Leila Meacham
Rozen
Het verhaal speelt zich voornamelijk af in het, fictieve, kleine plaatsje Howbutker in Zuid-Texas. Mary Tolliver erft de plantage tot grote schrik van haar moeder en broer. Vader Vernon Tolliver wist dat zijn vrouw en zoon de plantage zouden verkopen maar zijn dochter Mary had dezelfde liefde voor het land en de katoen als hij. Mary wordt vanaf die tijd genegeerd door haar moeder en groeit vrij eenzaam op. Ze is een schoonheid.
De Tolivers zijn samen met de Warwicks, houtfabrikanten, en de DuMonts, warenhuis bezitters, de belangrijkste families in het plaatsje. Tussen deze families zijn de afspraken gemaakt dat ze nooit geld van elkaar zullen lenen en een roos zullen gebruiken als symbool. Als je een rode roos geeft vraag je vergiffenis, een witte betekent dat je vergeving schenkt en een roze roos zegt dat vergeving er niet in zit.
Percy Toliver is stapelgek op de beeldschone Mary Toliver en laat haar dat duidelijk merken. Maar Mary is gek van haar plantage en zal die niet opgeven. Percy verlangt dat wel van haar, hij wil een vrouw die hem en de kinderen op de eerste plaats stelt. Mary weigert koppig aan deze wens toe te geven hoewel ze stapelgek op Percy is. Als hij, samen met de broer van Mary, Miles en Ollie DuMont, vertrekt naar Europa om mee te vechten in WOI bidt ze dat Percy terugkomt. Gelukkig komen ze alle drie terug en even lijkt het erop dat Mary en Percy inderdaad zullen trouwen maar Mary kiest toch voor de plantage, daar ligt haar hart denkt ze. Beiden trouwen iemand anders.
Mary trouwde met de lieve en goede Ollie Dumont die gewond teruggekeerd is uit de oorlog en heeft een redelijk gelukkig leven, ondanks het latere verlies van hun enige zoon, de jongen werd 16 jaar.
Percy trouwde met Lucy, een schoolvriendin van Mary, ze hebben een liefdeloos huwelijk maar krijgen wel één zoon, deze overlijdt ook jong maar laat hen wel een kleinzoon na. Mary en Percy blijven echter altijd elkaars grote liefde.
Miles keert terug naar Frankrijk om met een Franse vrouw te trouwen en krijgt ook een zoon, William. Deze wordt na de vroege dood van Miles naar zijn tante Mary gestuurd zodat hij een goede opvoeding zal krijgen. Bovendien erft hij een stuk land dat aan Miles nagelaten was. Op zijn 21e kan hij daarover beschikken. Maar William vindt het allemaal niets en loopt op zeventien jarige leeftijd weg. Later neemt hij wel weer contact met Mary op.
Het boek handelt in feite over de keus van Mary om niet met Percy te trouwen en de gevolgen daarvan. Pas later ziet ze in hoe dom het was om zo koppig vast te houden aan haar plantage en hoeveel mensen te lijden hebben gehad door haar beslissing. Rachel, de dochter van William, is net zo gek op de plantage als Mary. En deze laatste houdt ook haar hart vast en hoopt dat Rachel niet dezelfde fouten als zij zal maken.
Het is een dramatisch verhaal en het leest heerlijk weg. Je wilt toch weten hoe het verder gaat met Mary, Ollie, Percy en later Rachel en Matt.
Wat me wel verbaasde is dat het personeel een eeuwig leven leek te hebben. De huishoudster Stassie bijvoorbeeld was er altijd. Die vrouw moet minstens 80 of 90 zijn geweest. En soms lag het er een beetje dik bovenop wat er verder zou gebeuren. De personages hadden ook iets meer diepgang kunnen hebben, ze bleven een beetje vlak op Lucy en Percy na maar dat geeft allemaal niet. Het is geen tweede Gejaagd door de wind maar wel een verhaal dat daar dicht bij komt. Gewoon een boek om mee op de bank te kruipen met een flinke pot thee naast je en dan maar lezen en lezen en lezen.
ISBN 9789032512286 | Hardcover | 623 pagina's | Uitgeverij De Kern | oktober 2010
© Dettie, 05 november 2010