Jesse Goossens

 

Right to play Right to play


Ieder kind heeft het recht op spelen
Jesse Goossens


In haar voorwoord vertelt Jesse Goosens over het werk van Right to Play. Het is een organisatie opgericht door meervoudig wereldkampioen schaatsen Johann Olaf Koss. Hij vindt dat alle kinderen van de wereld het recht hebben en de kans moeten krijgen om te spelen – juist ook de kinderen die door oorlog, natuurrampen, geweld of hongersnood alles zijn kwijtgeraakt.
Het symbool van Right to Play is een rode bal met daarop de tekst Look After Yourself, Look After One Another. Dat betekent: Zorg voor jezelf, zorg voor elkaar. Door dit symbool wordt in één keer duidelijk wat Right To Play voor ogen staat: een wereld waarin iedereen voor elkaar zorgt. En dat willen ze bereiken door middel van sport en spel.

Right to play werkt wereldwijd en Jesse bezoekt allerlei gebieden en instellingen die dankzij Right to Play kinderen de mogelijk geven zich te ontspannen door middel van sport en spel. In feite is er niet eens zoveel aan materiaal voor nodig maar wel een ruimte of een plek waar de kinderen zich veilig voelen en even hun angsten en zorgen kunnen vergeten. Sport en spel is daar een uitstekend middel bij.

Jesse bezoekt scholen in Rwanda, projecten in Israël, vluchtelingenkampen in Palestina, sloppenwijken in Mali, en een vergadering op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York.
Per bezoek lees je een of meerdere verhalen van de kinderen zelf, hoe hun dag is, hoe zij zich moeten zien te redden, hoe zij uitkijken naar het moment van de dag of week dat ze naar Right to Play kunnen. Daarnaast vertellen de hulpverleners over hun werk, hoe zij proberen de kinderen op te vangen, soms onder vrij moeilijke omstandigheden. Jesse vertelt zelf ook over haar ervaringen die af en toe flink schrijnend zijn.

In Mali is een meisje van zes dat met haar broertje op haar rug naar right to play komt. Zij zou heel graag meedoen met de spelletjes waarbij je moet rennen maar dat kan niet vanwege haar broertje. Ook als iemand aanbiedt het kleintje even vast te houden zodat zij kan spelen doet ze evengoed niet mee, verantwoordelijk als zij zich voelt voor haar broertje. In Mali zijn bordspelen heel populair want het is vaak te warm om in de zon te spelen.
De bordspelletjes worden het liefst aangeschaft bij de lokale bevolking zodat zij ook profijt hebben van Right to Play.

In Palestina moet de leidster en lerares Katy elke dag van Ramallah naar het vluchtelingenkamp Jalazone lopen. Er komen geen buitenlanders naar Jalazone en ook journalisten laten zich nauwelijks zien. Die weg is erg gevaarlijk, het risico te groot. Soms wordt er zomaar vanuit de joodse nederzetting in de richting van het kamp geschoten. Toch vindt de lerares de kinderen te belangrijk. ''Ik doe dat', zegt Katy, 'omdat het juist voor mijn leerlingen belangrijk is dat ze elke dag naar school kunnen. Hun leven is al zo onzeker, de school brengt er regelmaat in. Wij spelen met ze. Daardoor krijgen ze weer plezier. Ze leren met elkaar samen te werken en elkaar te vertrouwen.'

In Rwanda leren kinderen spelenderwijs alles over Hiv en Aids. Live safe, play safe heet dat project. Aids is nog een groot taboe in Rwanda.

Naast de verhalen over de omstandigheden zien we ook prachtige foto's van de kinderen die helemaal opgaan in de sport of het spel. Bij elk gebied dat de schrijfster bezoekt staat ook een spel uitgelegd dat de kinderen daar spelen. Erg populair is het hoepelspel, een soort stoelendans maar dan met hoepels. Ook veel varianten op dit hoepelspel worden genoemd. Andere kinderen spelen een kat en muis spel waarbij een kind de muis is die gevangen moet worden door de 'kat' en zo worden er nog veel meer leuke aparte spelletjes toegelicht.
Aan het eind van elk hoofdstuk wordt kort en heel duidelijk uitgelegd wat er in dat land gebeurd is waardoor de kinderen nu zo weinig gelegenheid en materiaal hebben om te spelen. Elk verhaal is indrukwekkend zoals bijvoorbeeld het verhaal over de enorme genocide in Rwanda of over de strijd tussen Israël en Palestina.
Achterin het boek staat allemaal extra informatie over Right to Play.
- Zie ook de website van Jesse Goossens waarop veel informatie staat en veel foto's te zien zijn van de reizen die zij voor dit boek maakte. -

Dit boek kan heel goed gebruikt worden voor een werkstuk maar ook als lesmateriaal voor scholen is het een grote aanrader.
Kortom, een prachtig, erg indrukwekkend boek dat je aan het denken zet en doet beseffen hoe rijk we, in alle opzichten, hier in Nederland zijn.


ISBN 9789056377496 | Paperback | 143 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | november 2005
(maar nog steeds zeer actueel) afmeting 247 x 245 x 12 mm. Leeftijd 10-12 jaar

© Dettie, 20 juli 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: