Edith Wharton
Ethan Frome
Er is een verteller, die in het dorp Starkfield terechtkomt waar Ethan Frome zijn harde bestaan leidt. Aanvankelijk is hij niet meer dan een man die af en toe voorbijloopt, op weg naar het postkantoor. Maar de figuur intrigeert:
"En die eerste aan blik heeft grote indruk op me gemaakt. Zelfs toen was hij nog de meest opmerkelijke figuur in Starkfield, ook al was hij verworden tot een schaduw van de man die hij eens geweest was. (-) Het kwam door de onverschillige krachtige blik in zijn ogen, onaangedaan door een kreupelheid die iedere stap als een ruk van een ketting beheerste. Er las een waas van een onbenaderbare kilheid over zijn gezicht, en hij was zo stijf en grijs dat ik hem voor een oude man versleet en verbaasd was te horen dat hij pas tweeënvijftig was."
De ik-figuur wil meer te weten komen over deze man, en hij hoort hoe Frome nooit weg kon uit Starkfield, al wilde hij het wel. Eerst waren er zijn ouders voor wie hij moest zorgen, en later zijn vrouw.
Maar het levensverhaal van Frome hoort hij pas als hij voor zijn werk naar een naburig dorp moet en vervoer zoekt. Ethan Frome is dan degene die hem iedere dag heen en weer rijdt met zijn paard en wagen. En op een dag blijven ze steken in een sneeuwstorm, de verteller moet wel blijven overnachten bij Frome. En daar in de keuken zitten twee vrouwen, de een de verzorgster van de ander die gehandicapt is.
Intussen hebben we als lezer het levensverhaal al gehoord. We kenden alleen de afloop niet. Een verhaal over de onontkoombaarheid van een grimmig lot. Een verhaal over liefde en haat, dat zich afspeelt op een bouwvallige boerderij op het troosteloze platteland. Die sfeer blijft hangen als je dit boek van circa 100 pagina's uit hebt.
ISBN 9068010328 | Paperback | 119 pagina's | Uitgeverij De Prom | 1986
© Marjo, oktober 2006