Jan van Beurden
Lieveling
Na de dood van zijn vader in 1987 vond de familie de brieven die Piet van Beurden tijdens de oorlog schreef aan zijn toenmalige verloofde Corry. Dat triggerde hun zoon Jan tot het zoeken van meer informatie. Door middel van gesprekken met de familie en interviews ook met mensen daarbuiten kon hij het levensverhaal van zijn vader reconstrueren.
Het wordt in eenvoudige taal verteld, vaak doorspekt met dialect. Zo gebruikt hij consequent 'ze' als hij hen zou moeten schrijven. Bijvoorbeeld 'ik zal ze vertellen'' in plaats van 'ik zal het hen vertellen', of ook werkwoordsvormen zoals die in het Zuiden gebruikt worden. Maar iedere Nederlander zal begrijpen wat er staat.
Piet van Beurden was de zoon van een kolenboer, die zijn zaakjes goed voor elkaar had. Ze woonden aan de rand van Tilburg, 'in den Abcoven', op een boerderijtje, waar het vooral voor de kleine Piet goed toeven was. Er waren wel koeien voor de melk, varkens voor de spek en kippen voor de eieren, als ook een moestuin en een 'boogert' voor groenten en fruit, maar het gezin hoefde er niet van te leven. Piet deed zijn karweitjes wel, maar kon het er ook van nemen. Hij ging net als zijn broer naar de fraterschool, tot vader van Beurden er achter kwam dat de fraters losse handjes hadden. De vrijdenkende kolenboer had er totaal geen moeite mee om de jongens naar een particulier schooltje te doen ook al was meneer Hertsig een protestant.
'Veel vriendjes uit Goirle mochten ineens niet meer met hem spelen en Pietje had daar niets van begrepen.
Pa had gezegd dat dat domme vriendjes waren en dat ie nu slimme vriendjes had.'
Na de -goede- lessen van meneer Hertsig, mocht hij naar het lyceum, de eerste uit het gezin die ging studeren. Het ging hem goed af. En toen de oorlog uitbrak was het op voorspraak van de leraren dat hij als tolk werd aanbevolen bij het Engelse leger.
Maar zover zijn we nog niet. Bij een ongeluk komt zijn vader om het leven, het gezin verhuist van de boerderij naar een van de burgerwoningen die hij had laten bouwen. De eerste oorlogsjaren gaan rustig voorbij; met hulp van de school weet hij te ontkomen aan de Duitse tewerkstelling. Tot 1943, toen moest hij alsnog onderduiken. Door een stommiteit wordt hij opgepakt, maar hij weet te ontsnappen en zoekt zijn weg terug naar Tilburg. Als hij thuis aanklopt, vertelt zijn zus hem dat Tilburg net een dag bevrijd is. Het was 28 oktober 1944.
Daarop volgt zijn leven als tolk. Hij wordt ingelijfd - naar later blijkt niet volgens de regels - bij het Britse leger en trekt als hulpgunner in een
tank mee naar Berlijn. De rest van het boek bevat het verhaal van deze trektocht, de vriendschap met de Engelsen, de schok van de ontdekking van
het kamp van Bergen-Belsen, en hoe hij later nog tolk was bij de verhoren en processen van SS-ers.
Tussendoor worden we getrakteerd op de brieven, die letterlijk zijn overgenomen in het boek. Zijn aanhef is steeds 'lieveling', Vandaar dus de titel van het boek. Het zijn geen hoogstandjes, deze brieven, het zijn liefdesbrieven tenslotte, maar ze tonen wel waar het talent van de schrijver vandaan komt.
Het is een vlotte vertelling, het boek leest als een trein, en geeft toch een aardig beeld van de tijd van toen. Hoewel het ook heel duidelijk ingekleurd wordt met kennis achteraf, is dat niet erg. Het gaat om het verhaal van de vader, niet om een waarheidsgetrouw - maar wel zoveel mogelijk - verslag te schrijven. Achterin het boek zitten nog een cd met een lied, geschreven door de kleinzoon van Piet, en een dvd met oorlogsfilmpjes. En er is zijn website, waar je eventuele aanvullingen op het verhaal kwijt kan.
ISBN 9789460320057 | Hardcover | 440 pagina's | Uitgeverij Pix4prof | december 2009
© Marjo, 03 mei 2010