Griet Op de Beeck

Toon alleen recensies op Leestafel van Griet Op de Beeck in de categorie:
Griet Op de Beeck op internet:
 

Kom hier dat ik u kus Kom hier dat ik u kus


Het verhaal, vertelt door hoofdpersonage Mona, is opgebouwd in 3 delen.

Deel 1, 1976-1978: Mona is een 9-jarige waarvan de moeder net omgekomen is in een verkeersongeval. Omdat papa het te druk heeft met zijn tandartsenpraktijk moet Mona voor haar 3 jaar jongere broertje, Alexander, zorgen.Al heel snel heeft papa een nieuwe vriendin, Marie genaamd. En jaar na het ongeluk trouwen ze en spoedig daarna wordt baby Anne-Sophie geboren. Marie kan de gezinsdruk niet aan en daarom moet Mona nu voor de baby en haar broertje zorgen.

In deel 2, 1991, is Mona 24 jaar, ze werkt al dramaturg bij Marcus, een beroemde toneelregisseur en leert er de 14 jaar oudere Louis, een bekend auteur, kennen. Ze krijgt een relatie met Louis, geen bevredigende relatie maar “het is een relatie”. Beide mannen behandelen haar niet echt zoals zou moeten maar Mona laat dat voor wat het is.

Deel 3, 2002 gaat vooral over het herstellen van relaties. De vader van de nu 35-jarige Mona is ernstig ziek en voor het eerst worden dingen uitgesproken. Vragen die Mona al had sinds haar kinderjaren worden nu eindelijk beantwoord, geheimen komen boven tafel en eindelijk durft Mona haar mening te uiten.

Bij de eerste 2 delen kreeg ik niet echt voeling met de personages. Kwam het omdat de vader teveel afwezig was, Oma streng en eerder gevoelloos en Mona tamelijk emotieloos? Marie toont meer emoties maar is daarin dan zo labiel/extreem dat het eerder irriteert dan dat het je een connectie met het personage geeft. Pas bij deel 3 als de dingen tussen vader en dochter min of meer uitgepraat worden had ik het gevoel dat ik met Mona kon meeleven. Pas toen kwam haar persoon tot leven. Gezien de opbouw van het boek was dat misschien de bedoeling. De eerste 2 delen heb ik mezelf dikwijls afgevraagd of ik zou stoppen met lezen. Er waren 2 redenen dat ik het boek toch niet aan de kant legde: het was het februariboek van de leeskring en ik wilde toch weten hoe het met Mona afliep. Gelukkig maar want deel 3 heb ik tranen met tuiten gehuild.

Wat me wel mateloos irriteerde was het gebruik van “Ge” en “Gij”. Het gebruik is gewoon tenenkrommend. Het moet het “typisch Vlaams” benadrukken maar er zijn maar weinig mensen die het gebruiken als ze Nederlands spreken. Bij dialect wordt het wel nog gebruikt maar dan ook enkel in het dialect en dan is het meer “Gie”. Dialect wordt sinds de jaren ’80 sowieso minder “plat” gesproken omdat veel kinderen van de generatie van Mona op school gedrild werden om “Algemeen Beschaafd Nederlands” te praten. Bij het deel van de jaren ’70 kan ik het nog een beetje plaatsen maar bij de delen in de jaren ’90 en 2000 klinkt het gewoon absurd. Zinnen als “Ik ben blij voor u dat ge iemand hebt, Mona”: de moeder gebruikt dus in dezelfde zin u en ge tegen haar dochter?  Stond er: “ Ik ben blij dat ge iemand hebt” dan kon ik het nog hebben maar die u daarbij geven mij gewoon kippenvel. Een beter idee was dan geweest de gesproken zinnen helemaal de indruk van dialect te geven in plaats van in algemeen Nederlands met nadruk op ge en gij.


ISBN 9789044623109 | Paperback | 336 pagina's | Uitgeverij Prometheus | september 2014

© Inge, 26 februari 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Kom hier dat ik u kus Kom hier dat ik u kus


‘Liegen is in onze familie de nationale sport, dat hebben we zo geleerd toen we nog kleine kinderen waren, het is in onze lichamen gaan zitten, zoals bij andere mensen bloed en water.’

Het boek bestaat uit drie delen, met dezelfde hoofdpersoon. Mona is negen als het verhaal begint. Ze is een ‘oud’ kind, vroegwijs. Ze voelt dat de grote mensen er geheimen op na houden, en omdat ze erg nieuwsgierig is, weet ze meer dan die  volwassenen denken, maar tegelijk begrijpt ze niet alles en interpreteert ze op een eigen manier. (de lezer weet vaak beter)
Alleen al wat betreft de manier waarop ouderen spreken: ‘een luchtje scheppen’. Mona ziet meteen mensen voor zich die met een schop staan te scheppen. Raar toch! Of ‘het water breekt’. Dat kan immers niet...

Ze heeft geleerd haar mond te houden en dus heeft ze het zwaar met al die geheimen, van al die dingen waar ze zich als kind niet mee bezig zou hoeven houden. Maar de gezinssituatie is niet normaal: haar moeder is streng en liefdeloos, Mona kan niet veel goed doen, en wordt nogal eens opgesloten in een akelige donkere ruimte in de kelder. We kunnen het haar niet kwalijk nemen als ze niet zo erg rouwt als haar moeder overlijdt. Een auto-ongeluk; het fijne weet ze er niet van. Ter illustratie van de manier waarop ze omgaat met al die halve waarheden en onwaarheden: als ze zich even onbespied weet, gaat ze stiekem naar het autokerkhof waar ze de nog niet schoongemaakte auto van haar ouders vindt en bekijkt.

Men spreekt er schande van, met name Mona’s oma, als al heel snel haar vader aan komt zetten met een andere vrouw, Marie, een nieuwe moeder. Helaas is Marie niet sterk genoeg om tegenwicht te bieden aan de vader, en ook wat betreft de kinderen: ze doet haar best maar ze claimt teveel.
Het jongere broertje, Alexander, heeft weinig moeite met een nieuwe moeder, maar begrijpelijk kijkt Mona de kat uit de boom. Er wordt een zusje geboren. Anne-Sophie wordt meer verzorgd door Mona dan door Marie, hetgeen weer voor jaloezie zorgt. De vader trekt zich steeds meer terug.
En zo groeit Mona op, en gaan we in deel twee verder met de vierentwintigjarige.

- ‘Buiten is de hele ochtend er al’. Prachtige beginzin! -
Mona heeft een opleiding gevolgd en is dramaturg. Ze komt te werken bij Marcus, een toonaangevende regisseur. En ze leert Louis, een bekende schrijver, kennen, en wordt verliefd. Het zit Mona niet mee, ook deze twee mannen behandelen haar niet erg goed, vinden een vrouw de mindere. Of ligt het ook aan haarzelf? Ze heeft immers niet echt geleerd om voor zichzelf op te komen, ze laat dingen te makkelijk over aan de ander. Het verschil tussen verbondenheid en gebondenheid is klein. Zoals liefde niet verward moet worden met afhankelijkheid.
En dan volgt deel drie dat zich tien jaar later afspeelt. Haar vader wordt ziek. Mona weet - ondanks Marie, die haar kans schoon ziet eindelijk haar echtgenoot te betuttelen - nu echt contact te maken met hem, en blijkt de spil  van de bijna-apotheose die volgt.

Afgezien van het feit dat de vierentwintigjarige Mona minder boeiend is dan haar negenjarige en vijfendertigjarige ik, is deze tweede roman opnieuw ontroerend en boeiend. De manier waarop Griet op de Beeck een vrouwenleven schetst is poëtisch, Vlaams ook. Dat geeft extra cachet natuurlijk, maar buiten dat is het verhaal an sich, over aantrekken en afstoten, over liefde en dood, over geheimen die misschien wel nooit ontrafeld kunnen worden vanwege de menselijke aard, opnieuw een mooie psychologische ontrafeling van een vrouwenleven.

Nu blijft nog het raadsel van de omslag: een man  en een vrouw in het wit gekleed op een witte bank, feesthoedjes op, ballonnen erbij. De vrouw zoekt contact, de man zit afgewend. Hun gezichten zijn niet erg feestelijk en dat is het verhaal ook niet. Maar verder?


ISBN 9789044623109 | Paperback | 336 pagina's | Uitgeverij Prometheus | september 2014

© Marjo, 25 november 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: