Ali Shaw

Toon alleen recensies op Leestafel van Ali Shaw in de categorie:
Ali Shaw op internet:

 

Het meisje met de glazen voeten Het meisje met de glazen voeten


Dit is het debuut van een Engelse schrijver dat niet onopgemerkt is gebleven.
Een eigentijds sprookje, dat speelt op de fictieve eilandengroep St Hauda’s land, waar een naargeestige sfeer heerst.  Er gebeuren vreemde dingen en het zit vol geheimen.
Midas Crook, eilandbewoner, verstopt zich achter de camera. Overal maakt hij foto’s van. Als hij op een dag tijdens een van zijn tochten over het eiland een meisje ziet zitten op een grote platte steen (!) begint ons sprookje.

Ida heet het meisje, zij komt van het vasteland, en heeft een nogal dringende reden om terug te komen, na een eerder bezoekje vorige zomer. In het begin houdt ze dat verborgen, maar omdat het een voortschrijdende kwaal is, en er iets opbloeit tussen Midas en haar, laat ze hem zien wat er aan de hand is: Haar tenen zijn in glas veranderd, en haar voeten beginnen ook al.
Ze zoekt hulp: bij de man die het vlindervee bewaakt. Of bij een vrouw die aan natuurgenezing doet. Hun zoektocht leidt hen over het vreemde eiland; ze zien het vlindervee en de vele albino’s in de natuur: spierwitte vogels, spierwitte bladeren, noem maar op. En ontmoeten bijzondere mensen.
Dan is er nog het verleden, deels in flashbacks: ook al vol geheimen, zoals de zelfmoord van Midas’ vader en de dingen die in het veenmoeras verborgen liggen.

Het is een magisch-realistisch verhaal, dat Ali Shaw vertelt met een goed oog (of is het oor?) voor dialogen, met verrassende elementen. En hij is een kei in sfeertekenen:  beklemming, naargeestigheid, maar ook romantiek: hij brengt het allemaal over.
Die sfeer wordt vooral opgeroepen door de beschrijvingen: sombere kleuren, de aanwezigheid van niet bepaald aaibare dieren, en veel nattigheid. Moerassen en ondoordringbare veengronden, rotsen en spelonken.
Toch is er sprake van toeristen, maar wat die daar te zoeken hebben, is niet duidelijk.  De beschrijvingen lokken bepaald niet. Of je zou er heen willen om de vreemde wezens te zien die soms ontsnappen uit hun kooi en je dan stomverwonderd laten staan: het vlindervee.

‘ In een hangmat van mos, zo groot als de kom van een hand, bungelend tussen takken met een groene schors, sliep een vlinderstier.  Hij had zijn prachtige vleugels dichtgevouwen en was geknield op de klamme draden van zijn geïmproviseerde bed in slaap gevallen. Daaromheen sterkte het moeras zich aan alle kanten tot de horizon uit; een glinsterende deken van veen, okerkleurig gras en bomen waarvan de gebogen stammen lage zuilengangen vormden. In de schaduw ervan scholen padden met roze, pulserende kwaakblazen, in hun eentje of op elkaar gestapeld. De winterzon bood geen warmte. Die was afkomstig uit de sappige aarde en uit de zo nu en dan knappende, stinkende gasbellen. (...)
Op deze manier vloog hij een tijdje verder totdat de schreeuw het gezoem bij de poel overstemde. De door algen glad geworden stenen verheven zich als omgeslagen boten boven het landschap en veranderden het veenmoeras in een domein van rotspoelen en sijpelende stroompjes. ’


Misschien is dit een verhaal voor de liefhebber, maar alleen al de romantiek en de sfeertekeningen maken dat dit boek voor iedereen een aanrader is .
Zoals in de New York Times staat: ‘ alleen iemand met een hart van glas zou niet geraakt worden door deze roman.’


ISBN 9789022959794 | Paperback | 336 pagina's | Uitgeverij Orlando | september 2010
Bevat O+katern met interview met de auteur, extra informatie en leesclubvragen.Vertaald door Anke ten Doeschate

© Marjo, 17 oktober 2010