Henk Egbers

Toon alleen recensies op Leestafel van Henk Egbers in de categorie:
Henk Egbers op internet:

 

Priester tussen kruis en hakenkruis. Priester tussen kruis en hakenkruis.


Mozaïek van een leven tussen twee fascistische utopieën
Henk Egbers

Henk Egbers (geboren in 1928) was van 1957 tot 1966 kapelaan in het aartsbisdom Utrecht, een mijnwerkersparochie in het Ruhrgebied en een parochie in Beieren. In dit boek verhaalt hij hoe hij in de loop der jaren is afgeknapt op de rooms-katholieke kerk en het roomse geloof. Hij stuitte te vaak op schijnvroomheid, een dubbele moraal en machtsdenken.

De rooms-katholieke kerk deelt volgens hem het antisemitisme met de nazi’s. Het Vaticaan sloot in 1933 zelfs een concordaat met Hitler, want het episcopaat zag een grotere bedreiging in het communisme.
Net als Hitler streeft het Vaticaan totale controle na over het leven van de gelovigen. Privacy was er niet op het seminarium dat Egbers bezocht. In de douche was een bordje aangebracht: God ziet u. In de deuren van leslokaal en slaapzaal zaten patrijspoorten waardoor de surveillant naar binnen kon gluren. In lesboeken kunstgeschiedenis waren plaatjes van naaktbeelden afgeplakt.

Er is veel in het geloof van de kerk wat Egbers als poppenkast ervaart: de biecht, het laatste oliesel, het celibaat, de Mariaverering, de visie van de kerk op het pausschap zelf. Dat leidt tot de verbaasde uitroep: “Wat een geloof!” (blz. 378). En elders: “Mieter op” (blz. 406) waarbij het interessant is dat de herkomst van dit gezegde uit de doeken wordt gedaan. De mieter is namelijk de mijter die een bisschop draagt.

Een enkel citaat om het standpunt van de schrijver in zijn eigen bewoordingen weer te geven:

“Hitler kon zich steeds beroepen op rooms-katholieke en theologische anti-joodse uitspraken en praktijken.” (blz. 158).


“Het fascisme, het nationaal-socialisme en de rooms-katholieke kerk hebben bloed aan hun handen.” (blz. 159).


“Er is in principe weinig verschil tussen de pauselijke kruistochten en de islamitische jihads. De manier waarop in Latijns-Amerika het rooms-katholieke geloof werd gevestigd doet in misdaden niet veel onder voor de Holocaust. De inquisitiemethodes doen denken aan de martelingen van de concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog.” (blz. 257).


Egbers voelt zich verwant aan vooruitstrevende theologen als Edward Schillebeeckx, Karl Rahner, Hans Küng. Even is er de hoop dat zij gehoor krijgen in de kerk. Maar de conservatieve stroming behoudt de overhand. Egbers zelf gaat jarenlang de confrontatie uit de weg, omdat hij weet dat hij het toch tegen het instituut zal afleggen. Als het tenslotte echt niet langer gaat, legt hij in 1966 zijn ambt neer. Hij ervaart de wijze waarop de kerk afscheid van hem neemt als kil en gevoelloos.

Het boek van Henk Egbers zal voor veel mensen heel herkenbaar zijn. Zij voelen zich niet meer thuis in een kerk gekenmerkt door controle en bedilzucht. Ook de aanklacht van Egbers dat de kerk bloed aan de handen heeft en zich nooit had mogen afficheren met het nationaalsocialisme, is niet uit de lucht gegrepen.
Ik ding dus niets af op het persoonlijke verslag dat Egbers geeft van een leven binnen de rooms-katholieke kerk. Wel zijn volgens mij een paar kanttekeningen op zijn plaats omdat we anders blijven steken in een eenzijdig verhaal.

In de eerste plaats hebben vernieuwende theologen het verval van de kerk niet kunnen keren. Vernieuwingen hebben de leegloop niet gestuit.
In de tweede plaats vind je schijnvroomheid, gekonkel en een dubbele moraal net zo goed buiten de kerk. Denk alleen maar eens aan het politieke bedrijf.
In de derde plaats heeft de kerk – ook de rooms-katholieke kerk – een geweldige bijdrage geleverd aan de Westerse beschaving. Denk alleen maar aan armenzorg, ziekenzorg, de strijd tegen het analfabetisme en voor goed onderwijs. Dat is de keerzijde
En tot slot. De kerk heeft al een paar duizend jaar vervolging en kritiek doorstaan. Het ziet er naar uit dat er altijd gelovigen zullen blijven die zich ondanks alles wat fout is toch geborgen voelen binnen de kerken voor wie het geloof een anker in hun leven is.

Kritiek ligt altijd gevoelig. En zeker als het gaat om kerk en geloof. De auteur slaat ook weleens door. Desondanks is het niet aan te bevelen om kritiek op voorhand naast je neer te leggen. Beter is het om kritiek te wegen en ervan te leren. Kerken gaan nogal eens zwak om met kritiek en daardoor bevestigen zij de beeldvorming dat de kerk niet deugt. Dat is jammer, want de kerk levert wel degelijk een nuttige en waardevolle bijdrage aan de samenleving.


ISBN 9789062659296 | Paperback | 478 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | november 2016

© Henk Hofman, 07 januari 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer: