Carlos Ruiz Zafón

 

De nevelprins De nevelprins


Max baalt dat zijn vader een huis aan de kust heeft gekocht. Hij wil niet uit de grote stad weg en ook de rest van het gezin staat niet te springen om in een klein dorpje te gaan wonen. Vader zet door, het is 1943 en hij vindt de stad niet langer een veilige plek om te wonen. Zijn werk als horlogemaker kan hij op zijn nieuwe stek voortzetten.

Het nieuwe huis is ruim maar heeft een flinke schoonmaakbeurt nodig. Het heeft jaren leeggestaan. Het strandhuis heeft de vorige bewoners geen geluk gebracht. Hun zoontje Jacob is verdronken. Nadat het gezin het ergste vuil te lijf is gegaan wordt het tijd om de omgeving te verkennen. Max ontdekt een vreemde beeldentuin niet ver van het huis. De beelden stellen circusfiguren voor. Max krijgt er de kriebels van en hij maakt dat hij wegkomt wanneer hij merkt dat een clownsbeeld beweegt.

Max sluit vriendschap met Roland, een jongen uit het dorp. Roland woont bij zijn opa die vuurtorenwachter is.  Hij laat Max de omgeving zien en nodigt hem uit om met hem mee te gaan duiken. Roland duikt in de zomer bijna dagelijks om schatten op te vissen uit de Orpheus, een schip dat bijna vijfentwintig jaar geleden voor de kust is gezonken. Alicia gaat ook mee duiken en zelfs de jonge Max kan zien dat zijn zus en zijn nieuwe vriend elkaar meer dan leuk vinden.

Ondertussen is de jongste van het gezin, Irina, druk met haar nieuwe huisdier. Haar ouders hebben haar smeekbeden niet kunnen weerstaan en Irina is maar wat blij met haar nieuwe kat. De rest van het gezin is minder dol op het beest dat hen altijd maar aanstaart met zijn indringende blik. Dat de kat allesbehalve een trouwe vriend is, blijkt al snel. Hij jaagt de kleine Irina de stuipen op het lijf en het meisje maakt zo’n ongelukkige val van de trap dat ze in coma raakt. Vader en moeder haasten zich naar het ziekenhuis en Max en Alicia moeten zichzelf zien te redden.

Wanneer Victor - de opa van Roland - van de kinderen hoort wat er is gebeurd, beseft hij dat er iets onheilspellends gaande is. Hij vertelt hen het verhaal van Cain, ook wel de Nevelprins genoemd. Jaren geleden maakte Victor kennis met deze man die zichzelf toentertijd een magiër noemde. Cain liet wensen van mensen uitkomen in ruil voor een wederdienst. Ook de vorige bewoner van het strandhuis - de vader van Jacob - zag zijn wens in vervulling gaan. Het ging echter helemaal mis toen Cain om de wederdienst kwam vragen. Er is vals gespeeld om onder deze tegenprestatie uit te komen en nu is Cain terug om zijn beloning alsnog te innen.

Carlos Ruiz Zafón brak door met De schaduw van de wind maar dit was niet zijn eerste boek. Eerder al schreef hij een serie van vier spannende jeugdboeken. De nevelprins is zijn werkelijke debuut. De vier boeken horen niet bij elkaar maar zijn wel in dezelfde stijl geschreven. Ze zijn spannend en mysterieus. In alle boeken overheerst een duistere figuur met kwade bedoelingen. Opvallend is dat veel van de boeken van de auteur  - ook zijn latere werk - een link met de Tweede Wereldoorlog hebben. Oorlog komt in de boeken voort uit duistere, duivelse krachten. Hoewel deze reeks voor de jeugd is geschreven, is het de bedoeling van de schrijver dat het mensen van alle leeftijden zal bevallen.

Ik heb genoten van dit boek. Het verhaal is goed bedacht en behoorlijk griezelig. De kleine onzorgvuldigheden hebben me niet gedeerd. Van dit soort boeken zou ik stapels kunnen verslinden.


ISBN 9789056723521 | Paperback | 194 pagina's | Uitgeverij Signatuur | november 2010
Vertaald uit het Spaans door Nelleke Geel | Leeftijd: 14+

© Annemarie, 09 september 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De nevelprins De nevelprins


Max Carver, dertien jaar, woont met zussen en ouders in de stad.  Het is 1943, de oorlog dreigt en de vader van Max besluit dat ze gaan verhuizen ‘naar een strandhuis in een stadje aan de kust. We gaan de stad uit en  naar een plek ver weg van de oorlog.’
Max is er niet blij mee, en zijn zus Alicia ook niet, merkt hij. Hun jongere zus Irina is al snel met het idee verzoend als ze toestemming krijgt een grote kat mee te nemen, die op het station zwerft. En gelukkig blijkt er ook voor de andere twee een leuke kant aan de verhuizing te zijn:  ze leren Roland kennen, die in een strandhut woont, terwijl zijn grootvader in de vuurtoren bivakkeert en hem in de gaten houdt.
Al snel blijken er vreemde dingen te gebeuren: in een tuin vlakbij hun huis staan vreemde standbeelden, die wel lijken te bewegen. Irina krijgt een ongeluk en moet in coma naar het ziekenhuis. Daardoor zijn ook de ouders weg, en hebben Max en Alicia het rijk alleen. Dat komt hen goed uit bij de avonturen die zullen volgen. Het is namelijk bijna 25 jaar geleden dat het schip Orpheus vlak voor de kust verging. Daar hoort een akelig verhaal bij, dat de grootvader van Roland hen vertelt. De verschrikkingen van vijfentwintig jaar geleden lijken ging te gaan herhalen.

Dit boek is het echte debuut van Carlos Ruiz Zafón, en we mogen wel stellen dat hij gelukkig bijgeleerd heeft voor hij ‘de schaduw van de wind’ schreef. Dit boek is niet echt overtuigend. Er zijn te veel losse draadjes, te veel onwaarschijnlijkheden.  Die kat bijvoorbeeld. Waarom duikt dat beest daar op, en wat betekent het ? En Irinia mag dat beest zonder slag of stoot meenemen? Toe nou.. Ik vind ook het verhaal van Roland aan alle kanten rammelen, zelfs voor een jeugdboek.

Toch is het wel spannend, dit verhaal met een hoop magische elementen. Aardig. Meer niet.


ISBN 9789056723521 | Paperback | 194 pagina's | Uitgeverij Signatuur | november 2010
Vertaald uit het Spaans door Nelleke Geel | Leeftijd: 14+

© Marjo, 12 februari 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De nevelprins De nevelprins


Carlos Ruiz Zafón is vooral bekend van zijn mysterieuze thrillers; De schaduw van de wind en de bijbehorende prequel Het spel van de engel.  Maar hij heeft meer in zijn mars. Zo schreef hij al eens een kort verhaal over Gaudi in Manhattan. Hij begon zijn carriere echter als kinderboekenschrijver. Al in 1993 schreef hij zijn eerste kinderboek:  De Nevelprins. In Spanje bleef dit niet onopgemerkt, hij ontving voor dit boek de Ebeze award. In Nederland komt dit boek nu pas uit, na de grote successen van zijn eerdere romans. Tijd dus voor ons om kennis te maken met de vroege Ruiz Zafón.
Bron: Foknieuws 

De nevelprins is dus de eerste van vier jeugdromans die Carlos Ruiz Zafón schreef vóór zijn internationale doorbraak als bestsellerauteur. Vier spannende avonturenverhalen met bovennatuurlijke elementen en veel mysterie, waarin de eeuwenoude strijd tussen goed en kwaad wordt gestreden. Lees hier het eerste hoofdstuk. Dat eindigt met de zinnen...

Iets maakte dat hij zich omdraaide om opnieuw naar de zwart geworden wijzerplaat van de stationsklok te kijken. Hij bestudeerde haar zorgvuldig. Er klopte iets niet. Max herinnerde zich heel goed dat de klok bij aankomst op het station precies een halfuur na twaalven aangaf. Nu gaven de wijzers tien voor twaalf aan.
‘Max!’ klonk de stem van zijn vader, die al was ingestapt. ‘We gaan!’
‘Ik kom al,’ mompelde Max bij zichzelf, zonder zijn blik van de wijzerplaat af te wenden.
De klok was niet kapot, hij werkte perfect. Met één eigenaardigheid: hij liep terug.


Als je dat eerste hoofdstuk gelezen hebt denk je, met zulke eindzinnen; dit wordt een lekker boek! Je gaat er helemaal voor zitten maar wat zo veelbelovend begint, ontaardt in een bizar verhaal.

Max Carver verhuist vanwege de oorlog met zijn vader, moeder en twee zusjes Alicia en Irina naar een dorp aan de kust. Max ontdekt een beeldentuin achter het huis. De beelden staat in de vorm van een zespuntige ster. Midden in de ster staat een beeld van een clown. Er is iets met de hand van de clown, die verandert steeds. Max heeft ondertussen Roland en zijn grootvader ontmoet Victor ontmoet. Victor heeft als enige de schipbreuk van de Orpheus overleeft.  Het circus dat op dat schip was, verging. Onder dwang vertelt Victor het verhaal van de Nevelprins.

Deze bovenstaande informatie heb ik her en der van internet geplukt omdat ik inmiddels al  gestopt was. Het verhaal riep weerzin bij me op. Het is een mij te luguber. Ik houd daar niet van, vind het akelig, het ligt volledig aan mij dus.

Wat wel opvallend is, is het taalgebruik van Zafón. In dit eerste boek van zijn hand is al duidelijk te merken dat hij een goed schrijver en verteller is. Hij weet dingen mooi weer te geven, zoals bijv. die beeldentuin. Je kunt de tuin bij wijze van spreken uittekenen.
Hopelijk vindt het boek een lezer die wel houdt van lugubere verhalen met een vleugje magie.


ISBN 9789056723521 | Paperback | 194 pagina's | Uitgeverij Signatuur | november 2010
Vertaald uit het Spaans door Nelleke Geel  | Leeftijd: 14+

© Dettie, 13 februari 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer: