Fred Lanzing

Toon alleen recensies op Leestafel van Fred Lanzing in de categorie:
Fred Lanzing op internet:

 

Voor Fredje is het kamp een paradijs Voor Fredje is het kamp een paradijs
een jeugd in Nederlands-Indië


De ondertitel is 'een jeugd in Nederlands-Indië'. Een titel die ik liever had gezien. Want al is inderdaad voor die jongen van 9-12 jaar het kamp een paradijs geweest, toch voel je ook in dit boek hoe de toestand voor de volwassenen geweest is. Fred hoefde niet naar school, er waren geen ouders en hele perioden was er geen enkel gezag waar hij rekening mee moest houden en natuurlijk is dat een paradijs. Door zijn ogen bezie je de wereld, de warboel, die Nederlands-Indië was in de jaren 1942 tot 1946.

Hij begint met te vertellen hoe hij als totok -een in Indië geboren kind uit Europese ouders, opgroeide in een voor hem idyllische wereld, vol geur en kleur:

'Ik speelde tussen de kraampjes en de manden van de pasar, de markt, en tijdens de schoolvakanties zwierf ik op de groene berghellingen van de Preanger, die beplant waren met theestruiken. Mijn dagelijkse omgeving was vol geluid: mensenstemmen, het doffe snuiven van karbouwen; het getingel van belletjes van de koetspaardjes, vogelgezang, het gezoem van insecten en het gesnater van een troep eenden, terwijl er altijd wel ergens een haan kraaide.'


In 1939 was Fred zes jaar. Zijn vader was intendanceofficier van de KNIL. Het gezin, dat verder nog een moeder en een zus omvatte, had het goed, en natuurlijk had de jongen geen besef van de koloniale hoogmoed. Toen zijn vader bevorderd werd, vertrokken ze naar Buitenzorg, Batavia. In die tijd werd de dreiging van oorlog duidelijk, en hoewel men dacht dat de Japanners geen verstand hadden van oorlogvoeren, vielen zij in 1942 West-Java binnen. Freds vader zat in Bandoeng en kon niet terug. Aan het einde van dat jaar moest Fred met zijn moeder en zus naar een interneringskamp. Dat was in het begin nog een woonwijk, waar ze een eigen woning hadden. Een kamp bood bescherming, al werd later duidelijk dat de Japanners wel degelijk plannen hadden om korte metten te maken met de Europeanen, die in hun ogen niets te zoeken hadden in Azië.

Kamp Kramat werd enige tijd later opgedoekt en het gezinnetje moest naar aan vrouwenkamp, Tjideng. - Hier krijgt Jeroen Brouwers een veeg uit de pan omdat hij in het boek ' Bezonken rood' heeft over wachttorens, zoeklichten en prikkeldraad, en dat klopt niet met de herinnering van Fred Lanzing, die zelf als kind bij wijze van corvee de omheining van het kamp gemaakt heeft.
Maar Jeroen Brouwers stelt dat hij herinneringen aan meerdere kampen heeft samengevoegd in dit boek. -
Uit de tijd dat hij daar was stamt de uitspraak van zijn moeder, die de titel van dit boek is geworden.

Toen Fred twaalf werd moest hij naar een mannenkamp, in Tjimahi. Daar, schrijft hij, had hij ook een goed leven, ook al begonnen ze in dat laatste jaar van de oorlog honger te lijden en kregen ze allerlei ziektes. Zelfs dan blijft er een leuke kant aan het leven: de luizenhandel. Wrange humor! De bevrijding kwam net op tijd. Volgt nog de zoektocht naar zijn ouders. ' Ik had mijn vader terug. Mijn vrijheid was ik kwijt.'

In een nawoord stelt Fred Lanzing hoe teleurgesteld hij was toen hij ontdekte dat er heel veel geschreven is over Nederlands-Indië, maar vrijwel allemaal over de Nederlanders. Terwijl zij een minderheid vormden - ruim honderdduizend mensen - en de inlanders veel meer last hebben gehad van de oorlog, nadat ze eerst gekoloniseerd waren geweest, en waarop later de bevrijdingsoorlog volgde.

De Indo's waren de echte slachtoffers, stelt hij, maar pas de laatste jaren verschijnen daar boeken over. En dan heeft hij het nog niet gehad over de inheemse bevolking, de Javanen, voor wie nog steeds weinig belangstelling bestaat. Des te meer wordt er geschreven over de ellende van ' die verschrikkelijke jappenkampen', ruim drie jaren, die in zijn ogen -zijn jeugdige ogen- een vrij avontuurlijke tijd waren. Maar dat is dit boek dan ook: het verhaal van die ene persoon. Ieder individu ervaart het anders, en hoogstwaarschijnlijk was het ene kamp het andere niet, de ene Jap de andere niet. Ook zijn boek is gekleurd, maar niettemin heb ik er veel van opgestoken. Vooral omdat er eenvoudige dingen in verteld worden die andere schrijvers vaak als bekend veronderstellen.


ISBN 9789045701028 | Paperback | 111 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | augustus 2007

© Marjo, 28 november 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer: