F. Scott Fitzgerald

Toon alleen recensies op Leestafel van F. Scott Fitzgerald in de categorie:
 

Een dag in mei Een dag in mei


F. Scott Fitzgerald

Het is af en toe een verademing om tussen al de moderne schrijvers een schrijver uit vroeger jaren te lezen, zoals F. Scott Fitzgerald (1896-1940). Je proeft in deze novelle in bijna elke regel zijn vakmanschap. Je merkt dat dit boek weloverwogen en bedachtzaam is geschreven. Er wordt niet zomaar een verhaal verteld maar alles past als een legpuzzel in elkaar. De karakters zijn uitgediept, het verhaal is rond.
Toch is Een dag in mei een van Fitzgeralds eerste werken. Het werd in 1920 als novelle opgenomen in een tijdschrift.

Het verhaal bestrijkt één dag, namelijk 1 mei 1919. New York is in feeststemming. Soldaten keren na beëindiging van de Eerste Wereldoorlog terug uit Frankrijk. Ze worden in de straten bejubeld, er worden grote feesten gegeven en de drank vloeit rijkelijk.
Het verhaal begint met de aan lager wal geraakte Gordon Sterret die van zijn rijke oud-studiegenoot Philip Dean probeert geld te lenen. Gordon is net terug uit de oorlog en Philip is in New York om het grote Gamma Psi-bal bij te wonen. Dean ergert zich aan het deprimerende verhaal van Gordon, die zich dankzij een vrouw, Jewel Hudson, in de nesten heeft gewerkt. Hij moet nog nadenken of hij Gordon wel of geen geld wil lenen. De rijke Dean vertelt luchtigjes over Edith Bradin de ex- vriendin van Gordon, zij komt ook naar het bal. Dean kan nog wel een uitnodiging voor Gordon regelen.
Ondertussen kolkt het in New York. De teruggekomen soldaten, vooral in de lagere rangen, merken dat in hun eigen land niets is veranderd. Ze zijn nog steeds weinig bemiddeld en bovendien ook nog eens hun werk kwijt. Er breken overal rellen uit.
Edith, Gordon, Philip, Peter (hij is eveneens oud studiegenoot) Jewel, en twee zeer beschonken soldaten Carrol en Key komen elkaar al dan niet bewust tegen op het bal. Wat volgt zijn allerlei verwikkelingen die zomaar zo kunnen gebeuren zoals in het echte leven ook van alles gebeuren kan.


Het is een verhaal waarin Fitzgerald de hele situatie weergeeft waarin Amerika en zijn inwoners zich op dat moment bevinden. De armoede en de explosieve sfeer buiten, staan in schril contrast met de nonchalance en overdaad binnen op het bal waar de rijke, gestudeerde lieden zich bevinden.
Fitzgerald heeft al deze verschillen uitstekend weten te verwerken in zijn personages. De verwende student versus de sappelaar, de mooie intelligente vrouw versus de vrouw die niet verder kijkt dan haar neus lang is en alleen maar op een man uit is. De beschonken soldaten die in Frankrijk alle verschrikkingen gezien hebben versus de thuisblijvers die niet begrijpen wat nou het probleem van de soldaten is.
Het is ongelooflijk knap om zo'n verhaal samen te stellen, zo'n inzicht in de toenmalige situatie te geven en dat alles ook nog op één dag te laten plaatsvinden.

Achterin het boek staat in een toelichting dat Fitzgerald gebruikt heeft gemaakt van de toenmalige werkelijke situatie, zowel van hem persoonlijk als van de rellen en spanningen in New York en andere grote steden. Ook is te lezen dat Fitzgerald zich wel altijd in de hoogste kringen bevond maar daar niet uit voortkwam en er ook nooit echt deel van uitmaakte, wat Een dag in mei gelijk min of meer autobiografisch maakt.

Na Een dag in mei  en de toelichting volgen tot mijn verrassing en verbazing nog twee beschouwingen getiteld Jazz Age en Mijn verdwenen stad.
In Jazz Age geeft Fitzgerald zijn visie op de opkomst en ondergang van het jazz tijdperk. Het was min of meer een losgeslagen bende en niemand had zin om de werkelijkheid te zien. Alles kon, het woord jazz stond voor seks, dansen en muziek, in die volgorde. Belangrijke journalisten en boeken uit die tijd worden genoemd. De erotiek in boeken en toneelstukken vierde hoogtij maar de teksten waren aanvankelijk enorm onschuldig. Later escaleert dit. De opkomende technologie met de daaruit voortvloeiende grammofoonplaten - met 'neger'muziek, auto's, de opkomst van de vliegreizen  e.d. maken de roaring twenties nog meer roaring.

In Mijn verdwenen stad vertelt Fitzgerald over de stad New York in de jaren twintig van de vorige eeuw. Hij schrijft over hoe hij in 1919 terugkeerde naar New York. Over de daar door hem geleden armoede en hoe hij in feite nergens bij hoorde. Later zegt hij daarover: 'In een waas van bezorgdheid en ongeluk bracht ik er de vier ontvankelijkste maanden van mijn leven door.'  Zes maanden later werd hij als dé schrijver binnengehaald. 'Tot mijn verbijstering werd ik geadopteerd [...] als het archetype wat New York wilde.' Fitzgerald verlaat New York meerdere keren om er ook weer terug te keren. Elke keer ziet hij de veranderingen in de stad met het jaar 1926 als toppunt van rusteloosheid. Er werd gefeest, gevreeën, gezopen. 'De kater werd een even geaccepteerd onderdeel van de dag als de Spaanse siësta' schrijft hij. Fitzgerald beseft dat New York zijn thuis is. Tot de ultieme klap plaatsvindt, de beurskrach, en dan ziet hij New York zoals het werkelijk is. Zijn aanvankelijke beeld van zijn geliefde universum blijkt verdwenen en zal nooit meer terugkeren.


Jazz Age en Mijn verdwenen stad zijn meer overpeinzingen dan verhalen. Het zouden zelfs goedgeschreven dagboekfragmenten kunnen zijn. Aanvankelijk vond ik het jammer dat er meer volgde na Een dag in mei. Dat verhaal was goed en indrukwekkend genoeg zoals het was maar na het hele boek gelezen te hebben blijken de beschouwingen wel een toevoeging bij Een dag in mei.  Het geeft het verhaal een bredere achtergrond en maakt het in feite nóg beter dan het al is. De uitgever verdient een groot compliment voor de zorgvuldige samenstelling van dit boek.


ISBN 9789079770137 | Paperback | 156 pagina's | Uitgeverij Karaat  | mei 2013
Vertaald door David Koppernik, Charles Bors, Mon Faber

© Dettie, 02 juni 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: