Jean Giono
De man die bomen plantte
Hij had vastgesteld dat dit land ten onderging door gebrek aan bomen. Hij voegde eraan toe dat hij, omdat hij niets belangrijks te doen had, het besluit had genomen iets aan die stand van zaken te doen.
Jean Giono wandelde vlak voor WO I door de hoogvlakte van Franse Alpen 'daar waar deze de Provence binnendringen'. Het was een troosteloos, kaal landschap. Er was alleen wilde lavendel te vinden. Na drie dagen kwam hij aan bij een verlaten dorp, de enkele huizen waren vervallen en overwoekerd met onkruid. Jean had gehoopt daar een waterput aan te treffen maar helaas hij moest verder en achteraf is hij daar blij om, anders had nooit de bijzondere ontmoeting met Elzéard Bouffier plaatsgevonden.
Deze vijfenvijftig jarige herder had zich na de dood van zijn vrouw en zoon teruggetrokken in bovengenoemde streek.
"Die man sprak weinig. Dat is gebruikelijk bij hen die eenzaam leven, maar je voelde dat hij zeker was van zichzelf en vol vertrouwen in zijn zelfverzekerdheid. Dat was merkwaardig in dat van alles beroofde land. Hij woonde niet in een hut maar in een echt stenen huis waaraan je heel goed af kon zien hoe zijn persoonlijke inspanningen de ruïne hersteld hadden die hij bij zijn komst daar moest hebben aangetroffen. Het dak was solide en waterdicht. De wind die ertegen blies maakte op de dakpannen het geluid van de zee op de stranden."
De man straalde een ongekende rust uit. Zijn stenen herdershut was schoon evenals zijn kleding. Vanzelfsprekend mocht Jean blijven overnachten en de volgende dag ging hij met de herder mee op zijn route. Opvallend was dat Elzárd de avond daarvoor honderd eikels had gesorteerd en deze in een emmer water doopte. Eenmaal op de plaats van bestemming gekomen maakte Elzéard gaten in de grond en stopte daar zorgvuldig de eikels in. Hij had er inmiddels al honderdduizend geplant, waarvan er vermoedelijk zo'n tienduizend zouden overleven.
Jean Giono is onder de indruk maar vergeet na vertrek de man al snel vooral omdat even later WO I uitbreekt die hem te zeer in beslag neemt. Maar na de oorlog ontstaat er bij Jean de behoefte aan lucht, ruimte en vrijheid en zo trekt hij weer naar de verlaten gebieden en ontmoet opnieuw Elzéard Bouffier, die overigens geen enkele vorm van oorlog heeft meegekregen. Vanaf die tijd zoekt Jean hem elk jaar op en ontrolt zich het bijzonder verhaal rond 'De man die bomen plantte'.
Het verhaal is zonder opsmuk verteld en is juist dankzij die eenvoud zo indrukwekkend. In het nawoord lezen we over de ontstaansgeschiedenis van deze roman en dat is in feite jammer, het doet afbreuk aan het mooie inspirerende verhaal.
Het boek is geschreven in 1953 en verscheen in 1988 voor het eerst in de Nederlandse vertaling en is inmiddels aan zijn derde druk toe. In de eerste druk was het boek geïllustreerd met houtsneden van Michael McCurdy maar in 2002 werden deze vervangen door foto's van Martin Kers. Ook in deze derde druk zijn deze foto's in iets andere volgorde weergegeven.
Jean Giono (1895-1970) was een pacifistische Frans dichter en schrijver die zijn inspiratie vond in de Provence. Daar woonde en werkte hij "en vond hij de landschappen en personages die zijn boeken stoffeerden en bevolkten. Belangrijke thema's zijn daarbij de onvergankelijke oerkrachten van de natuur en het streven naar een harmonisch landleven, ver van de ontaarding van de grote stad."
ISBN 9789062244492 | Hardcover | 48 pagina's | Uitgeverij Jan van Arkel | 2017
3e druk
© Dettie, 26 mei 2017