Mieke van Hooft

 

Straatkatten Straatkatten


Zoals in ieder boek kaart Mieke van Hooft ook in dit boek een probleem aan. In dit geval gaat het over daklozen.

Lizzy, dertien jaar oud, loopt weg van huis. Ze hoopt terecht te kunnen bij haar oude juf Marcella, die in de grote stad woont. Dat lukt niet, en omdat ze toch echt niet naar huis terug wil, slaapt ze in de berging van een flat. Maar natuurlijk kan ze daar niet blijven, en ze zwerft wat rond. Dan wordt ze aangesproken door een meisje.


'Geschrokken kijkt ze naar het meisje dat naast haar is komen zitten. Ze heeft een T-shirt van een onbestemde kleur aan. Het kan blauw zijn, maar ook grijs. Ze draagt een spijkerbroek met een gapende scheur op allebei de knieën. En haar haar is heel kort en ongelijkmatig geknipt.'


Het meisje, Wanja, is haar eerste kennismaking met het leven op straat. "er zijn drie dikke dossiers over mij,' zegt Wanja, 'en ik blijf weglopen. Ik wil niet in het kindertehuis wonen. Ook dat is nieuw voor Lizzy: een kindertehuis. Waarom woont Wanja niet gewoon thuis? Maar Wanja antwoordt niet op haar vragen. Wel leert ze Lizzy de kneepjes van het zwerversbestaan. Het oprapen van peuken, om daar nieuwe sigaretten mee te rollen. Die kan ze weer verkopen aan een andere zwerver. Het nalopen van de markt als ze aan het opruimen zijn: je kan dan van alles oprapen, daar valt goed van te leven. En er van profiteren als er weer eens een kledingactie is: in die zakken zitten weer 'nieuwe, schone' kleren. En vooral ook leert ze het zoeken van een plaats voor de nacht, en het beschermen van de weinige spullen die je hebt.  Overdag zitten ze vaak in de bibliotheek, 's nachts in een slooppand. Er zijn nog meer mensen die schuilplaatsen zoeken.

Wanja snapt niet dat Lizzy zo spontaan en sociaal is. Je moet echt leren dat je voor je zelf op moet komen, als je op straat leeft. Je kunt niemand vertrouwen. Dromen? Die kun je wel hebben, maar het leven is geen feest.  Als het gaat regenen en dagenlang blijft regenen wordt het hoesten en niezen van Wanja steeds erger. Ze kunnen zich niet meer droog houden. En dan komt de sigarettenkoper onder een auto, en gaan ze hem opzoeken in het ziekenhuis. Dat is pas een paradijs...

Ook in dit verhaal komt alles goed, hoeveel ellende de kinderen in haar boeken ook beleven, het komt in de verhalen van Mieke van Hooft altijd goed. Misschien niet voor iedereen, maar wel voor de hoofdpersoon. Kinderen maken akelige dingen mee, en moeten vaak een moeilijke keuze maken. Natuurlijk is het niet de werkelijkheid dat het altijd goed komt, maar moet je daar kinderen van 10, 11 jaar mee opzadelen?
De grote vraag: wat is beter: kinderen leren dat het lot je niet altijd goed gezind is, of proberen hen handvatten te geven om de goede keuze te maken? Dat is nooit de makkelijkste weg bij Mieke van Hooft, je moet door je knieën. Maar het resultaat mag er dan zijn.


ISBN 9025107427 | Paperback | 151 pagina's | Uitgeverij Holland | juni 2006
Leeftijd: 10+

© Marjo, 10 augustus 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: