Domenico Starnone
Strikken
Het begint als een brievenroman: Vanda schrijft haar man Aldo op een verontwaardigde en verwijtende toon, maar vraagt hem ook om terug te komen. Hun kinderen, Sandro en Anna, missen hem.
Gaandeweg verandert de toon. Ze heeft door dat hij niet terugkomt, hij is te verliefd op die ander. En Vanda schrijft al haar ellende van zich af, de toon wordt wanhopig, verwijtend en boos, en tenslotte gelaten. Op dat moment wankelt de lezer: wie heeft zijn sympathie? De vrouw die verlaten is? Of de man, die alle ellende over zich heen gestort krijgt?
Met deel twee maken we een grote sprong in de tijd. De twee echtelieden zijn bij elkaar, maar het is jaren later. Nu wordt het verhaal verteld door Aldo. Hij rommelt door papieren, maar je weet als lezer dan nog niet wat er aan de hand is. Het zijn terugblikken op zijn huwelijk en de liaison die hij had en hoe dat tenslotte stuk liep. De relatie met vrouw en kinderen werd hersteld, maar dat is alleen voor de buitenwereld zo. Er zal geen rust meer heersen in hun huis.
Hij begint zijn verhaal met de vakantie. Niet alleen wordt dat geen succes, de schrik is enorm als ze thuiskomen: het appartement is totaal overhoop gehaald! Missen ze iets, vraagt de politie? En dat is vreemd: eigenlijk niet. Er is niets weg. Aldo durft niet te zeggen dat hij wel degelijk iets mist, de kostbare spullen zijn er immers allemaal nog. Alleen de kat is verdwenen, maar die zwerft vast ergens buiten, ze zal zich rot geschrokken zijn door de inbrekers.
Deel drie is het verhaal van de kinderen, verteld vanuit de dochter. Dat verhaal werpt een verrassend licht op het voorafgaande. En waar de sympathie van de lezer ligt, nou, dat wordt een lastige kwestie...
De titel komt letterlijk van een gebeurtenis in het leven van de hoofdpersoon. Hij heeft een aparte manier om zijn veters te strikken, en ontdekt, als het leven van zijn gezin al helemaal ondersteboven ligt, dat zijn zoon onbewust deze manier van strikken heeft overgenomen. Bij een ongemakkelijke ontmoeting tussen vader en kinderen, op een moment dat hij hen al enkele jaren niet gezien heeft, confronteert Anna hem daarmee: waarom heeft hij het Sandro wèl geleerd, en haar niet? Zij wil het ook leren!
Het is het verhaal van een gezin dat verscheurd raakt, en hoe ieder gezinslid daarop reageert. Een prachtige psychologische roman, met een spanningselement erin: want wie zijn die onverlaten die ingebroken hebben?
Er is een voorwoord van de vertaalster naar het Engels Jhumpa Lahiri. Als je dat tevoren leest word je haast bang om het verhaal nog te gaan lezen, zo ontzettend lovend is zij. Laat je niet tegenhouden, het is geen moeilijk te begrijpen verhaal. Als Lahiri aangeeft dat ze er bij meerdere lezingen andere dingen uit distilleerde, dan is dat niet zo vreemd. Is dat immers niet zo bij alle goede boeken, dat een tweede, een derde lezing je andere ervaringen geeft?
Een goed boek is het zeker, het is zeker de moeite waard om nog eens te lezen, maar een gemiddelde lezer leest maar één keer, en deze ene keer levert zeker ook een bevredigende ervaring op! De sfeer is zoals die bij het beroemde toneelstuk: Who is afraid of Virginia Woolf?
Een indringende psychologische roman vol emotie, kwelling en jawel, liefde.
ISBN 9789025451714 | Paperback | 176 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | augustus 2017
© Marjo, 16 januari 2018