Steven Pinker
Gevoel voor stijl
Steven Pinker
"Waarom schrijven zoveel mensen zo slecht? Nee, het ligt niet aan internet en onze kinderen worden ook niet dommer: schrijven is altijd moeilijk geweest. Goed schrijven begint met goed denken. Als je weet wát je wil schrijven, is het een kwestie van regels toepassen. Maar met behoud van moed, creativiteit - en een dosis brutaliteit."
Deze covertekst op het boek van Steven Pinker, een briljant taalkundige en een invloedrijke cognitief psycholoog, trok mijn aandacht. Ik was benieuwd wat Pinker mij te vertellen had. Want wat is stijl eigenlijk? Daarover heb ik al menige discussie gevoerd maar tot een bevredigende definitie voerde de gedachtenwisseling nooit.
In zijn voorwoord schrijft Pinker "Wat is stijl uiteindelijk anders dan het doelmatig gebruik van woorden om andermans geest voor zich te winnen." Veel helderheid geeft dat nog niet, iemand met woorden overhalen om zich bij een geloofsgenootschap aan te sluiten zou dan ook onder 'stijl' vallen. Maar toch, ik bleef benieuwd, hoe zou de schrijver het gevoel voor stijl benaderen en toelichten?
In hoofdstuk 1 lezen we dat iemand wel aanleg voor schrijven kan hebben maar dat niemand - in tegenstelling tot praten - met schrijfvaardigheden wordt geboren. Deze vaardigheid wordt ons op school geleerd en veel stijlprincipes kunnen eveneens worden onderwezen. Maar... stelt Pinker je kunt alleen een goed schrijver worden als je een goede lezer bent. Goede schrijvers zijn gretige lezers. 'Goed schrijven kan een omwenteling bewerkstelligen in de manier waarop de wereld wordt waargenomen. Schrijvers krijgen hun techniek door voorbeelden van goed proza te ontdekken, te savoureren en dan reverse-engineering toe te passen.' Juist ja...
"Voor een goede stijl moeten we niet in de eerste plaats gehoorzamen aan een rist geboden, maar vooral een duidelijk beeld hebben van de schijnwereld waarin we doen alsof we communiceren" staat in hoofdstuk 2 te lezen. Bij praten is er namelijk een wisselwerking, we zien de invloed van onze woorden op de gesprekspartner. Bij schrijven gebeurt dat niet. De ontvangers van het schrijven zijn onzichtbaar en onbekend maar we moeten ze toch zien te bereiken. "De schrijver ziet iets wat de wereld nog niet heeft opgemerkt en hij richt de blik van de lezer daarop, zodat die het ook kan zien"
Ondertussen begint de irritatie flink toe te nemen, want Steven Pinker herhaalt zichzelf nogal. Daarnaast gebruikt hij enorm lange zinnen en is de vertaling ook niet om over naar huis te schrijven.
In hoofdstuk 3 bespreekt Pinker 'De vloek van de kennis'. Wetenschappers, ingenieurs, artsen en dergelijke, gebruiken bijvoorbeeld vaak vakjargon en beseffen niet dat hun taal voor een leek niet te begrijpen is. Ook afkortingen moeten zoveel mogelijk vermeden worden.
Meer dan uitvoering hamert Pinker erop dat de schrijver altijd de lezer in gedachte moet houden. Blijf voor ogen houden dat zij niets weten en leg desnoods moeilijke woorden even uit, stelt hij. Prachtige overzichten volgen zodat we goed kunnen zien dat ingewikkelde zinnen en woorden ook eenvoudig geschreven kunnen worden waardoor de tekst voor iedereen beter te begrijpen is.
Vervolgens komt Pinker zelf met woorden als: "veel wetenschappelijke artikelen bevatten verbijsterende non sequiturs" "‘kan een schrijver de cognitieve middelen vrijmaken" (Wat zijn die cognitieve middelen?) "de drie substantieven" (zelfstandige naamwoorden). Volgens mij is dit toch echt een staaltje onvervalst vakjargon evenals het bovenstaande savoureren en reverse-engineering.
En dan de vertaling. Hoewel de vertaler een huzarenstukje heeft moeten leveren, staan er toch veel krom vertaalde zinnen of zinsdelen in de tekst, zoals: "Hij grijpt niet de gelegenheid van het schrijven te baat", "sprekend converseren" (werd verbaal communiceren bedoeld?) en, als klap op de vuurpijl, de zin: "Ons onbewuste gevoel over mogelijke woordcombinaties kan tekortschieten als een zin ingewikkeld wordt, en onze vingers kunnen een fout maken die we er nooit doorheen zouden laten glippen als we genoeg tijd en geheugen hadden om hem in een oogopslag te overzien." (vermakelijk... vingers die een fout maken)
Je begint je af te vragen waarom het boek überhaupt vertaald moest worden want verderop in het boek, als de schrijver de grammatica en woordinterpretatie bespreekt, blijkt deze namelijk vooral op de Engelse taal te zijn toegespitst.
De deels kromme vertaling, de enorm lange zinnen, de wijdlopige tekst, het vakjargon én de op de Engelse taal gerichte teksten, maakten dat ik niet verder wilde lezen. Het boek had zeker tot de helft of zelfs driekwart ingekort kunnen worden, dat zou de leesbaarheid zeer ten goede zijn gekomen. Het gebeurt me zelden dat ik een boek niet uitlees, maar dit boek ging dicht en blijft dicht.
ISBN 9789045028453 | Paperback | 320 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | januari 2016
© Dettie, 06 februari 2016