Donna Woolfolk Cross

Toon alleen recensies op Leestafel van Donna Woolfolk Cross in de categorie:
Donna Woolfolk Cross op internet:
 

Pausin Johanna Pausin Johanna


Op 28 januari van het jaar 814 ziet Johanna het levenslicht wanneer zij na urenlange barensweeën door de vroedvrouw van het dorp uit de moederschoot van Gudrun getrokken wordt. Gudrun is de echtgenote van de plaatselijke kannunik die haar als 'heidense slet' meebracht van een van zijn missies naar Saksen. Zij schonk hem reeds eerder twee zonen met de namen Matthëus en Johannes. Johanna is alles behalve welkom in de fallocratische leefwereld van haar vader en krijgt het dubbel zo hard te verduren als haar broers onder zijn spartaanse opvoedingsregels. Maar Johanna is vastberaden en koppig en weet haar oudste broer Matthëus te overtuigen om haar buiten weten van haar vader te leren lezen en schrijven. Wanneer Matthëus plotseling komt te overlijden en haar vader over haar vorming te weten komt, overlaadt hij haar met alle zonden der wereld en geeft haar de schuld van Matthëus' heengaan.

Wanneer de Griekse geleerde Aesculapius op zijn tocht naar Mainz een halte maakt in Johanna's dorp wordt hij door de kannunik onderdak en een maaltijd aangeboden. Aesculapius komt er al vlug achter dat Johanna geestelijk uitzonderlijk begaafd is en schrijft een brief naar de bisschop van Dorestadt om haar te laten opnemen in de kathedraalschool.
Wanneer de aanvoerder van een groep soldaten van de bisschop aanklopt om het meisje af te halen, kan de kannunik hem ervan overtuigen dat hij het op het verkeerde kind voor heeft en slaagt erin om zijn zoon Johannes te laten meereizen naar de school.
Terwijl Johanna, door wanhoop verteerd, 's avonds het ouderlijk huis ontvlucht, wordt de bisschoppelijke ruiter door een struikrover gedood. In het midden van de nacht vindt Johanna haar broer naast het lijk van de onfortuinlijke ruiter op haar weg. Dit geeft haar de kans om het heft van haar leven in eigen handen te nemen en beslist ze met haar broer verder te reizen naar Dorestadt waar ze onder de hoede wordt genomen door graaf Gerold die haar onderdak biedt en de mogelijkheid om haar studie als meisje alsnog verder te zetten, dit zeer tegen de zin van bepaalde clerici.

Wanneer op een dag de bevolking van Dorestadt tijdens een Viking-raid bijna volledig uitgeroeid wordt, vindt Johanna tussen de bergen lijken het zielloze lichaam van haar broer Johannes terug. Verteerd door een onmogelijke liefde voor graaf Gerold en haar onstilbare honger naar kennis, verwisselt zij van kleren met haar broer en vlucht met zijn identiteit naar het klooster van Fulda waar zij zich verder bekwaamt in de wetenschappen en de geneeskunde. Tijdens een pest-epidemie wordt Johanna zelf ziek en door de noodzakelijke verzorging dreigt haar lichaam haar ware identiteit prijs te geven. Vluchten is de enige uitweg en na lange omzwervingen komt ze uiteindelijk in Rome terecht...

Pausin Johanna is een verbijsterend boek dat de vrucht is van jarenlange historische research waarvan men de feiten in chronologische volgorde achteraan in het boek opgesomd terugvindt. Het gaat over de strijd van een vrouw die het opneemt voor haar seksegenoten en vruchteloos probeert om de taboes van die tijd te doorbreken. Ik ga hier niet opsommen wat voor hersenspinsels mannen verzinnen om vrouwen tot een laagsoortige levensvorm te herleiden. Daarvoor moet u het boek zelf lezen. Ik kan wel meegeven dat het grenst aan het ongeloofelijke. Als voorbeeld de volgende bewering : "Op de dag des oordeels zullen alle vrouwen als mannen herrijzen".

In de middeleeuwen stond de geloofsindoctrinatie op zijn hoogtepunt en zijn er weinig verschillen op te merken tussen wat de katholieke kerk en de islam predikte.
Stugheid, koppigheid, onwrikbaarheid, kleingeestigheid, onwil en tiranie zijn slechts enkele superlatieven die men de toen heersende geestelijke ambstbekleeders kan toeschrijven. Binnen hun rangen was echter alles toegelaten. Priesters mochten hun meiden bespringen, bisschoppen en prelaten hadden hun privé-hoeren in gebouwen die naast de pauselijke vertrekken lagen, pausen deden zich tegoed aan drank- en vraatorgiën en dit terwijl het plebs dwangmatig onder de geloofsknoet en aan de rand van de hongersnood werd gehouden. Misstappen die toch aan het licht kwamen werden als Gods straf afgedaan of men vond wel links of rechts een geestelijke van lagere rang die dan van ketterij beschuldigd werd en na een publieke afranseling op de brandstapel eindigde.

Dit boek schildert de levensweg van een vrouw die het in deze bekrompen en uitzichtloze maatschappij van weleer toch schopt tot de troon van Petrus, weliswaar ten koste van haar lichamelijke gevoelens voor haar grote en onmogelijke liefde. Een aanrader met historische waarde en een andere, misschien wel realistischere kijk op de katholieke kerk die zich eigenlijk even fundamentalistisch opstelt in zijn geloofsbelijdenis dan sommige andere religies. Alvast een stelling om de tijd te nemen hier eens grondig over na te denken.

Tenslotte nog vermelden dat dit boek spijtig genoeg een waarderingsster verliest door de vele schrijf-, zet- en drukfouten die in de Nederlandse publicatie voorkomen. Alhoewel dit euvel enkel en volledig toe te schrijven is aan de vertaler en de uitgever, doet het toch af aan de leesbaarheid van het boek. Zonde!

De auteur:
Donna Woolfolk Cross is hoogleraar Engels in de Staat New York. Aan Pausin Johanna, haar eerste roman, heeft zij zeven jaar gewerkt.
Klik hier.


ISBN 9043503207 | Paperback | 491 pagina's | Uitgeverij KOK | 2001

© Christine, juni 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Pausin Johanna


We schrijven de negende eeuw. We maken kennis met Johanna, een verstandig meisje, geboren uit het onwettige maar getolereerde samenzijn van een vrome en wrede kanunnik en een Saksische schone die hij meebracht van zijn heilige veroveringstochten.

We leren haar vader kennen als een gemeen mens, die de superioriteit van mannen onbetwistbaar vindt, en die, geheel in de geest van die tijd, zijn dochter verbiedt te leren lezen en schrijven, ook al heeft zij er het talent voor. Haar oudere broer Matteüs kan haar echter moeilijk iets weigeren en zodoende leert en studeert zij, achter de rug van haar vader om. Maar Matteüs sterft en haar vader ontdekt wat zij kan: hij wilde haar andere, veel tragere en minder begaafde broer Johannes, laten opleiden. Als deze echter de antwoorden op de vragen van de meester schuldig moet blijven, kan Johanna haar mond niet houden en geeft blijk van enorme intelligentie. Aesculapius, want zo heet de geleerde, is bereid om Johanna les te geven en Johannes er dan maar als leerling bij te nemen. Haar geluk blijft echter niet duren: Aesculapius moet weg en Johanna kan niet langer optornen tegen de wil van haar vader: hij ontneemt haar het boek dat Aesculapius haar gaf en straft haar genadeloos. Johanna wordt door haar vader afgeranseld tot ze er bijna het leven bij laat.

Haar Saksische moeder, Gertrud, verzorgt haar, omringt haar met liefde en vertelt haar alle Saksische verhalen over de oude goden die zij kende uit haar jeugd. Gertrud verafschuwt het christendom en kan niet begrijpen dat Johanna het studeren zo hard mist.
Als gezanten Johanna komen ophalen om haar, dankzij Aesculapius, aan de kathedraalschool te laten studeren, ziet haar vader zijn kans schoon en stuurt Johannes met hen mee. Johanna loopt thuis weg, en slaagt erin om haar broer die onderweg overvallen werd door struikrovers naar de kathedraalschool te vergezellen. Daar wordt ze niet bepaald met open armen ontvangen, maar ze toont zich sterk. Haar intelligentie blijft door Gerold, de man die haar in huis neemt, niet onopgemerkt, en hun vriendschap blijkt al snel kenmerken van liefde te vertonen. Gerolds vrouw Richild kan die vernedering niet verdragen, wendt haar invloed aan op haar man op missie te sturen en huwelijkt Johanna uit. De huwelijksplechtigheid wordt echter wreed verstoord door een inval van de Noormannen. Johannes wordt gedood, Johanna kan zich verstoppen en besluit om de identiteit van haar broer aan te nemen, die naar een klooster werd gestuurd. Ze gelooft immers dat Gerold niets voor haar voelt en het kloosterleven zal haar de kans geven om zich verder te ontplooien. Vanaf nu gaat ze door het leven als man.

Haar schranderheid blijft niet onopgemerkt en het hele verdere boek zien we hoe haar verstand zowel bewondering als jaloezie opwekt bij de mensen om haar heen. Ondanks, of misschien wel dankzij haar geloof, vertrouwt zij op haar verstand en neemt een voorbeeld aan grote schrijvers uit de Oudheid en aan hun manier van redeneren. Maar als zij ziek wordt, moet zij het klooster ontvluchten, bang als ze is dat haar vrouwelijke identiteit ontdekt wordt. Een jongeman wiens moeder zij eens hielp, vindt haar, verzorgt haar en neemt haar op in zijn gezin.
Dankzij haar is het gezin immers welstellend geworden: zij was het die de jongen leerde rekenen. Johanna wil echter verder: ze is niet verplicht om naar het klooster terug te keren, en ze besluit naar Rome te gaan. In het klooster heeft ze geleerd mensen te genezen met behulp van kruiden en door deze kennis te combineren met haar analytische vermogen, krijgt ze al snel naam en faam als arts. Zij wordt zelfs lijfarts van paus Sergius, dit zeer tegen de zin van Benedictus, diens broer, en Anastasius, een Romein die Sergius liever langzaam ziet wegkwijnen om later zelf paus te worden. Al gauw raakt ze verwikkeld in de intriges aan het pauselijke hof, waar er sprake is van een enorme belangenvermenging en waar elk ambt gekocht lijkt te kunnen worden.
Om een lang (en mooi én interessant) verhaal kort te maken: Gerold duikt weer op, herkent haar, maar ze beslist dat ze haar idealen en de mensen voor en met wie ze werkt, niet in de steek kan laten. Na de dood van Sergius, zijn opvolger Leo (die vergiftigd werd in opdracht van Anastasius’ vader), wordt Johanna (nog steeds Johannes voor de buitenwereld) door het volk tot paus uitgeroepen. Dankzij die positie kan ze ontzettend veel doen voor de armere bevolking en dat doet ze dan ook, dit tot grote ontevredenheid van een aantal Romeinen die liever hadden gezien dat ze de pracht en praal van Rome in ere hield. Haar doorzicht verijdelt vele pogingen haar af te zetten, maar uiteindelijk moet ze toch het onderspit delven. Ze sterft na een miskraam en nadat haar geliefde Gerold in haar armen is gestorven door een mes in zijn rug.

Dit boek is een schitterende, meeslepende vermenging van een paar duistere feiten en een hele hoop fictie en inlevingsvermogen. Het illustreert heel mooi hoe er in de Kerk als machtsinstituut zowel machtswellustelingen heersten als mensen die het goed voorhadden en oprecht iets wilden betekenen voor hun medemens. Ik vind dat een mooie boodschap in tijden als deze, waarin al te makkelijk onterecht en overhaast veralgemeend wordt. Toch werpt het een duidelijk licht op de wantoestanden die schering en inslag waren, op de moeilijke positie waarin vrouwen verkeerden en op de moed waarmee sommigen geprobeerd hebben er toch het beste van te maken. Bovenal is het boek een echte pageturner geworden, geschreven in een prettige en leesbare stijl, waarin geschiedkundige feiten en informatie met mondjesmaat worden aangereikt en waarin verbeeldingskracht een grote rol speelt.
Helaas moet ik me aansluiten bij het verslag dat Christine al postte: er staan heel wat fouten in, die niet enkel aan de zetduivel te wijten zijn, maar ook aan onzorgvuldige taalkundige revisie. Dat is jammer, het boek verdient beter!


ISBN 9043503207 | Paperback | 491 pagina's | Uitgeverij KOK | 2001

© Elvira, juni 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer: