Julia Baird

Toon alleen recensies op Leestafel van Julia Baird in de categorie:
Julia Baird op internet:
 

Victoria, koningin Victoria, koningin
Een intieme biografie van de vrouw die een wereldrijk regeerde


Julia Baird, historicus en journalist uit Australië, schreef een uitstekende biografie over koningin Victoria (1819-1901) die meer dan zestig jaar regerend vorstin van Engeland was.

De stijl waarin dit boek is geschreven is zeer levendig. Zo lezen we over de kroningsdag in 1838:

“Verkopers bevestigden vlaggen en banieren aan hun kramen, bakkers stapelden zoetwaren in grote manden, ezels balkten en apen probeerden zich los te rukken van de riemen waarmee ze vastgebonden zaten aan karren, rijtuigen en palen, terwijl klokken beierden” (blz. 133).


En elders over de alomtegenwoordige ratten, zelfs in paleizen:

“Victoria keek toe hoe haar honden op ratten jaagden in haar slaapkamer en prees er een die een rat ‘dapper’ wist te pakken. Ze had een persoonlijke rattenvanger in dienst, die de gangen afstruinde in een felrode overjas, vest en broek” (blz. 361).


Zo staat het boek vol met verhalen en anekdotes. Nergens verveelt dit echter. Het is zoals de ondertitel al aangeeft een “intiem” portret van Victoria. Toch is het boek tegelijk ook een tijdsdocument. Het gaat over het Britse wereldrijk, over de Krimoorlog, de Boerenoorlog, de Ierse kwestie, de veroveringen in Afrika. Dit alles wordt vaardig en met kennis van zaken beschreven.

Als je dit boek “levendig” noemt, zou je het onderwerp van deze biografie “complex” kunnen noemen. Koningin Victoria was een vat vol tegenstrijdigheden. Ze was levenslustig, verzot op dansen, slim, charmant, plichtsgetrouw, maar ook humeurig, koppig, emotioneel, ijdel, teruggetrokken, opvliegend, hooghartig. De mix aan karaktereigenschappen maakte de koningin onevenwichtig. Soms werd zelfs aan haar geestelijke vermogen getwijfeld.

Haar huwelijk met Albert, prins van Saksen-Coburg-Gotha, was een groot succes. De suggestie van de aartsbisschop van de Anglicaanse Kerk om in de huwelijksbelofte van Victoria het woord “gehoorzamen” te schrappen, legde ze heel beslist naast zich neer. Gedurende haar huwelijk leunde de koningin zwaar op Albert. Julia Baird schrijft met veel sympathie over deze man, die echt een gezinsman was, integer, loyaal en trouw aan Victoria, er geen minnaressen op na hield, deskundig op veel terreinen was en een harde werker. De preutse Victoriaanse moraal schrijft Baird meer aan Albert toe dan aan Victoria. Het paar kreeg vele kinderen die Victoria uithuwde aan andere Europese vorstelijke families. Zo ontstond een wijd verbreid Europees netwerk van familiale verbintenissen tussen de dynastieën. Binnen die familiebetrekkingen kon echter ook de gevreesde bloedziekte hemofilie doorgegeven worden. Het meest bekende voorbeeld daarvan is de zoon van tsaar Nicolaas II.

Baird verschaft informatie die ik elders nergens tegen ben gekomen. Bijvoorbeeld over de geboorte van kleinzoon Wilhelm II, de latere keizer van Duitsland. Als gevolg van een stuitligging werd hij geboren met een te korte linkerarm. De ‘medische’ behandeling die het arme kind te verduren kreeg was vreselijk. Het kan eraan bij hebben gedragen dat Wilhelm uitgroeide tot een labiele persoonlijkheid, die zichzelf wilde bewijzen in de politiek en op het slagveld.

Zeer veel materiaal over Victoria is helaas verloren gegaan. Het werd vernietigd, aangepast of herschreven. Dit om haar reputatie te beschermen. Baird probeert nauwgezet zoveel mogelijk te reconstrueren, maar de lezer blijft zitten met de vraag wat al die vernietigde of aangepaste documenten zouden hebben onthuld en hoe dat ons beeld van Victoria en haar omgeving zou hebben bijgesteld.

Veel lof dus voor dit boek en de wederom fraaie wijze waarop het is uitgegeven. Als belangrijkste tekortkoming signaleer ik de wijze waarop het thema van de man-vrouwverhouding aan de orde komt. Vanzelfsprekend is de emancipatie van de vrouw in het Victoriaanse tijdperk een onderwerp dat aan de orde moet komen. Maar de persoonlijke betrokkenheid van Baird is te groot, waardoor ze er niet met de nodige distantie over schrijft. In haar Nawoord schrijft ze dat ze met haar collega’s “heftige discussies” voerde over vrouwen en macht. Daarom zal, veronderstel ik, Victoria haar interesse hebben gewekt, want zij was “de vrouw die een wereldrijk regeerde” zoals de ondertitel aangeeft. Op blz. 229 schrijft Baird:

“De meeste vrouwen waren niet veel meer dan slavinnen, zonder rechten met betrekking tot hun lichaam, geld, bezit of kinderen.”


Vrouwen zijn echter niet alleen het slachtoffer van tijdsomstandigheden. Hetzelfde geldt voor de meeste mannen, die toen net zo goed slavenwerk moesten doen, geen rechten en geen bezittingen hadden. En wat te denken van kinderen van 4, 5 en 6 jaar, die diep onder de grond, vastgeketend aan kolenwagentjes, in smalle mijngangen waar volwassenen niet konden komen, elke dag in het donker hun “werk” moesten doen. Baird gaat voorbij aan de vele vrouwen die aan dit lot konden ontsnappen en een prima leven konden leiden. Keer op keer klaagt ze over historici die geen oog hebben voor het leed van vrouwen (bijv. blz. 378).

Het was het lot van de vrouw dat ze zich naar de dominante man moest schikken. En dat komt overeen met het “traditionele bijbelse huwelijksmodel, waarin de man meester is over de vrouw” schrijft ze op bladzijde 350. Hier slaat Baird door. Het is de man in het “bijbelse huwelijksmodel” uitdrukkelijk verboden over zijn vrouw te heersen. Als de man trouwt, geldt voor hem het gebod zijn vrouw lief te hebben en haar te eren (zie b.v. 1 Petrus 3:7). In het “bijbelse model” vullen man en vrouw elkaar aan, hebben ze onderscheiden taken en verantwoordelijkheden en versterken ze elkaars goede en sterke eigenschappen en compenseren ze elkaars zwakke kanten. In het alternatieve model van Baird is er seksegelijkheid en uitwisselbaarheid van rollen. Maar het blijkt vandaag de dag wel dat relaties er niet stabieler en mensen er niet gelukkiger van worden.

De verleiding om nog meer uit dit rijke boek te citeren is groot. Mijn advies: neem het zelf ter hand en gun uzelf een onderdompeling in het bonte leven van de 19e eeuw.

Tot slot nog een klein foutje, gesignaleerd op blz. 357: in 1855 was Wilhelm I nog geen keizer van Duitsland, maar koning van Pruisen.


ISBN 9789046821794 | Hardcover | 799 pagina's | Nieuw Amsterdam | maart 2017
Vertaald door Chiel van Soelen, Pieter van der Veen

© Henk Hofman, 04 mei 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer: