Mohammed Benzakour

Toon alleen recensies op Leestafel van Mohammed Benzakour in de categorie:
Mohammed Benzakour op internet:
 

De koning komt De koning komt


‘Ik wil de zoon zijn  die mijn moeder en vader kunnen liefhebben. Een zoon die geslaagd is in het leven. Een zoon om trots op te zijn. Dit moet ik mezelf keer op keer inpeperen.’

En met deze opdracht die hij zichzelf heeft gegeven trekt de bijna dertigjarige Moebdi naar Marokko, het land van zijn voorvaderen, naar het dorp waar hij geboren is: Ouled Ali. Via Ségangan rijdt de taxi hem ‘in een slingerbeweging langs heuvels vol zwerftasjes’. Die tasjes gaan gaan nog een rol spelen in het verhaal.
Het ouderlijk huis - de piso - staat er nog, en hij neemt er zijn intrek. Het kan niet anders, denkt hij, dan dat hij binnen de kortste keren een bruid heeft gevonden.

Maar dat valt vies tegen. De ene na de andere poging mislukt. Hij begrijpt het niet. Zo lelijk is hij toch niet, en hij woont in Nederland, het land waar de welvaart veel te bieden heeft voor een toekomstige bruid. Nu heeft Moebdi ook wel enkele eisen:

‘Bruidjelief moet lief zijn, ietwat verknipt, dat mag; dat houdt de voorspelbaarheid, het dodelijkste in een huwelijk buiten de tent, tenminste, voor een poos. Bruidjelief geniet enige scholing, ze moet, als ik een ondeugende opmerking maak, het vermogen bezitten tot blozen, ik moet met haar kunnen grollen en dollen, alles uiteraard in het Berbers, ik bedoel, in mijn huis geen Arabisch geleuter! Daar krijg ik hoofdpijn van. Verder is ze van eenvoudige komaf, fris, fruitig, een lichaam zo hard als een bloemknop; ze hecht niet niet veel aan dure kleertjes en sieraden, dat verpest de geest en kost mij uitsluitend bakken vol geld en, niet als laatste, ze is gezegend met een smoel- en achterwerk die uitnodigen tot geslachtelijk verkeer. Tenminste, voor de eerste paar jaar. Verder, een klein gebrek geen bezwaar.’


De enige vrouw evenwel die hij leert kennen is Gadoezj, de ezel van de buurvrouw. Een pratende ezel, die eigenlijk volledig voldoet aan de gestelde eisen. Behalve dan dat lichaam...
Gadoezj waarschuwt hem al: het gaat hem niet lukken aan zijn opdracht te voldoen. En terwijl hij - eigenwijs - toch verder zoekt, leert de lezer Marokko kennen. Niet altijd de mooiste kant in feite, want het landschap, de gewoontes, de corruptie en de schijnheiligheid komt heel duidelijk naar voren. Moebdi is teleurgesteld, en richt dan maar zijn aandacht op de komst van de koning. Hij kan er op zijn minst voor zorgen dat als - if ever - de koning langs stad en dorp trekt, de bermen schoon zijn...

Na Yemma viel dit boek wat tegen. En toch: ik heb het nu een tweede keer gelezen, en dat was helemaal niet erg. Ik houd wel van zijn taal, het bloemige, met dan weer een omtrekkende van de woorden, terwijl hij op andere momenten erg direct is.  Gaandeweg verandert de speurtocht in een zwart sprookje, met een uitkomst die te verwachten was.

Naïef, een dromer, een fantast, een jonge man die niet echt durft, te lafhartig is om er echt voor te gaan. Al die pogingen die hij doet: hij kan op zijn klompen (tenslotte heeft hij dertig jaar in Nederland gewoond!) aanvoelen dat deze manier om aan een vrouw te komen niet zal werken. Ik denk dat hij het ook wel weet. Voor zichzelf lijkt hij het niet belangrijk te vinden, maar hij wil liever niet zijn moeder teleurstellen. Want ja, die moeder hè, in de Marokkaanse cultuur!

Of de koning komt? Dat is dezelfde vraag als: Vindt hij een vrouw?


ISBN 9789044531404 | Hardcover | 381 pagina's | Uitgeverij De Geus | september 2015

© Marjo, 06 oktober 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer: