Sonja Kaiblinger

Toon alleen recensies op Leestafel van Sonja Kaiblinger in de categorie:
 

De jacht op de goede geesten De jacht op de goede geesten


Oscar woont sinds de dood van zijn ouders bij Tante Sharon aan de Radijsjesweg. Het is een vreemd huis waar spoken wonen. In de stofzuiger woont de ex-eigenaar van het pand, Sir Tony. In de koelkast woont zijn vroegere knecht Bert en het dienstmeisje Molly woont in de bijkeuken. Oscar is de enige die ze kan zien en nog met ze kan praten ook. Zijn huisdier Vincent de vleermuis kan dat ook. Nee, dat is geen foutje: ook Vincent praat.

Als dit verhaal begint ziet Oscar dat er iets vreemds gebeurt in de tuin van de buurman. Meneer Olsen is geobsedeerd door radijsjes, en is er iedere avond mee bezig. Oscar mag daar graag naar kijken, hij wordt er rustig van. Maar deze avond niet: meneer Olsen valt zomaar neer, en beweegt niet meer. Hij belt de ambulance en blijft samen met Vincent de boel in de gaten houden. Wat hij dan ziet! Hij gelooft zijn ogen niet. Niet de ambulance maar een vrachtautootje dat de naam auto niet meer verdient staat voor de deur, en een eigenaardig figuur bevindt zich in de tuin. Met een vlindernetje probeert hij een lichtgevende bol te vangen. Als hij hem heeft gevangen stopt hij het in een augurkenpot en loopt weer naar zijn auto.
De ambulance komt aanrijden en gaat naar de buurman. Ze lijken de vreemde auto en de chauffeur helemaal niet op te merken. En dan beseft Oscar dat het tijd wordt voor een overleg. Hij, Vincent en de spoken komen bijeen in de kelder en hij vertelt wat hij gezien heeft. Sir Tony weet het: dat was geen vlindernetje, maar een elektronische zielenvanger. De man was Magere Hein, de man die er voor moet zorgen dat zielen netjes in het hiernamaals komen. De spoken willen niet dat die man hen ziet, want dan worden ze ook gevangen...

Als Oscar en zijn vriendin Emily, die geen spoken ziet, maar altijd alles wil weten, met school naar het griezelpark gaan, leren ze Magere Hein kennen, die zich Scary Harry noemt, en Harold heet. Ze ontdekken een complot en moeten alle zeilen bijzetten om hun drie spoken te redden. Hun tegenstander is meneer Bleu en hem onderschatten is een grove fout, want die man gaat over lijken...

Erg leuk verhaal, waarin alleen meneer Bleu en zijn trawanten een beetje ‘scary’ zijn. De andere spoken zijn hele goedmoedige wezens. Het is een vlot geschreven met veel humor. De bladspiegel is overzichtelijk en de tekeningetjes van Fréderic Bertrand heel leuk. Deze man wordt net als de schrijfster zelf achter in het boek voorgesteld en dat op zich is al leuk:

‘Fréderic Bertrand werd in 1981 in Minden(Duitsland) geboren, maar verloor al snel zijn verstand. Hij spookt nu al een paar jaar rond in Berlijn, waar hij in zijn  griezelige atelier met hol enge tekeningen krabbelt, onder het genot van valse orgelklanken. Naast het tekenen klust en schroeft hij graag nachtenlang aan roestige vehikels. Daarmee toert hij in de late uurtjes rammelend en walmend door de regio, op zoek naar monsters.’
HIER kun je de tekeningetjes bekijken en een idee van de schrijfstijl opdoen.

Sonja Kaiblinger (Krems Oostenrijk, 1985) woont en schrijft in Wenen. Ze heeft al meerdere kinderboeken op haar naam staan. De andere mogen ook snel vertaald worden, kinderen vinden ze vast erg leuk!


ISBN 9789022330203 | Hardcover | 232 pagina's | Uitgeverij Manteau | juni 2014
Vertaald uit het Duits door Roald van Eswijk Leeftijd vanaf 10 jaar.

© Marjo, 25 juli 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: