Arnon Grunberg

Toon alleen recensies op Leestafel van Arnon Grunberg in de categorie:
Arnon Grunberg op internet:
 

De joodse messias De joodse messias


Xavier Radek is een jongeman van 15 jaar. Hij is gelukkig, zo gelukkig dat hij zich afvraagt of het wel normaal is, want niet iedereen lijkt net zo gelukkig als hij..als hij ontdekt dat zijn opa een enthousiast SS-er was, die vol overtuiging de joden bestreed, denkt hij dat vooral het joodse volk wel erg ongelukkig moet zijn en dan wordt zijn levensdoel: trooster der joden, ofwel de joodse messias.
Omdat hij ergens moet beginnen, zoekt hij contact met een joods gezin, en raakt bevriend met Awromele, een jongen van zijn leeftijd. Xavier geeft zich uit als jood, maar hoe kan het dan dat hij niet besneden is? Awromele vindt dat daar iets aan gedaan moet worden. De besnijdenis door een halfblinde oude man, met alles eromheen, is het meest hilarische deel van de roman. Het kost Xavier wel bijna zijn leven, maar dat sterkt hem alleen maar in zijn overtuiging dat je moet lijden. En voor lijden bestaat troost.
Als verderop in het boek Awromele het slachtoffer wordt van een groep jongens die onder het uitspreken van bezweringen à la Kierkegaard (!) kinderen pesten en mishandelen (waaronder ook een zusje van Awromele) komt er van die troost weinig terecht: Xavier vlucht en pas de volgende dag gaat hij zijn vriend zoeken, treft hem halfdood aan en brengt hem naar het ziekenhuis.
"We moeten niets voelen, zegt Awromele, "anders werkt het niet". En zo, omdat Xavier moet blijven troosten en Awromele niets voelt, blijven ze vrienden. Awromele vrijt er vrolijk op los, want hij kan geen 'nee' zeggen. Maar Xavier voelt niet alleen, hij is zwaar jaloers, en op zulke momenten slaat hij de boel kort en klein, aarzelt ook niet om dat bij mensen te doen. Als hij daarbij een jongen in het park mishandeld heeft, besluit hij naar Amsterdam te vertrekken. Awromele gaat mee, hij heeft in Bazel, hun geboorteplaats, niets meer te zoeken als homoseksuele jood.
In het Venetië van het Noorden bezoekt Xavier de kunstacademie, maar men raadt hem aan een bloemenkiosk te openen. Zijn gevoel voor kleuren is namelijk prima, maar talent voor schilderen bezit hij niet. Deze keer mishandelt hij een vrouw - de reden is te gek voor woorden - en ze vertrekken naar Israël, Tel Aviv.
Terwijl Awromele zijn promiscueuze leventje voortzet, raakt Xavier betrokken bij de politiek, gooit het op een akkordje met Hamas, en ontregelt even de hele wereld.
Ik had een zwaar boek verwacht, "de joodse messias" leek een titel met inhoud. Het tegendeel is waar: het leek af en toe wel een slapstick. Dat was driekwart van het boek wel leuk, maar toen het verhaal eenmaal verplaatst werd naar Tel Aviv, was de lol er af.
Hier wordt het boek helaas steeds ongeloofwaardiger, en omdat ook het hilarische eraf is zakt het verhaal weg. Het loopt niet goed af, dat kan ook niet anders na zo'n verhaal.
Toch maar niet de AKO-prijs...


ISBN 9050005144 | Hardcover | 495 pagina's | Lebowski Publishers | september 2004

© Marjo, september 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De joodse messias


Xavier Radek is de kleinzoon van een toegewijde SS-er. Zijn moeder koestert nog altijd grote bewondering voor haar vader, die ook in die moeilijke laatste dagen vasthield aan zijn principes.
Xavier raakt geobsedeerd door het lijden en omdat de Joden het meest geleden hebben, bezoekt hij synagoges en sluit hij zich aan bij een zionistische jeugdbeweging. Hij wil trooster van de Joden worden. Zijn moeder verafschuwt zijn omgang met Joden - die hebben alle ellende aan zichzelf te danken, moeten ze maar eens leren hun mond te houden - en toont dat onder andere door Xaviers keppeltje in zijn soepbord te leggen.
Maar hij zet door: hij maakt kennis met de orthodox-joodse Awromele die na enige tijd zijn geliefde wordt. Samen zetten zij zich aan wat later hun levenswerk zal blijken te zijn: de vertaling van Mein Kampf in het Jiddisch. Awromele heeft geen voeling met de geschiedenis: hij weet nauwelijks wie Hitler was.
Op aandringen van Awromele laat Xavier zich besnijden. Een halfblinde, stokoude man voert de ingreep uit en een succes is dat niet. Xavier verliest een teelbal, de oude man wordt opgepakt wegens pedofilie. Xavier draagt overal zijn op sterk water gezette teelbal mee.
Hij ontdekt zijn schildertalent en schildert vooral zijn moeder, bij voorkeur met de teelbal, die hij inmiddels 'Koning David' heeft gedoopt, in de hand. Met Awromele trekt hij naar Amsterdam, waar hij wordt toegelaten tot de Rietveldacademie, zij het dat de docenten daar niet echt in zijn talent geloven. Hij voelt zich na enige tijd miskend, en denkt dat hij zo niet tot zijn opdracht, het troosten der Joden, komt. Hij vertrekt met Awromele naar Israël. Daar komt hij uiteindelijk tot de ultieme troost. Dat hij net als Hitler zijn laatste dagen slijt in een bunker en het moet doen met slechts één teelbal is natuurlijk geen toeval, evenmin als Xaviers miskende kunstenaarsschap. Kennelijk wil Grunberg zeggen dat het gebruik van geweld niet beperkt is tot één groep, dat slachtoffers net zo goed daders kunnen zijn.


Het verhaal is geschreven met een goed gedoseerd cynisme. Zo maakt Xavier afspraken met de leider van Hamas over het aantal doden dat maandelijks mag vallen door terroristische aanslagen. Dat cynisme komt ook in het taalgebruik tot uiting. Het begint al met de eerste zin:
"Omdat zijn grootvader met oprecht enthousiasme en veel vertrouwen in de vooruitgang de SS had gediend - de man was niet te beroerd de handen uit de mouwen te steken, niet zo'n slampamper van een opa die achter zijn schrijftafel bleef zitten, af en toe een stempel onder een document zette en zich om vijf uur naar vrouw en kind haastte, nee, een gentleman, die het handwerk van de dood verstond, een man voor wie woorden als 'eer' en 'trouw' nog iets betekenden, een man met een moraal, met een visie, die trouw bleef aan die visie, ook onder barre omstandigheden, toen veel van zijn makkers hun uniform uitdeden en de benen namen, hij niet, hij zei: "een deugdzaam mens kent zijn taak, een deugdzaam mens leeft er niet op los', en hij schoot zijn laatste kogels uit zijn geweer - wilde de kleinzoon met enthousiasme en vertrouwen in de vooruitgang een beweging dienen."

Daarnaast wordt er veel geweld gebruikt. Het woord is uit als communicatiemiddel, het komt op handelen aan. Xavier en Awromele raken dan ook diverse keren gewond en Xavier gebruikt zelf geweld. De vuisten werken beter dan het woord, zo wordt gedacht.
Het boek is niet te vatten onder de realistische stroming. Zo is Xaviers obsessie met het lijden en vooral zijn ultieme troostdaad grotesk te noemen en zo zijn er meer voorbeelden. De moeder haat haar kind, heeft een verhouding met haar broodmes, en kan het uiteindelijk niet laten te moorden.
Toen het boek uitkwam, is er wel wat ophef geweest, maar niet zoveel als je op grond van de inhoud zou mogen verwachten. Want het is nogal wat: een jodentrooster die op Hitler lijkt, gelovigen van allerlei gezindten die een teelbal aanbidden als de nieuwe Messias en de antisemitische uitspraken, weliswaar door personages gedaan, maar toch, het zal de eerste keer niet zijn dat daartegen wordt geprotesteerd.
Grunberg toont een zwartgallige kijk op de mensheid. En ik ben bang dat hij gelijk heeft.


ISBN 9050005144 | Hardcover | 495 pagina's | Lebowski Publishers | september 2004

© PetraO, juli 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer: