Joris van Casteren
Lelystad
Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over hoe de stad tot stand is gekomen en over het leven van de eerste bewoners, zoals de ouders van de schrijver. In het tweede deel keert de auteur terug naar zijn jeugdstad en vergelijkt de stad met zijn jeugdherinneringen.
De auteur schetst hoe de nieuwe stad in de drooggelegde polder tot stand is gekomen. Lelystad is gebouwd door rijksdienst medewerkers, die een agrarische achtergrond hadden. De stedenbouwkundige die een prachtig ontwerp in gedachten had, werd naar huis gestuurd. Zijn plan uitvoeren zou te veel tijd en te veel geld kosten. De nieuwe stad Lelystad is uit de grond gestampt door ambtenaren zonder visie, volgens van Casteren; door rijksdienstmedewerkers zonder stedenbouwkundige achtergrond.
In september 1967 arriveerden de eerste bewoners; in 1976 besloten de ouders van Joris van Casteren met hun pasgeboren zoon naar Lelystad te verhuizen. De vader van Joris, een idealistische onderwijzer, kon in de nieuwe stad een baan als hoofdonderwijzer krijgen. Lelystad bood volop ruimte voor onderwijsexperimenten. De moeder van Joris werd in de nieuwe woonplaats huisvrouw; maar zij verveelde zich in haar nieuwe woonplaats waar niets te doen was. De ouders groeiden uit elkaar en gingen scheiden. Toen Lelystad een gemeente werd in 1980, was het de stad met de meeste echtscheidingen, met de meeste werkeloosheidsuitkeringen en het was het naar verhouding de meest criminele stad van Nederland.
Lelystad is naast een geschiedschrijving ook een bildungsverhaal van een jongen in een nieuwbouwwijk in een gemaakte samenleving die zich ontworstelt aan zijn afkomst en een problematische pubertijd doormaakt; hij ontwikkelt zich tot straatschoffie, gaat graffiti spuiten, blaast bushokjes op, zwerft regelmatig dronken langs de dreven en wordt meerdere malen door politieauto’s opgehaald.
Toch komt van Casteren tot inkeer; hij wordt geraakt door een documentaire op de televisie over de Vijftigers en hij besluit om te gaan studeren aan de School voor journalistiek in Utrecht.
Lelystad is een onthullend en ontluisterend, maar soms ook hilarisch boek over de persoonlijke moeizame jeugd van de schrijver en het leven van andere bewoners in een kunstmatige stad in een drooggelegde polder. De combinatie van reportage, geschiedschrijving en autobiografie is absoluut geslaagd.
Van Casteren is journalist, dichter en schrijver. In 2004 won hij het Gouden Pennetje, een journalistieke aanmoedigingsprijs die jaarlijks werd toegekend om jong talent in de journalistiek tekst te stimuleren. Hij won de prijs, zo schreef de jury, ‘wegens zijn grote talent om over schijnbaar kleine gebeurtenissen prachtige reportages te schrijven’.
Lelystad werd (mijns inziens terecht) genomineerd voor de AKO literatuurprijs 2009.
ISBN 9789044612172 | Paperback | 333 pagina's | Uitgeverij Prometheus | september 2008
© Jeannette, 08 december 2009