Emile Bode
Het geheim van de Tierelantijn
Meneer van Leeuwendaal heeft die dag een plan, hij wil in de grote bostuin naast het huis een tennisbaan aanleggen, en als hij een plan heeft moet dat ook onmiddellijk uitgevoerd worden. Daarom vraagt hij geen toestemming aan de gemeente en geeft hij klusjesman Theo de opdracht om over een week de oude beukenbomen te kappen. Drie kleine mannetjes horen meneer van Leeuwendaal praten over het plan en schrikken enorm! Dat mag niet
Die nacht komt knuffel Poesje tot leven en neemt Nienke mee naar de oude bomen en daar ontmoet ze Guit, Gom en Grimas. Het zijn groepies, ze zijn niet groter dan een mobieltje. Ze dragen een blauwe overall, gele mutsjes, en bruine laarsjes. En hun gezicht heeft net zo'n kleur als Saïd, het Marokkaanse jongetje dat in de klas van Nienke zit.
De groepies vertellen haar dat de oude bomen geen beuken zijn maar heel zeldzame tierelantijnen. Het zijn zelfs de enige tierelantijnen in heel Nederland. De groepies eten de nootjes van de tierelantijnen, daar zit een medicijn in dat ze nodig hebben om te kunnen leven. En nu wil de vader van Nienke de laatste tierelantijnen kappen. Dat kan natuurlijk niet, want dan gaan ze dood. Weer terug in bed piekert Nienke zich suf, hoe kan ze de drie groepies redden? Gelukkig krijgt ze een idee. De groepies zijn helemaal blij.
En dan... wordt Nienke ontvoerd door drie akelige mannen! Ze eisen heel veel losgeld van Nienkes vader, maar kan hij wel aan zoveel geld komen?
Nienke is ondertussen heel slim bezig en heeft iets bedacht waardoor ze haar kunnen vinden. De groepies, Poesje en zwerfkater Jansen gaan natuurlijk op pad om Nienke te bevrijden... Maar lukt dat wel en zijn ze wel op tijd terug om de oude tierelantijnen te redden?
Een leuk, spannend, grappig verhaal. Natuurlijk bestaan kleine mannetjes en pratende katten en knuffels niet maar het wordt aannemelijk gemaakt. Soms neigt het naar het té onwaarschijnlijke, het is op het randje, maar het kan allemaal nog nèt. Het verhaal heeft enorme vaart, er gebeurt heel veel en ook dat kan allemaal net, veel méér avontuur had niet in het verhaal moeten zitten. De namen zijn leuk bedacht, een muisje dat Poesje heet, er is een Tip van Bootz en een Japie Klappetand evenals een professor Zienderogen en Tinus Frikadel.
Emile Bode is geboren in 1954 en dat is soms te merken zoals bijvoorbeeld aan stukjes liedtekst en de naam Tip van Bootz die allen voorkwamen in de jaren zeventig van de vorige eeuw (zoals o.a. Oerend hard en Kom van dat dak af). Het is wel goed in het verhaal gebruikt, kinderen kennen deze liedjes waarschijnlijk niet eens. Doorheen het boek staan grappige zwart-wit tekeningen van Ineke Goes die prima bij het verhaal passen. Kortom een vermakelijk vlot geschreven verhaal dat kinderen denkelijk erg zullen waarderen.
Emile Bode is journalist, publicist en televisiemaker. Sinds 2001 schrijft hij de populaire rubriek Huishoudtips in De Telegraaf.
ISBN 9789049926076 | Hardcover | 175 pagina's | Uitgeverij Moon | december 2012
Leeftijd 6-9 jaar | Leeftijd: 6+
© Dettie, 02 januari 2013