Fabien van Kempen
Help, mijn broer is voor altijd
In 'Help, mijn broer is voor altijd' lezen we dat Vicky's ouders regelmatig een kind uit een probleemgezin opvangen. Deze keer is het Dinos die de zolderkamer betrekt. Dinos is een zwijgzame, stugge jongen en Vicky vindt hem helemaal niets. Dinos zit altijd op zijn kamer stiekem te snoepen en hij vindt haar konijnen maar duffe beesten. Tot overmaat van ramp dreigt Dinos heel lang bij hun te blijven wonen. Tot ergernis van Vicky vindt Tessa, Vicky's vriendin, Dinos wél leuk en lekker mysterieus.
Vicky's ouders zeggen dat ze geduld moet hebben met Dinos maar dat heeft Vicky al zo vaak gehad met de pleegkinderen. Met Liz, het vorige meisje dat in huis was, liep het verkeerd af. Ze had gelogen en Vicky's spullen gestolen.
Vicky heeft haar eigen 'pleegzorgbureau', ze vangt konijnen op die mensen niet meer willen verzorgen maar nu is het zwarte konijn, Wellington, weg. Dinos denkt dat de slangenman hem heeft. Vicky lacht hem uit, een slangenman! Ja hoor... Maar dan leest ze op de site van de plaatselijke krant dat de slangenman echt bestaat! Vicky denkt echter nog steeds dat Dinos haar konijn gepikt heeft, hij heeft vroeger ook al iets gedaan... Als Dinos er achter komt dat Vicky hem verdenkt, neemt hij haar mee naar de straat waar de slangenman woont. Misschien gelooft Vicky dan dat hij niets met het verdwijnen van het konijn te maken heeft. Deze actie maakt dat ze in een vreemde situatie terecht komen waar vriendin Tessa ook bij betrokken raakt.
Het verhaal draait in feite meer om de verdwenen konijntjes en wat daar eventueel mee gebeurd is dan om pleegouderschap. Het avontuur is redelijk spannend maar ook vrij ongeloofwaardig. De manier waarop de kinderen de slangenman benaderen is vooral door de ondertekening bijna te kinderachtig om serieus genomen te worden. (Een van de ouders in het boek maakt daar overigens ook een opmerking over, waarom dan geen andere naam gebuikt?)
Met de afloop van het verhaal heeft de schrijfster het zich wel makkelijk gemaakt, alle eindjes worden liefelijk aan elkaar geknoopt, het briefje van Liz maakt het eind zelfs héél erg zoetig, als in een sprookje... en ze leefden nog lang en gelukkig. Er rammelt iets aan de verhalen van Fabien van Kempen, waarschijnlijk zit het hem in het willen vermengen van feiten en fictie die steeds niet goed op elkaar afgestemd raken.
Pleegkind Dinos had in dit verhaal net zo goed de buurjongen kunnen zijn. Het pleegouderschap of hoe het is om een pleegkind in huis te hebben komt nauwelijks ter sprake.
Jammer, het onderwerp pleegbroer of -zus is boeiend genoeg om daar een goed verhaal omheen te schrijven, maar dat heeft de schrijfster niet gedaan. Het is gewoon een avontuur met drie kinderen waarvan er één toevallig een pleegkind is.
ISBN Hardcover103p | Hardcover | 44815146 pagina's | Clavis Uitgeverij | juni 2011
Vanaf 11 jaar
© Dettie, 26 juni 2011