Mel Wallis de Vries
Klem
Maar als gebeurt wat niemand tevoren had durven denken: een van de leerlingen wordt dood aangetroffen, worden de toch al gespannen onderlinge verhoudingen totaal op hun kop gezet.
Tot ver over de helft van het boek weet de lezer niet wie het slachtoffer is, al begint het boek met het verhaal van zijn of haar dood, in de ik-vorm. Het hele boek bestaat uit die ik-vorm, steeds door andere vertellers: de kapitein van het schip, degenen die horen bij een groepje vriendinnen en een groepje vrienden, en de leraren. En als het lichaam gevonden is: hoofdcommissaris Piet Vos.
Er zijn onderlinge spanningen: een meisje is verliefd op een jongen die haar niet ziet staan. De jongens hebben het alleen maar over ‘scoren’. Een van de meisjes heeft een pestverleden en wil dolgraag bij het groepje horen. Een ander meisje is zelfverzekerd en egoïstisch.
Het is misschien enigszins uitvergroot voor de spanning in het verhaal, maar binnen een groep tieners gebeurt alles wat hier ook speelt: vriendschappen staan zwaar onder druk vanwege de onderlinge rivaliteit. Met een stel volwassenen erbij die ook zo hun eigen sores hebben, lijkt ieder van de aanwezigen wel een motief te hebben voor de moord.
De vorm die Mel Wallis de Vries hanteert is er een die ze vaker gebruikt, maar dan ook heel goed werkt. Met al die wisselende perspectieven word je als lezer steeds op een verkeerd been gezet, je blijft heen en weer springen.
Het is een erg spannend verhaal, dat je pas weg legt als duidelijk is wie er verantwoordelijk is.
‘Soms denk ik eens dat mijn klasgenoten van een andere planeet komen. Een planeet hier heel ver vandaan, uit een andere Melkweg. Jaren geleden zijn ze hier met een ruimteschip gekomen om de aarde te bezetten. De normale mensen hebben ze gevangengenomen, in stukjes gesneden en opgegeten. Maar ze zijn er eentje vergeten, en dat ben ik.’
ISBN 9789026133435 | Hardcover | 272 pagina's | Uitgeverij De Fontein | april 2012
Leeftijd: 13+
© Marjo, 26 april 2014