Erdal Balci

Toon alleen recensies op Leestafel van Erdal Balci in de categorie:
Erdal Balci op internet:
 

De mooiste leugen De mooiste leugen


Het Beleg van Wenen in 1683 is van cruciaal belang geweest, een keerpunt in de wereldgeschiedenis. Als Wenen zou vallen, dan kon het Ottomaanse moslimleger doorstoten naar West-Europa.
Erdal Balci gebruikt deze achtergrond als decor voor zijn verhaal, waarin mannen op zoek zijn naar hun vader of een vader treurt om het verlies van zijn zoon.
We volgen personages  in het Ottomaanse leger: drie soldaten Tello, Sefer en Opa, die op zoek zijn naar achtergebleven jonge mannen. Jongens en mannen die zich om wat voor reden dan ook niet hebben gemeld bij het leger halen ze op en nemen ze mee. De soldaten van de Nieuwe Garde hebben geen medelijden met de jongens, of hun familie; zelf zijn ze immers ook geroofd bij hun families vandaan, veelal uit de landen van de heidenen.

‘De vrijwilligers zijn degenen die het geluk hebben om als eersten de muren van de vijand te bestormen, als eersten te sneuvelen en als eersten in het paradijs van Allah aan te komen. Daarom gaan we deze jongen hier nu meenemen naar de kazerne. Met ons vertrekt hij weldra naar een grote stad van de heidenen, om daar met ons tegen hen te vechten. Bid voor de soldaten van de almachtige sultan, dat wij zoveel kracht hebben dat de laaghartige heidenen spijt hebben dat ze door hun moeders op de wereld gezet zijn.’


De arme ‘nietsnutten’, veelal simpele zielen zonder verweer, zijn de voetveeg van het leger en gaan nietsvermoedend hun dood tegemoet, een van hen zingend!
Dan is er Laurens, die naar Wenen trekt omdat zijn moeder hem vertelt dat hij daar geboren is. Ze wil niet zeggen wie zijn vader is, dus gaat hij zelf wel zoeken. In de stad vindt hij in ieder geval alvast de liefde. Of zijn vader er ook is?
Er is Otto, een boer die door het Weense leger verdreven wordt uit zijn dorp – omdat het anders een schuilplaats zou kunnen bieden aan het moslimleger – en met zijn vrouw Esther in een nog net bewoonbaar huisje in de stad terecht komt. De man vindt in het Weense leger zijn roeping.
Otto en Laurens zien allebei een vader in de Nederlandse vioolbouwer Hendrik, die heel goed weet dat hij hun vader niet is, al is hij dan zijn eigen zoon kwijt. Hendrik heeft zich helemaal gericht op die beroemde viool die hij zal gaan maken; door te zwijgen krijgt hij van alles gedaan van de twee mannen, waar hij voordeel van heeft.
Steeds wisselend tussen de verschillende personages volgen we hun leven tot het beleg plaatsvindt.
Er komen wel vrouwen voor in de verhalen, en ze hebben ook invloed op de mannen, maar daardoor wordt het nog geen romantisch geheel. Het is eerder een rauw verhaal. Het zijn de mannen die domineren. De gevoelige kant van de mannen komt o.a. tot uiting in de liederen die de nietsnut zingt, waarin hij verhaalt over de overwinning van de liefde. Is dit de mooiste leugen? Of is het de leugen die Hendrik laat bestaan, door te zwijgen?  Het zijn allemaal mooie leugens: het geloof van Esther, dat haar man levend terug zal keren; de overtuiging dat Wenen zal vallen; en het geloof dat die man je vader is, of je zoon.

‘Voor het eerst sinds lange tijd begon hij te denken dat ook hij een plekje had gekregen in de wereld. Hij kon aan niets anders denken dan aan zijn papa die daar lag te slapen. ‘


Erdal Balci voert een vrolijke noot in door naast de mannen te schrijven over de ooievaars van Wenen. Hoewel: vrolijke noot? Voor de lezer wel, maar of de ooievaar er zo blij mee is?
Dat geldt ook voor de verschillende personages, die allemaal een ander lot wacht. Voor de een eindigt de zoektocht in een (heldhaftige) dood, voor de ander staat - heel verrassend - een onzekere toekomst open.
Het verhaal is geschreven is een gedegen bijna ouderwets te noemen stijl, zonder toeters en bellen, recht toe recht aan. De oorlog wordt niet verheerlijkt, maar ook niet afgekeurd.
Het is een onontkoombaar feit,  vervelend, maar zo is het leven nu eenmaal. Honger en ontbering, het hoort er gewoon bij, en als je geluk hebt gaat het ook weer voorbij.


ISBN 9789085423461 | Paperback | 304 pagina's | De Bezige Bij | april 2012

© Marjo, 14 februari 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: