Bert Oomen

Toon alleen recensies op Leestafel van Bert Oomen in de categorie:
Bert Oomen op internet:

 

Ze bouwen daarginds een concentratiekamp Ze bouwen daarginds een concentratiekamp


Ondertitel: over morele dilemma's, moed, angst en onmacht van gewone burgers, die plotseling geconfronteerd worden met een Duits concentratiekamp in hun dorp.

Het jaar 1942 betekende moeilijke tijden voor werkend Nederland. Er was veel werkeloosheid en jonge mannen moesten naar Duitsland vanwege de Arbeidseinsatz.
Ook in Vught, een dorp onder de rook van ’s-Hertogenbosch (met de wind uit het noorden) had met deze problemen te kampen. Toen er bouwactiviteiten werden ontplooid door de Duitsers, was men daar blij mee. Op een defensieterrein bij de IJzeren man - toen al een grote waterplas waar de jeugd zich ’s zomers vermaakte - werd dertig hectare bos gekapt en vlakbij werden een groot aantal stenen barakken gebouwd. Een kazerne voor de Duitsers? Er zijn er alvast die huizen in de omgeving vorderen, de bewoners moeten maar zien dat ze ergens anders onderdak vinden.

Dan: januari 1943, op station Vught komt een trein aan met sterk vermagerde gevangenen. Ze hebben geen jassen en het is berekoud. De SS-ers bewaken hen en doen dan niet met zachte hand. Uit de Vughtse huizen komen de bewoners, die met verbazing en toenemende verbijstering deze stoet gadeslaan. Het een na het andere transport komt, waaronder onder dekking van de avond en nacht groepen Joden, maar het kamp – het is nu duidelijk waar het terrein voor bedoeld is – is niet af: de gevangenen moeten het zelf afbouwen.

Bert Oomen, kort na de bevrijding geboren, heeft drie drijfveren om dit boek te schrijven.
Nieuwsgierigheid: hij wil weten hoe de Vughtse bevolking reageerde op deze gruwel die naast hun huizen verschenen is.
Boosheid: hij reageert met zijn boek op het andere boek ‘Leven naast het kamp’  van Boyd van Dijk, waarin deze stelt dat de Vughtenaren al snel gewend waren aan het kamp en het in onverschilligheid lieten gebeuren, en er zelfs van profiteerden.
Van Dijk heeft zijn verhaal geschreven vanuit het heden, zonder zich te bekommeren over het feit dat het een totaal andere tijd was, stelt Oomen.

De derde drijfveer maakt het boek bijzonder: het is anders dan andere boeken over de tweede wereldoorlog doordat hij ingaat op de morele bewustwording. De morele vorming van toen is anders dan die van nu. Het hoe en waarom legt hij zeer duidelijk uit. Natuurlijk houdt dit ook verband met zijn boosheid. De Vughtenaren waren helemaal niet onverschillig; er waren er die hielpen met onderduiken, ze probeerden de gevangenen brood en kleding toe te stoppen en raapten hun briefjes op om ze te versturen naar het gewenste adres. De Duitsers werden evenwel steeds strenger, de gewone mens kon niet zo veel, overtreding kon je je leven kosten, of dat van je familie.

Ook moeten we de rol van Philips niet vergeten: er moest gewerkt worden in het kamp en de gloeilampenfabriek kon er een werkbarak opzetten. Op deze manier heeft men kans gezien vele mensen te vrijwaren van transport naar elders. En er was mevrouw van Beuningen, oprichtster van het Wit-Gele Kruis, die voedselpakketten maakte en naar het kamp bracht.

Oomen bespreekt de rol van de autoriteiten: de geestelijkheid die het voor het zeggen had; het ontbreken van degelijke informatie, zodat men nauwelijks wist wat er aan de hand was. En als men het wist: wat kon je doen?
Na een inleiding over het waarom volgt het verhaal over de periode dat het kamp actief was. En daarna een belangwekkend deel dat handelt over de morele bewustwording: hoe wordt moreel besef gevormd? En wat betekent dat voor de hedendaagse maatschappij.

Bert Oomen, geboren 12 juni 1945, is stedenbouwkundige van beroep. Dit is zijn eerste boek.


ISBN 9789086801589 | Paperback | 222 pagina's | Adr. Heinen Uitgevers | november 2014

© Marjo, 23 maart 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: