Mark Schalekamp
De parvenu
‘Heel lang heb ik gedacht dat ik verwisseld was in de wieg, door een zuster die van de wijs was, murw gehuild door een zaal baby’s. Per ongeluk, zo gebeurd. Was ik beland in dit gezin. Maar op een dag zou een grote auto voor de deur staan, wist ik. Een chauffeur zou de zich vergapende buurtkinderen verjagen voor hij de passagier laat uitstappen, de man die me zou komen halen, eindelijk: mijn echte vader.’
Het schijnt dat kinderen dat vaak willen: dat hun ouders niet zijn/haar echte ouders zijn. In geval van Hugo Stadman is het waar: op een dag hoort hij dat zijn zorgvader niet zijn biologische vader is. Handig gegeven als hij geen beter levensdoel weet dat het kleinburgerlijk milieu van zijn ouders te ontvluchten. Als iemand hem toesnauwt: ‘jouw soort drinkt geen champagne’ staat het vast: hij zal ze eens laten zien dat hij een kwartje zal worden! Huh, een kwartje? Een euro wordt hij!
Hugo is een intelligente jongeman, en hij weet dat op zo’n manier te gebruiken, dat hij inderdaad opklimt. In de bankierswereld weet hij het te maken, en als zijn vriend Willem hem voordraagt voor dat geheimzinnige genootschap van hooggeplaatsten, het Rozengenootschap, kan hij zijn geluk niet op. Maar, natuurlijk is er een maar: het vlees is zwak. Rijkdom en macht hebben een keerzijde: ze stellen Hugo ook in staat zich te buiten te gaan aan drank en drugs, aan hoerenloperij en gokken.
Door een stomme daad wordt hij ontslagen, met een grote onaflosbare schuld aan zijn broek.
In de liefde is hij ook al zo’n snob: als zijn vriendinnetje van een in zijn ogen ongewenste komaf is, gebruikt hij haar en zet haar dan aan de kant.
’het voelt niet goed meer.’
Tot zijn grote schrik gebruikt een meisje dat hij juist als een aanwinst zag, dezelfde woorden om van hem af te komen. Terwijl hij zich steeds dieper in de nesten werkt, wil hij diep van binnen alleen maar zijn echte vader vinden, weer een relatie met Anna hebben en lid zijn van het Rozengenootschap.
In het derde deel van het boek begint de lezer zich vertwijfeld af te vragen of Hugo weer op kan krabbelen. Of hij in staat zal zijn om zijn (liefdes)leven op poten te zetten. Of is de ondergang onafwendbaar?
Als lezer heb je de keuze om al of niet te sympathiseren met de hoofdpersoon. Het wereldje waarin hij verkeert, wil je je daar ook bevinden? Of staat het je tegen?
Gelukkig is het een vlot verhaal, het leest als een trein, het eindstation haal je wel.
Of Hugo dat ook doet??
ISBN 9789029576222 | Paperback | 252 pagina's | De Arbeiderspers | 2011
© Marjo, 07 februari 2012