Linda Spalding
Een mus valt ter aarde
De quaker Daniel Dickinson woonachtig in Pennsylvania blijft na de dood van zijn geliefde vrouw Rebecca achter met vijf jonge kinderen.
In zijn huis werkt Ruth Boyd, een vijftienjarig methodistisch weesmeisje, als dienstbode, hij heeft haar hulp hard nodig.
Maar de quakervrienden vinden het onfatsoenlijk en spreken er schande van dat de weduwnaar het meisje na Rebecca's dood nog steeds in huis heeft. "Gij zult een schandaal veroorzaken als gij dat dienstmeisje in uw huis laat wonen." zegt Daniels vader. "Gij moet een echte moeder voor uw kinderen zoeken."
Maar Daniel kan het niet over zijn hart verkrijgen haar naar het weeshuis terug te sturen dus trouwt hij maar met haar. Het gevolg is dat het gezin uit de Quakergemeenschap verstoten wordt en vertrekt naar Virginia.
Dat is ook al verkeerd volgens de Vrienden want dat is 'het land van de slavernij'. Daniel verwerpt de slavernij, dat is tegen de regels van de Quakers.
Iedereen is gelijk, hij zal ze nooit in dienst nemen, zegt hij... het blijkt vooral grootspraak.
Daniel wil in Virginia een boerenbedrijf opzetten en land gaan bewerken maar enige kennis daarover ontbreekt hem. Het is de kleine Ruth, waaraan hij veel te danken heeft. Zij heeft wèl verstand van zaken, zij weet hoe ze gewassen moet kweken. Ruth is ook degene die zorgt voor inkomen en zij spaart om de schulden van Daniel te voldoen. Maar arme Ruth wordt niet geaccepteerd door de kinderen, zij geven haar de schuld van hun vertrek uit hun woonplaats en van Daniel krijgt ze ook geen steun.
Vooral de oudste dochter, Mary, is dwars en erg hatelijk tegen Ruth.
Mary vindt het vreselijk dat ze haar familie en vrienden achter moest laten. Zij is de enige die hen brieven schrijft waarop ze overigens nooit antwoord krijgt.
Ruth is erg eenzaam, alleen de kleine Benjamin toont zijn aanhankelijkheid en voor dit kind heeft Ruth dan ook alles over.
Daniel, blijkt een man zonder ruggengraat. Ondanks dat hij volgens de quakerregels zegt te leven en geen geld mag sparen, geen beloftes mag doen en iedereen gelijk is, steekt hij zich in de schulden om land te kopen en - dankzij zijn gestumper - komt hij ook na een marktdag thuis met een 'slaaf', Simus, een jongen van ca. 11-12 jaar, 'gekocht' in ruil voor zijn beste paard. Daniel is er flink ingeluisd door de marktlui.
Met Simus' komst wordt iets in gang gezet wat niet te stoppen is, het loopt op een enorm dramatische gebeurtenis uit die iedereen door elkaar zal schudden.
Maar aanvankelijk blijkt de jongen een enorme vooruitgang te bewerkstelligen. Hij is slim en heeft goede ideeën voor het land. De dertienjarige Mary vindt Simus geweldig, ze is niet bij hem weg te slaan. Inmiddels is Bett ook toegetreden tot het 'huishouden' van Daniel. Zij is een weggelopen slavin. Bett weet alles van geneeskrachtige planten en kruiden.
Daniel steekt zich steeds meer in de schulden en Ruth werkt keihard om ook die schulden af te kunnen lossen. Ruth is de motor, de spil, de doorzetter maar niemand heeft dat in de gaten of wil dat erkennen.
Op zich zijn de ingrediënten van dit verhaal interessant, de leefregels van de quakers, de trek naar een andere staat, het ontstaan van een heel nieuw dorp, de manier van leven in die tijd, de slavernij etc. maar alles blijft vrij vaag. Geen enkel personage of gebeurtenis wordt volledig uitgewerkt en de scènewisselingen zijn groot. Het ene moment ben je bij Bett in de hut, het andere moment, zonder aannemelijke overgang, sta je bij Daniel in huis en vraag je je af wat er nu eigenlijk gebeurde in die hut. Je krijgt eveneens geen goed beeld van Daniel, Ruth en de kinderen en hun leefomgeving. Daniel blijft ook steeds als een zoutzak staan als er de meest vreselijke dingen gebeuren. Hij grijpt niet in en klungelt maar door.
De roman zelf is niet evenwichtig opgebouwd. In het begin gebeurt er enorm veel en dan word je ook redelijk het verhaal in getrokken. Maar daarna hangt alles steeds meer als los zand aan elkaar. Het lijkt alsof de schrijfster niet kon kiezen om welke personen ze het verhaal heen wilde bouwen.
Ik heb het boek met moeite uitgelezen, ondanks dat er op het eind toch nog even een aangrijpende opleving in het verhaal komt, maar ook die houdt geen stand. Jammer.
Linda Spalding doceerde aan de University of Toronto en Ryerson University. Ze werd voor verschillende literaire prijzen genomineerd en kreeg voor haar bijdrage aan de Canadese literaire gemeenschap de Harbourfront Festival Prize. Voor haar boek Een mus valt ter aarde ontving ze in 2012 de Governer General’s Literary Prize for Fiction.
ISBN 9789023994701 | Paperback | 395 pagina's | Uitgeverij Mozaïek | september 2014
Vertaald door Mariella Duindam & Dorien de Vries
© Dettie, 11 december 2014