boek om te lezen, een aanrader!


ISBN 9045701030 | Paperback | 204 pagina's | Uitgeverij Augustus | 2005

© Dettie, maart 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: