Gail Tsukiyama

Toon alleen recensies op Leestafel van Gail Tsukiyama in de categorie:
Gail Tsukiyama op internet:
 

De zijdewerksters De zijdewerksters


Na het prachtige boek De tuin van de Samoerai wilde ik meer van deze schrijfster lezen.

China 1926
Pei woont met haar zus Li bij haar ouders Pao Chung en Yu-sung in een klein Chinees dorpje. Ze leven van de opbrengst van de visvijver en het plukken van moerbeibladeren. Pao is een zwijgzame man, zegt alleen het hoognodige en hij en zijn vrouw brengen de meeste tijd zwijgend door. Yu-sung was ooit een mooie vrouw die uit een gezellige familie kwam. Het leven met Pao en de vele miskramen en doodgeboren kinderen hebben hun sporen nagelaten. Pei en Li zijn de enige kinderen die in leven zijn gebleven. Li is een gehoorzaam, rustig kind. Pei daarentegen is nieuwsgierig, praat veel en wordt daarvoor voortdurend gestraft uit angst dat zij geen geschikte man zal krijgen als zij niet onderdanig is.

De moerbeibomen en de visvijvers brengen te weinig op. Pao zoekt een oplossing en gaat met zijn dochters naar een waarzegger. Deze voorspelt dat Pei nooit zal trouwen. Haar vader brengt daarop de achtjarige Pei naar het dorp Yung Kee waar hij haar achterlaat onder de hoede van Tante Yee, de leidster van een meisjeshuis. Alle meisjes uit dat huis werken in de zijdefabrieken en verdienen op deze manier geld voor hun familie. Pei is razend, verdrietig, eenzaam, ze mist haar ouders en zus en het duurt een lange tijd voor ze haar situatie accepteert. Lin vangt haar op en begeleidt haar in alles. Tussen hen groeit een hechte vriendschap.
In de fabriek en het meisjeshuis ontmoet Pei meer vrouwen die voor hun familie werken of vrouwen die weigerden een verplicht huwelijk aan te gaan. Pei ontdekt dat ondanks het harde werken zij veel vrijer is dan de getrouwde vrouwen die een slecht huwelijk hebben. Zij kan gaan en staan waar zij wil, bezoekt theaters, hoeft niet aan de wensen van een man te voldoen en heeft meer geld dan de meeste vrouwen. De vrouwen van het meisjeshuis vormen een hechte groep en gaan door dik en dun voor elkaar.
Pei besluit samen met Lin toe te treden tot het zusterschap wat betekent dat ze niet zullen trouwen maar hun leven zullen wijden aan het zijdewerk. Het leven is redelijk harmonieus voor Pei en Lin.

Maar het Japanse leger trekt op, onderweg massaslachtingen en verkrachtingen plegend. Veel Chinezen vluchten voor dit nietsontziende leger. De zijdefabrieken krijgen minder opdrachten, de een na de andere fabriek sluit. Pei en Lin beseffen dat het niet lang meer zal duren voor het Japanse leger ook in hun dorp zal arriveren...


Het is een mooi verhaal maar niet zo indrukwekkend als De tuin van de Samoerai. Het is interessant om te lezen hoe zijde gemaakt wordt maar het verhaal zelf vond ik niet echt sterk.
Waar het verstilde in De tuin van de Samoerai het boek kracht gaf, ontbreekt het hier. Natuurlijk gebeuren er ook vervelende dingen, natuurlijk lopen deze vrouwen in hun werk ook tegen onderdrukking op maar hun verzet heeft geen overtuigingskracht. Ook Lin, de vriendin van Pei vond ik te lief, te begripvol, te aardig. Geen fout werd er door Lin gemaakt. Verder had ik het gevoel dat niet alles uitgewerkt werd. Eigenlijk vond ik een bijfiguur het interessantste, de kokkin van het meisjeshuis. Een voormalig zwerfster die op haar eigenaardige, norse manier de boel draaiende hield.
Ik denk dat mijn verwachtingen te hoog gespannen waren en dat daardoor dit boek tegenviel. Jammer maar waar. Dat wil niet zeggen dat het een slecht boek is, integendeel het leest prettig weg, ik had er alleen meer van verwacht.


ISBN 9045003732 | Paperback | 271 pagina's | Uitgeverij Atlas | januari 2000

© Dettie, april 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: