Peter Nys
Trilogie Wentelwereld 1: Wentelwereld
Ok, op school is het niet leuk, maar zou het op een andere school beter zijn? Als hij zit te sikkeneuren bij het Wichelwoud, een klein, maar vrijwel ondoordringbaar stukje bos, ziet hij iets flitsen, ‘een schicht van groen’.
‘Freek had het gevoel… hij wist het op een of andere manier zeker… dat twee ogen in zijn rug priemden. Met een ruk draaide hij om zijn as, maar tot zijn verrassing viel er niets opmerkelijks te bespeuren. Het eerste avontuur van Freek leek uit te draaien op wat geheimzinnig geritsel, een flits groen en een onbehaaglijk gevoel. Een schrijver zou een flinke kluif eraan hebben om daar een pagina of twee mee te vullen.
Net toen Freek besloot weer naar huis te gaan, leken de struiken recht voor hem plots achteruit te wijken. De omgeving zag er ineens uit alsof Freek hem bekeek door een dun laagje water op de bodem van een ondiepe poel… waar net iemand een steentje in had gegooid.’
Met dat avontuur komt het wel goed:
Freek heeft onwetend een poort ontdekt naar een andere wereld: Wentelwereld.
Het is een wereld die lijkt op onze Middeleeuwse wereld: steden hebben een schout, er zijn oogstfeesten en markten, zeilschepen en wapens als knuppels en pijl en boog zijn gangbaar. Maar het is niet hetzelfde. Er zijn ook vreemde wezens: gruwgrocs, grondels (niet hetzelfde als onze grondel), bayara’s en meer.
Freek ontmoet Ax, een meisje dat op zoek blijkt te zijn naar ‘reizigers’ zoals Freek er een is. Met haar gaat hij naar Zephyran.
Intussen leren we nog een jongen kennen, de kleine mankepoot Luno, die het hulpje is van een magister. Deze magister is een ‘Alvrin’, een volk dat tussen de mensen woont hetgeen niet door iedereen op prijs gesteld wordt. Zo is Luno getuige van brandstichting: de boekenwinkel van magister Maesius wordt platgebrand door Rodolpho Bracchius, de schout, waarbij de magister zeker een wisse dood gevonden moet hebben en Luno maar net weet te ontkomen. Niet één keer, maar meerdere keren ontsnapt hij aan de schout! Ook hij ontmoet een vriend: Yaïm, afkomstig van het eiland Kipros.
En zo ontwikkelt het verhaal zich: een strijd tussen goed en kwaad, waarbij het kwaad het hopelijk af zal leggen. Rodolpho, bijgenaamd ‘De kraai’, is evenwel een geduchte vijand, hij streeft er naar heer van beide werelden te worden. En natuurlijk heeft hij vervaarlijke wezens aan zijn kant.
Het is een waarachtig fantasyverhaal: bijzondere wezens, vreemde werelden, strijd tussen goed en kwaad, en magie. Wat snufjes humor en romantiek maken het af.
Er is wat veel uitleg, veel wisseling van perspectief qua personages en plaats van handeling; meer dialoog, en meer actie zou ook de jonge lezer – en daar is het toch voor geschreven – bij de les houden. Die jonge lezer moet nu een goed doorzettingsvermogen hebben.
Met een duidelijke kaart erbij (er zit er wel een in het boek, maar die is wat onduidelijk en erg summier), misschien een lijst met personages en wat meer vaart zou het een tien met een griffel krijgen. Maar: er blijkt een vervolg te komen, dus dat kan allemaal nog goed komen!
ISBN 9789044818321 | Hardcover | 450 pagina's | Clavis Uitgeverij | januari 2013
Leeftijd: 12+
© Marjo, 03 juni 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
