Hernán Rivera Letelier
De filmvertelster
De ik-figuur is een jong meisje, wiens leven drastisch verandert als haar vader een ongeluk krijgt in de mijn en niet meer kan werken. Bovendien verlaat haar moeder haar man en kinderen zonder achterom te kijken.
Het verhaal speelt in een onherbergzaam gebied in Chili, het is roeien met de riemen die je hebt.
En veel riemen heeft het gezin niet. Behalve de vader zijn er vijf nog jonge kinderen: vier jongens en de jongste, Maria Margarita, onze vertelster.
‘Laat staan dat we geld hadden voor een rolstoel. Mijn broers hadden de wieltjes van een oude driewieler onder mijn vaders leunstoel gemonteerd en zo konden we hem van de eetkamer naar de slaapkamer of voordeur rijden. Want bij de voordeur dronk mijn vader tegen de avond graag zijn fles rode wijn terwijl hij naar de ondergaande zon keek en passerende vrienden groette.’
In het dorp is een bioscoop, het enige vertier dat er is. Ook voor Maria Magarita en haar ouders, en broers. Maar nu er alleen dat pensioentje is, kunnen ze er niet meer met z’n allen heen, en het lijkt logisch: een van hen moet gaan, en daarna aan de anderen vertellen wat er vertoond werd. Maar wie?
Niet onverwacht, als iedereen heeft laten zien wat hij/zij kan, is het Maria Margarita die de filmvertelster wordt. Zij kan als geen van de anderen de film tot leven brengen, ze heeft een enorm acteertalent, en maakt ook gebruik van requisiten.
Ongeduldig wachten haar broers en vader iedere keer tot ze thuiskomt uit de bioscoop.
En zoals dat gaat: haar broers nodigen een vriend uit, die neemt anderen mee, en binnen de kortste keren zit het hele dorp in hun huis. Ze besluiten er dan een vrijwillige bijdrage voor te vragen, en zo kabbelt hun leventje door, tot er zich verschillende rampen voltrekken, die eerst Maria Margarita persoonlijk, later het hele gezin treffen.
Ook de moderne tijd haalt hen in.
Klein triest verhaal, dat evenwel op een vrij luchtige manier verteld wordt. Dat het verhaal een enorme tragiek omhelst, besef je pas als je het boek uit hebt. Zoals je ook eigenljk nauwelijks door hebt hoe armoedig het leven is in het Chileense dorp. Je leest wel over huizen met golfplaten, en over die ene slaapkamer met drie gietijzeren bedden, maar de vertelster klaagt niet. Ze weet niet beter. Helaas komen de dramatische gebeurtenissen des te harder aan, omdat ze op dat moment wèl beseft hoe het beter zou (kunnen) zijn.
Het lijkt me logisch dat een verhaal als dit verfilmd gaat worden...
ISBN Â 9789056723507 | Hardcover | 98 pagina's | Uitgeverij Signatuur | januari 2011
Vertaald uit het Spaans door M. Vanderzee
© Marjo, 09 november 2013
De filmvertelster
Schrijven is schrappen wordt vaak gezegd. Hernán Rivera Letelier verstaat die kunst.
Als je dit prachtig gebonden boekje van 95 pagina's uit hebt, heb je het gevoel dat je een vuistdikke roman gelezen hebt.
In een paar woorden weet Hernán Rivera Letelier personages neer te zetten en een sfeer te creëren die je lang bijblijven.
De schrijver werd geboren in 1950 in Talca, in het zuiden van Chili, maar verhuisde al snel met zijn ouders naar het noorden, naar de Atacama-woestijn, de droogste ter wereld. Daar woonde hij in een mijnwerkersdorpje.
Dit boek gaat over die mijnwerkers, ze werken in de salpetergroeves. De meesten zijn straatarm en wonen in barakken. Zo ook de toen tienjarige Maria Margarita, de vertelster van dit verhaal. Samen met haar vader en vier broers proberen ze het hoofd boven water te houden. Na het ongeluk in de mijn waardoor haar vader invalide raakte is de vijfentwintig jaar jongere moeder vertrokken. Van vader mag niemand het meer over die 'gladde aal' hebben. Vader zelf drinkt sindsdien elke dag een fles wijn leeg, waar natuurlijk nauwelijks geld voor is.
Veel vertier is er niet in het kleine plaatsje maar er is wel een bioscoop waar films vertoond worden met Gary Cooper, Marilyn Monroe, Charlton Heston, of een Mexicaanse film vol liedjes.
Vòòr vaders ongeluk ging het hele gezin regelmatig naar de film.
'Vandaag draait er een met Audie Murphy,' zei mijn vader (in die tijd waren filmsterren het interessantste van de film). En dan trokken we onze mooiste kleren aan. En zelfs andere schoenen. Mijn moeder kamde het haar van al mijn broers. Ze kamde dat met citroensap en maakte er een kaarsrechte scheiding in. Behalve bij Marcelino, mijn jongste broer, die haar had dat even stug was als de manen van een paard en dat hoe je het ook kamde zich niet in het gareel liet brengen. Bij mij maakte mijn moeder met zwarte elastiekjes een paardenstaart die ze zo strak aantrok dat mijn ogen bijna uit mijn gezicht sprongen.
We gingen altijd naar de avondvoorstelling.
Het is knap om met zo weinig woorden zo'n indrukwekkend verhaal te schrijven. Je ziet het meisje in het armoedige huis vol vuur staan te vertellen met om zich heen de bewoners van het plaatsje, zittend op de grond of de oude gammele bank of de grote steen die de kinderen ook als zitplaats 'verkopen'. Je ziet de mensen buiten onder het raam zitten om toch vooral mee te kunnen luisteren. Je proeft de sfeer in de bioscoop waar de jongens de meisjes proberen te versieren. Tussen de regels door voel je het verdriet van Maria Margarita om het vertrek van haar moeder maar toch is het geen loodzwaar verhaal.
Het boekje is geschreven in de typerende sfeer die alleen Zuid-Amerikaanse schrijvers weten te bewerkstelligen. Het verhaal is ietwat melancholiek, ietwat gelaten maar gelukkig ontbreekt de humor niet. De schrijver weet met kleine, korte zinnetjes net die opmerkingen te maken waardoor het allemaal niet te zwaar wordt.
Het is een juweeltje van een boekje dat je iedereen cadeau zou willen geven. Voor de prijs hoef je dat in ieder geval niet te laten.
ISBN 9789056723507 | Gebonden | 95 pagina's | Uitgeverij Signatuur | januari 2011
vertaald door M. Vanderzee
© Dettie, 22 januari 2011