Chiew-Siah Tei

Toon alleen recensies op Leestafel van Chiew-Siah Tei in de categorie:
Chiew-Siah Tei op internet:

 

Het kleine huis van de springende vissen Het kleine huis van de springende vissen


Het kleine huis van de springende vissen

Achterin het boek is te lezen dat de schrijfster het verhaal van haar overgrootouders gebruikte als basis voor deze roman. Volgens de flaptekst speelt het verhaal zich af in China.
1875
Het verhaal begint in huize Chai dat gevestigd is in een dorpje, vijftien kilometer van Pindong de provinciehoofdstad. Nieuwsgierig van aard zijnde heb ik opgezocht waar Pindong (Pingtung) ligt en dat ligt in het uiterste zuiden van Taiwan (voormalig Formosa). Het klopt met het verhaal dat Pindong aan een rivier (Kaoping rivier) ligt. Deze rivier heeft vele aftakkingen. In het boek wordt veelvuldig de Pruimenrivier genoemd maar mijn Chinees is niet zo goed dat ik de namen van de rivieren kan omzetten in het Engels of Nederlands. Ik vind het dan ook vreemd dat op de flaptekst China vermeld staat hoewel Taiwan toentertijd (1875) onder de Chinese Qing-dynastie viel en in 1895 ging het over in Japanse handen. Tot het eind van de Tweede Wereldoorlog  bleef Taiwan Japans, maar na de Tweede Wereldoorlog kwam Taiwan wederom in Chinese handen. Nu valt Taiwan onder de republiek China (niet de Volksrepubliek China) en is een democratie.
Ik weet  niet genoeg over de geschiedenis van Taiwan om te kunnen oordelen of alles wel klopt in dit boek. Het is dus uitermate verwarrend allemaal, maar ja, verder over het verhaal.

In huize Chai wordt, in 1875, Minghzi de langverwachte kleinzoon van de oude heer Chai geboren. Chai is in de wolken. De vader van Minghzi, Likang, is afwezig, hij houdt zich op in een bordeel in Pindong Stad. De moeder, Da Niang, is trots, zij is de eerste die een zoon heeft gebaard. Dit tot grote frustratie van Er Niang, de tweede vrouw van Likang, zij krijgt een half jaar een zoon, Mingyuan. De twee jongetjes trekken veel met elkaar op maar al snel is duidelijk dat Mingzhi veel vriendelijker en bedachtzamer is dan Mingyuan, deze heeft venijnige trekjes.
Grootvader Chai, een rijke handelaar, wil dat zijn kleinkinderen gaan leren, zij zullen geen analfabeet zijn. Minghzi moet van hem Mandarijn worden, dat zal en moet gebeuren... (Een mandarijn was een ambtenaar in het oude China. De functie van mandarijn stond in hoog aanzien. Om mandarijn te kunnen worden, moest men een zeer moeilijk staatsexamen afleggen) Zo komt het dat Minghzi al heel jong les krijgt van Oude Leraar Yan. Mingyuan, als tweede in rang, moet nog wachten. Wat volgt is een verhaal over het leven van Minghzi die gebukt gaat onder de tiranie van Chai. Deze heeft het voor het zeggen, iedereen moet hem gehoorzamen, alles moet volgens eeuwenoude tradities gebeuren. Overal is wel een ceremonie voor.

Chai beslist ook dat er voortaan papaver verbouwd moet worden in plaats van graan op zijn landerijen. Opium brengt flink geld op. Dit zeer tegen de zin van Liwei, de jongste zoon van Chai.
Chai moet veel belasting betalen aan Lui, de mandarijn die het in Pindong voor het zeggen heeft. Slim als hij is arrageeert Chai een huwelijk zodat Lui en hij familie zullen worden, dan hoeft hij de belastingen niet meer te betalen. Maar voor één keer is Liwei opstandig, hij weigert pertinent te trouwen, later zullen we weten waarom... Likang is inmiddels verslaafd geraakt aan de opium en kijkt nauwelijks naar zijn zoon om. Daardoor is Minghzi ook veel meer gehecht geraakt aan zijn oom Liwei. Met hem voert hij vele gesprekken en speelt schaak.
Ondertussen leert Minghzi hard, hij is opgegroeid tot een rustige, rechtvaardige, intelligente jongen. Hij bestudeert de oude geschriften en leert uitstekend de Chinese karakters te 'schrijven'. Inmiddels woont hij in het kleine huis van de springende vissen.
Mingyuan was aanvankelijk ook een ijverige leerling maar heeft de juiste instelling niet, hij aardt meer naar zijn vader...

We volgen de levens van de familie tot 1900. Op de achtergrond wordt summier de toestand in China (Taiwan?) beschreven. Amerikanen, Britten etc. tonen belangstelling en willen delen van het land. Ook de Japanners roeren zich hevig. Maar dat is ver van het bed van de familie Chai. De honderd dagen hervorming passeren evenals op het laatst de bokseropstand. Leergeerig als Minghzi is weet hij aan buitenlandse boeken te komen wat echter door grootvader Chai streng afgekeurd wordt, de boeken worden verbrand. Later sluit Minghzi vriendschap met een priester waar hij Engels van leert en de Amerikaan Martin wordt een van de weinige zeer goede vrienden. Ook dit wordt natuurlijk afgekeurd.
Inmiddels is Chai ook verslaafd geraakt aan de opium.

Maar nu... mijn mening over dit boek...Dat is moeilijk.
Er zijn delen die mooi zijn zoals de omgang van Minghzi met zijn moeder en zus.
Maar het punt is dat de schrijfstijl maakt dat je je soms irriteert. Er worden vreemde sprongen gemaakt zodat je even terug moet lezen om te beseffen dat er inmiddels alweer een paar weken of maanden voorbij zijn. Zo zit Minghzi te eten bij Chai en twee regels verder, bij wijze van spreken, is hij een jaar verder en aan het studeren voor zijn examen. De toestanden met de buitenlanders worden erg vaag gehouden, je krijgt het gevoel dat de schrijfster niet veel van de geschiedenis in die tijd wist. Ze moest het wel noemen omdat het een grote impact op ieders leven daar heeft gehad, maar ze houdt het kennelijk bewust op een afstand. Veel wijzer over de geschiedenis toentertijd word je niet.
Sommige beslissingen in de familie worden genoemd maar nauwelijks uitgewerkt zodat je later met opgetrokken wenkbrauwen zit, dat was toch al geregeld of gedaan? Ook zitten er af en toe storende foutjes in het boek, bijv. De min die Minghzi al een maand voedt geeft hem ineens 'voor de eerste keer' voeding. Ergens anders wordt in een gesprek de naam van de spreker verwisseld. Kortom, het verhaal vloeit niet, het loopt niet lekker. Wel wordt het boek, meer naar het eind toe, boeiender maar het voldoet toch niet echt. Je krijgt geen feeling met de personages, daarvoor verspringt het verhaal teveel. Jammer, met een beetje goede begeleiding had het wel een erg interessant boek kunnen worden.


ISBN 9789049950804 | Paperback | 302 pagina's | Uitgeverij Mistral | juni 2008
Vertaald door Ineke van Bronswijk

© Dettie, 18 juni 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer: