Mark Tijsmans

Toon alleen recensies op Leestafel van Mark Tijsmans in de categorie:
Mark Tijsmans op internet:
 

De bende van Teiresias 2: Het heilig hout brandt zonder pijn De bende van Teiresias 2: Het heilig hout brandt zonder pijn


Na het eerste avontuur dat beschreven werd in het eerste deel (‘van zilver zal de ketel zijn’) werd het winter en hebben onze helden even tijd gehad om tot rust te komen, hoewel prins Andreas die rust niet zo letterlijk nam: als de mooie dochter van de bakker door de voordeur het huis verliet, liet hij aan de achterdeur bevallige dochter van de slager binnen. Enzovoort.

Ver weg in de Winterbergen had de winter voor de kabouters Galei en Galooi een tijd van voorbereiding moeten zijn. Hun koning, Simaisnon, had hen dat opgedragen, omdat ze zodra de sneeuw zou smelten een reis moesten maken: naar Vrijhaven, de hoofdstad van het rijk van Koning Teiresias. Die verkeert in gevaar, wist koning Simaisnon, want de scepter was opgelicht. Eén keer eerder had die scepter licht gegeven, vijfenzestig jaar geleden, en dat had toen weinig goeds betekend.
Koning Teiresias moet daar van weten, en zo komt het dat Galei en Galooi hun opwachting maken op het moment dat er een feestelijke avond is in het paleis.

‘Plots ontstond er een groot tumult achter in de zaal. De grote deuren zwaaiden open, er klonk gegil en geroep, en de meeste aanwezigen begonnen spontaan te applaudisseren toen ze twee kereltjes van ongeveer een onderbeen lang zagen binnenstormen. De ene droeg een paarse muts, de andere een blauwe, en ze hadden een hoop kabaal mee. Ze werden namelijk gevolgd door een hond, een stuk of drie katten, een verdwaalde kip en een hangbuikzwijntje dat de rij sloot.
‘Zijn  we er?’
’Zijn we waar?’
’Op het kasteel natuurlijk.’
‘Ja, natuurlijk zijn we daar. Waar dacht je anders dat we zouden zijn?’
‘In de zoo misschien! Met al die dieren...’


Floris, de schildknaap van Andreas, is blij zijn vrienden weer te zien! Maar het betekent ook het begin van een riskant avontuur, waarin we behalve oude vrienden ook oude vijanden tegenkomen.

Biskopus Sylvester is er nog steeds op uit om koning Teiresias in diskrediet te brengen en zelf de macht te grijpen. Floris probeert het knechtje van de bisschop te helpen, maar Danté durft zijn meester niet te verlaten. De struikrover Signor Semi Sancti is ook nog op vrije voeten, en dan is nu ook Puuck, de zoon van elfenkoning Oberon en koningin Titania, opgedoken. ‘Hij is nog slechter en verdorvener dan het meest verachtelijke wezen dat je je voor kunt stellen.’  legt koning Teiresias uit.

En deze koning, geliefd bij zijn volk, voelt steeds meer dat hij oud wordt. Wat zal er gebeuren als hij er niet meer is? Zal zijn rijk uiteen vallen en zal er oorlog komen? Dat mag niet gebeuren. De onsterfelijkheidsdrank moet gemaakt worden, de drank waarvoor  het eerste ingrediënt, het kabouterzilver, al gehaald is. Nu moet Andreas, met Floris en de kabouters –  prinses Catho gaat natuurlijk stiekem mee, en de koopman van Venetië laat zich ook niet tegenhouden -  op reis naar de Binnenwouden van de elfen. Elfenkoning Oberon moet overgehaald worden om hen het Heilig Hout te geven, het tweede ingrediënt voor de toverdrank.

Opnieuw een knotsgek verhaal, waarin de hond en de katten, om maar niet te spreken over het hangbuikzwijntje, steeds opduiken. Galei en Galooi zorgen weer voor hilarische situaties, en op het amoureuze terrein is Andreas niet te stuiten. Floris probeert alles in goede banen te leiden, maar ja, hij is in de ogen van de anderen nog maar een kind. Zoals Danté, en Rune, het kind dat bij koning Teiresias woont.
Heerlijk is het een verhaal te lezen dat zo sprankelt door de humor. Van begin tot eind wordt de lezer betrokken in een avontuur vol acties, waar zelfs in de wat rustiger scènes van alles gebeurt.


ISBN 9789022328996 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Manteau | maart 2014
Leeftijd: 10+

© Marjo, 25 april 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: