Annemarie de Gee
Kamermensen
‘Naderhand hoort de kamer je toe te lachen. Je te bedanken dat je haar onberispelijk hebt teruggegeven. Je moet zeker weten dat elke plek de juiste behandeling heeft gehad. Nat of droog? Spons, dweil, borstel met harde of zachte haren? Draaien, slepen of vegen? Olie voor de meubels, laagschuimend wasmiddel dat desinfecteert. Of een agressief schuurmiddel? Het is van het grootste belang dat er voor ieder oppervlak de juiste reiniging wordt gekozen. Daar heeft de kamer recht op.'
Is dit een roman, een zogenaamde mozaïekroman, of is het een verhalenbundel?
Binnen in het boek staat onder de titel ‘verhalen’, maar voor hetzelfde geld noem je het een roman. De plaats van handeling is een hotel, de kamer is steeds dezelfde kamer: nummer 104.
Tussen de verhalen door komt steeds het kamermeisje voorbij die de kamer weer in orde maakt voor de volgende gast(en). Als de verhalen vanuit het perspectief van de kamer verteld zouden zijn, dan was het een overtuigende roman geweest. (Misschien was dat sowieso wel prettiger geweest om te lezen)
Een algemene figuur ‘de mens’ bijt het spits af: een schets van een logé die ontwaakt in een onbekend bed, in een onbekende omgeving. Bevreemding overvalt hem:
‘Ochtendkou. De mens krabt zich en knijpt zijn ogen tot spleetjes. Een wit papier met zwarte letters valt en verdwijnt geruisloos onder het bed. De mens huilt zonder te weten waarom; zijn lijf voelt ongeboren, ledematen liggen in rare hoeken om hem heen alsof ze hem niet toebehoren. Manmoedig wrijft hij het water uit zijn ogen en duwt het beddengoed van zich af, kou neemt toe. Zijn maag maakt geluiden die hij niet kent. Zou dat honger zijn?’
Wie zijn die gasten die kamer 104 bezetten? Er is een echtpaar dat er al vijftig jaar lang de huwelijksnacht herbeleeft; en een echtpaar, dat hun twee kinderen naar binnen smokkelt en een vreemde bezoeker krijgt; er is een oude vrouw die voor het laatst een feest geeft; een politiek leider die verschillende keren komt, verhalen waarin we zijn teloorgang meemaken; en anderen.
Extra bevreemdend is dat er soms een omgekeerde chronologie in de verhalen zit.
Annemarie de Gee hanteert een haast fysieke manier van schrijven in een stijl met korte zinnen, soms zelfs maar een enkel woord. Er staat geen woord teveel, ze maakt het niet mooier dan het is en ze is erg direct op het onbetamelijke af.
Het doet nu eens denken aan het bizarre van een Edgar A. Poe, dan weer aan de directheid van een Herman Brusselmans; er zijn verhalen met wrange humor en erotiek. Grotesk of erg normaal.
Het gaat over mensen, mensen zoals de lezer die misschien wel kent, maar – denk ik- niet zou willen leren kennen als dat niet het geval is.
Ik wil graag denken dat het een roman is, een boeiende roman.
Ik ontdekte dat Annemarie de Gee ook een theatervoorstelling heeft gemaakt van dit boek (of andersom), en die lijkt me ook zeer de moeite waard. Overtuigend debuut.
ISBN 9789020412154 | Paperback | 176 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | augustus 2012
© Marjo, 16 september 2012